Les 2, deel 4/5 Flashcards

1
Q

Wat stelde Blanchard voor rondom de classificatie van pedofiele stoornis?

A

Hij stelde 3 subtypes pedofiele stoornis voor:
1. Seksueel aangetrokken tot kinderen jonger dan 11 jaar (pedofiele type)
2. Seksueel aangetrokken tot kinderen tussen 11 en 14 jaar (hebefiele type)
3. Seksueel aangetrokken tot beiden (pedohebefilie type)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Om welke twee redenen zou er volgens Blanchard een scheidingslijn moeten liggen tussen individuen met tannerstadia 3 en 4?

A
  1. Pedohebefilie komt frequent voor, zodat pedofilie en hebefilie verwante fenomenen zijn
  2. Kinderen in tannerstadia 2 en 3 zien er heel anders uit dan bijna volwassen mensen

In pptx staat 2/3 maar vermoed dat t eig 3/4 moet zijn, not sure tho

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft de DSM-5 gedaan met het voorstel van Blanchard?

A

Heeft dit voorstel niet geaccepteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent ‘concatenation’?

A

Aaneenschakeling lijst van parafilieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt bedoeld met ‘concatenation’ vs ‘exclusion’? + waar gaat dit over

A

Hoe bouwen we de lijst met parafilieën op?
Werken we met een lijst van parafilieën (concatenation) of definiëren we wat we als ‘normaal’ zien en alles wat daar niet onder valt zien we als parafilie (alles wat niet normofiel is; exclusion)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn algemene opmerkingen over DSM-5 t.o.v. voorgaande versies van de DSM? (5, toevoegingen of dingen die juist zijn weggehaald)

A
  • Geen assen meer
  • Geen GAF-scores meer (General Assessment of Functioning, score op 100)
  • Criteria: ernst vd stoornis (mild, matig, ernstig, extreem)
  • Beschrijvende kenmerken (bv in een gereguleerde omgeving)
  • Beloop (bv. volledig in remissie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly