Les 2: Angst en angststoornissen Flashcards
Geef de benadering van angst binnen EPP.
- Niet zozeer EPP (puur) alswel affective science first
- Angst begrijpen is essentieel binnen klinische psychologie:
o Extreem bepalende factor bij menselijk gedrag- Bv. cliënten
- Bv. therapeuten
Geef het onderscheid tussen Fear en Anxiety
- Fear = De directe emotionele reactie op een gepercipieerd gevaar
- Anxiety = De gespannen anticipatie op een potentieel bedreigende gebeurtenis
Welke argumenten zijn er voor het onderscheiden van Fear en Anxiety
- Statistische analyse van angstvragenlijsten (fear en anxiety als factoren)
- Specifieke overerfbaarheid van verschillende vormen van angst
- Fear is een primaire (basis) emotie die niet onder cognitieve controle staat (limbisch systeem: o.a. amygdala);
- Angst is een secundaire emotie die een sterke cognitieve component kent (frontale hersenstructuren)
Wat is de functie van een Fear respons?
- Fear-response gekenmerkt door een verhoogde autonome arousal om actieve coping te bevorderen
- Emotionele systemen georganiseerd rond actietendens (Lang, Frijda)
- Peter Lang:
o Fysiologische veranderingen
o Handelingen om aan de bedreigende situatie te ontsnappen of ze te vermijden
o Subjectieve gewaarwording van bedreiging - Specifiek patroon van cognitieve verwerking
Geef de kenmerken/definitie van anxiety (angst)
- De gespannen anticipatie van een bedreigende maar vage situatie of gebeurtenis, een gevoel van onaangename spanning
- De persoon heeft het moeilijk om de precieze oorzaak van de onaangename spanning te benoemen
- Diffuus, persistent, kan fluctueren qua ernst, vaak achtergrondgevoel
- Gekarakteriseerd door hoge vigilantie (waakzaamheid)
- Ik heb het gevoel dat er steeds dreiging boven mijn hoofd hangt
Wat is de functie van Angst en Anxiety?
- Beschermende motivationele toestanden die dienen om gevaar te detecteren en te vermijden
=> Overleving van het individu - Nabijheid dreiging bepaalt het type angstrespons:
o Geen gevaar => Actiepatroon v preferentie
o Potentieel gevaar => Def. gedrag (vigilantie) => Anxiety/Piekeren
o Acuut gevaar => Def. gedrag (flight) => Fear
o Aanvaller contact => Def. gedrag (fight) => Panic
o Aanval => Bevriezen
Geef de kenmerken/definitie van Fear (angstreactie)
- Een emotionele reactie op een specifiek gevaar, een identificeerbare bedreiging (slang)
- Intens, plotse hoge arousal, spoed…
- Tijdelijk
- Gecontroleerd door bedreigende stimuli of gebeurtenissen
- Een fobie is een intense irrationele « angstreactie »
Hoe werkt de fight-flight respons in het lichaam?
Hypothalamus
* Activatie van het Autonome zenuwstelsel
* Afgifte van epinefrine en norepinefrine (o.a. toename van de hartslag)
* Activatie van de HPA as (Hypothalamus – Hypofyse- Bijnier as): Afgifte van verschillende hormonen zoals cortisol (regulatie van de stress-respons)
Wat is de functie van piekeren?
- Piekeren wordt ontlokt door het gevoel van potentieel gevaar in de omgeving
- Piekeren:
o Voorbereiden op gevaar
o Cognitieve oriëntatie
o Probleemoplossing (meta-cognitie)
o Verbaal (niet-visueel)
o Minder autonome arousal
Geef de invloed van angst volgens klinische observatie.
- Veel menselijke problemen zijn te herleiden tot of hebben een angstcomponent
- Angst voor anderen
- Angst voor eenzaamheid
- Angst voor confrontatie met pijn
- Bijv: Agressieprobleem / Alcoholprobleem
- Transdiagnostisch kenmerk
- Let op: Angst signaleert waarde en betekenis
- Angst gaat vaak vooraf aan andere mentale stoornissen:
o Bijv. 62% van depressie wordt voorafgegaan door andere stoornissen waarvan 68% angststoornissen - Angststoornissen gaan vaak vooraf aan eetstoornissen (anorexia 75%, boulimia 88%)
- Fobieën gaan vaak middelenafhankelijkheid vooraf
- Kwetsbaarheid
Hoe hangt angst samen met ontwikkeling?
- Normale vs. Pathologische angst
- Ontwikkelingsspecifieke angsten:
o 0-4 = lawaai, vreemden, separatie, dieren, nacht
o 5-6 = boeven, spoken, verlating
o 6-11= anticipatie gebeurtenissen
o 11-12 = sociale angst - Ontwikkeling: Inschatten van gevaar
- Vroege verschillen: Reactie op nieuwe prikkels => Behavioural inhibition/Geremdheid (temperament)
Hoe is de ethiologie van angst?
- Algemene kwetsbaarheidsfactoren => emotionele stoornissen
o Negatief affect / Neuroticisme
o Hoge emotionele reactiviteit /
o Beperkte emotieregulatie - Angst-gerelateerde processen => expressie van angst
o Hypervigilantie
o Angstige overtuigingen
o Vermijdingsgedrag - Angst-specifieke processen => differentiatie angststoornissen
o Leergeschiedenis
o Biologische aspecten
Hoe is de genetica bij angststoornissen?
**Tweelingonderzoek:
* 20-40% overerving bij fobieën, GAS en PTSS
* 50% oververing bij paniekstoornis
* Stoornisspecifieke en algemene genetische riscofactoren
Geef de negatieve affecten van angstdispositie.
- Generisch predictie modellen van angst:
- Bepaalde persoonlijkheidstrekken of temperament vormen een predisponerende factor voor het ontwikkelen van angststoornissen
- Biologische basis van persoonlijkheid:
o Eysenck (1967): Neuroticisme & Extraversie
o Gray (1987): Behavioral inhibition/activation
o Spielberger: Trait anxiety
Welke persoonlijkheidsonderzoeken zijn er naar angst?
- Trait anxiety (Spielberger)
- Tripartite model
- Ontwikkelingsperspectief (e.g., Rothbart): Zelfregulatie
- Cruciale rol van de ouders: