Les 3: Specifieke fobie Flashcards

1
Q

Geef de kenmerken van ee nspecifieke fobie

A
  • Veelvuldig voorkomen (life-time prevalentie = 11%); Sub-klinisch frequent voorkomen
  • Paradox:
    o Best behandelbare psychische aandoening (90% klinische verbetering na 1 sessie behandeling)
    o Mensen met specifieke fobie melden zich zelden aan voor behandeling
  • Lijsten van fobieen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef eeen lijst met klinische relevante fobieën

A
  • Dieren
  • Natuurlijke omgeving (bijv. Hoogtes, bliksem)
  • Bloed en injectie fobie
  • Situationeel bepaalde fobieen (bijv. Vliegen, kleine ruimtes)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke theorieën zijn er over specifieke fobieën?

A
  • Conditionering: Kleine Albert
  • Mowrer’s twee-factoren theorie
  • Three pathways of fear (Rachman)
  • Recente leertheorie (e.g. Mineka & Zinbarg)
  • Preparedness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de conditionerings theorie met kleine albert.

A

Klassiek experiment: Watson & Rayner (1920)
* Albert (9 maanden)
* Pre-test: witte rat, konijn, hond, aap, masker etc. (geen schrik)
* Aanraken witte rat: Hamer op stalen plaat
* Na 2x CS-US aanbieding: CS ontlokte angst + generalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de * Recente leertheorie (e.g. Mineka & Zinbarg).

A

Inclusie van diathesis-stress ideeën

Invloed van eerdere ervaringen
* Bijv. eerdere ervaringen met een CS kunnen nieuw leren beïnvloeden

Invloed van context tijdens leren
* Bijv. Hoeveelheid controle tijdens de aversieve ervaring

Invloed van ervaringen na leren
* US-inflation: eerdere leerervaringen kunnen versterkt worden door nieuwe aversieve ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de theorie van Prepardness.

A
  • Mensen zijn geprogrameerd om specifieke stimuli en situaties te vrezen die een bedreiging kunnen vormen voor overleving
  • Evolutionaire verklaring (Öhman & Mineka, 2001)
  • Activatie fear-module staat niet onder cognitieve controle

Evidentie:
* Verhoogde conditioneerbaarheid van spinnen en slangen
* Automatische verwerking van kwade gezichten
* Non-random distributie van angsten en fobieen

Maar
* ?adelen van “evolutionair adaptieve verklaringen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de diagnostiek van angst algemeen.

A

Stepped-care benadering
* Breed: Model voor probleemidentificatie
* Specifieke klachtanalyse (verklarende diagnostiek):
* Gedragstherapeutische of cognitieve analyses
* Relevante klassieke of operante processen
* Catastrofale cognities

Diagnostische methoden:
* Klinische interviews
* Vragenlijste
* Observatie en opdrachten
* Zie einde slides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de behandeling van angst algemeen

A

Cognitieve gedragstherapie (zie richtlijn)
* Verschillende vormen van exposure (in vivo, imaginair, interoceptief)
* Responspreventie
* Cognitieve herstructurering
* Paniekmanagement
* Taakconcentratietraining
* Applied relaxation
* Sociale vaardigheidstraining

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de behandelingen van fobieën

A

Blootstelling cruciale component
* In vivo exposure
* Imaginaire exposure
* Virtual Reality Exposure (bijv. Vliegangst)
* Systematische desensitisatie
* Flooding

Uitvoering van exposure:
* Langdurige blootstelling en hoogfrequente behandeling
* Informatie over exacte angst (parameters, cognities)
* Uitleg doel
* overleren’
* Uitleg behandeling (nadruk op vermijding)
* Niet teveel informatie
o Geen onafgesproken acties
o Modelling therapeut
* Alert op vermijdingsgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly