Les 2 Flashcards

1
Q

Ward

A

We hebben 10 zintuigen, elk zintuig heeft een reeks receptoren waarvan prikkels in een apart hersendeel worden verwerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zintuigen van Ward

A

Zien, horen, geur, smaak, tast, pijn, temperatuur, evenwicht, positie en beweging, interne sensaties bv honger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gewaarwording vs waarneming

A

Bij gewaarwording weet je dat er iets is. Bij waarneming weet je wat het is en kun je het onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bovenste laag van de retina

A

Ganglioncellen, cellen voor de oogzenuw, 1 miljoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Middelste laag oogcellen

A

Horizontale cellen, bipolaire cellen, amacriene cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderste laag oogcellen

A

Visuele receptoren, 127 miljoen. Staafjes 120 mil en kegeltjes 7 mil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fovea

A

Vroeger gele vlek. Punt met veruit de meeste kegeltjes. Hier zien we scherp. 3 mm^2 en gebruikt 80% van v1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Blinde vlek

A

Hier lopen de oogzenuwen naar het brein, foutje van evolutie. Geen kegeltjes of staafjes. Omdat je ze aan beide kanten hebt heffen ze elkaar op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ganglion cellen

A

Werken als donuts, center on surround off of center off surround on. Dit om te zorgen dat je overgangen goed kunt zien. Kleurverschil wordt hierdoor overdreven waardoor je mach bands of hermann grid kunt zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hetmann grid

A

Optische illusie waar hrt lijkt of er telkens grijze puntjes op de kruisingen zijn. Dit heeft te maken met de donuts. Soms valt er een grotere hoeveelheid wit op het surround stuk van de donut (op een kruising) waardoor hij een ander signaal terug geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chaisma opticum

A

Het stuk waar beide nasale delen kruisen. Mocht hier druk op komen te staan krijg je tunnelvisie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Corpus geniculatum laterale

A

Bollen waar alles vanuit het linker (of rechter) gezichtsveld verwerkt wordt. Licht achter het chaisma opticum. Bijna alle zintuigen lopen hierdoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Primaire visuele cortex

A

Ook wel v1. Bestaat uit 6 lagen, 100 mil cellen. Retinotope organisatie. Reageren allen op lijnen onder een bepaalde hoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Retinotope organisatie

A

Wat in de retina langs elkaar ligt doet dat ook in v1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Huben en Wiesel

A

Aan de hand van een kat onderzocht dat v1 reageert op lijnen onder een bepaalde hoek. Omdat cellen dan vuren bouwen we het beeld op van bv een huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Operationaliseren

A

Iets meetbaar maken

17
Q

Operationaliseren

A

Iets meetbaar maken

18
Q

Onafhankelijke variabele

A

Hetgeen wat jij instelt (rambo of bambi)

19
Q

Onafhankelijke variabele

A

Hetgeen wat jij instelt (rambo of bambi)

20
Q

Afhankelijke variabele

A

Hetgeen wat je meet (agressie)

21
Q

2 soorten kritiek op experimenteel onderzoek

A

Interne en externe validiteit

22
Q

Interne validiteit

A

Wordt het verschil wel veroorzaakt door het verschil in onafhankelijke variabelen? Ijsverkoop en verdrinkingen

23
Q

Externe validiteit

A

Zijn de resultsten te generaliseren naar de externe wereld

24
Q

2 typen variabelen

A

Controle variabelen en persoonsvariabelen