Les 14 Flashcards
Liguïstische relativiteit
Kleurperceptie (nol en wor en groen en blauw)
Tijd (horizontaal of verticaal)
Ruimte (voor en achter of noord en zuid)
Linguïstisch determinisme
Inuits hebben meer woorden voor sneeuw en kunnen de soorte ook beter onderscheiden
Taken frontale cortex
Onderdrukking van gedrag
Herbeoordeling
Aandacht selectief richten
Werkgeheugen afleiden
Toneelspel (duchenne smile)
6 emoties
Droefheid
Blijheid
Angst
Woede
Verassing
Walging
James Lange theorie
Een evaluatie van een stimulus zorgt voor een lichamelijke respons wat zorgt voor een ervaring van een emotie
Cannon Bard theorie
Een evaluatie van een stimulus zorgt voor zowel een lichamelijke respons als een ervaring van een emotie
Lazarus theorie
Evaluatie van een stimulus zorgt voor de ervaring van een emotie en zorgt weer coor een lichamelijke reactie
Tweefactortheorie
Fysiologische reactie wordt verklaard adhv info uit de omgeving (vakantieliefde)
Functies van emotie
Overleven
Communicatie
Helpt denken
Dimensies van emotie
High arousal vs low arousal en negatief vs positief. Is als een schema
Leugendetector
Kritische vragen (heb je hem vermoord)
Guilty knowledge (ken je een van deze wapens)
Invloed emotie op cognitie
Aandacht: spin krijgt voorrang op bloem
Perceptie: orientatie van lijnen gaat beter na bang gezicht
Geheugen: emotionele stimuli worden beter gecodeerd
Invloed van cognitie op emotie
- Onderdrukking
- Herbeoordeling
- Aandacht selectief richten
- Taak die werkgeheugen belast
- Toneelspelen
Secundaire emoties
Emoties die alleen bij mensen voorkomen en cultureel bepaald zijn
Coolidge effect
Mannen vinden na seks een nieuwe vrouw sneller aantrekkelijk