Les 3, deel 4/8 Flashcards
Theoretische visies
Wat weten we zeker over het ontstaan van parafilieën?
Dat er geen single factor (bv: seksuele opwinding, hormonen, cognitieve distorsies en alcoholgebruik) naar voren te schuiven is die ‘alleen’ verantwoordelijk zou zijn of ten grondslag ligt aan het ontstaan van parafilieën, parafiele stoornissen, hyperseksualiteit en hyperseksuele stoornissen.
Het aanwijzen van single risicofactoren is ook af te raden
Wat lijkt wel een rol te spelen in het ontstaan van parafilieën?
Problemen of afwijkingen in de seksuele opwinding
Bestaat echter nog weinig zicht op hoe dat precies werkt
Welke twee soorten disciplines zijn er (voor de benadering van parafilieën)?
Psychologische theorieën en biologische theorieën
Welke twee perspectieven zijn er voor de benadering van parafilieën?
Pathologische zienswijze en de normaliteitstheorieën
Welke 4 theoretische visies vallen onder psychologische theorieën met een pathologische zienswijse?
- P: onbewust coping mechanisme
- ‘Foutieve’ seksuele orientatie ontwikkeling
- Verstoorde love-map ontwikkeling
- Courtship disorder
Welke 2 theoretische visies vallen onder de biologische theorieën met een pathologische zienswijze?
- Defect- en ontregeling
- Neveneffecten
Welke theoretische visie valt onder psychologische theorieën met normaliteitstheorieën?
Zelf- en identiteitsvorming en regulering
Welke theoretische valt onder biologische theorieën met normaliteitstheorieën?
Sociobiologische en evolutionaire theorieën