Leefklimaat Flashcards

1
Q

Wat kunnen we zeggen over het biopsychosociaal model?

A

Biologische en psychologisch factoren zijn belangrijk, maar het zijn de speciale oorzaken die het belangrijkst zijn. De biologische oorzaken werken langer doorheen het leven. Sommige kinderen zijn meer weerbaar dan andere.

Negatieve jeugdervaring: ze maken je verder kwetsbaar voor stress, angst en trauma. = ACE (Adverse Childhood Experience) ; bij meeste kinderen komen de problemen pas in de adolescentie.

Gevolg van ACE: Stagnatie van cognitieve ontwikkeling en als je al een licht verstandelijke beperking hebt dan werkt het niet mee, we zien ook een stagnatie van sociaal-emotionele ontwikkeling (door perinatale problematieken of door ACE), ook in persoonsontwikkeling zien we een stagnatie.

Onze maatschappij is heel cognitief ingesteld, de nadruk op prestatie is leuk voor mensen die slim zijn maar voor mensen die een achterstand hebben in cognitieve ontwikkeling is dat niet zo leuk.

Persoonsontwikkeling: veld die aan het veranderen is, vroeger dachten we dat als het ontwikkeld was dat het heel je leven bij je bleef en als je een probleem hebt dat je dan een vaste persoonlijkheidsstoornis had. Maar de persoonsontwikkeling gaat heel je leven door.
Tesera model: persoonsontwikkeling kan vooruitgaan maar ook achteruitgaan
Kinderen met sociaal lage ontwikkeling hebben moeite met competitie, accepteren van autoriteit, in het nadeel zijn van hun leeftijdsgenootjes, vragen om hulp
Persoonsontwikkeling gaat vaak over het maken van keuzes en zingeving, wanneer je dat niet hebt dan betekent het voor jongens dat je makkelijk beïnvloedbaar bent. Meisjes zijn daardoor kwetsbaar en kunnen sneller misbruikt worden.
Cognitieve sociale en emotionele persoonsontwikkeling zijn belangrijke doelen om naar te streven, niet streven naar genezen maar naar ontwikkelen.

Daarop volgen gedragsproblemen: internaliserend (negatieve emotionaliteit) en externaliserend
- op vlak van school, werk, relaties en moreel kompas (geweten en empathie)
- De kinderen worden submissief (slachtoffer) of agressief (dader) = pain based
Kinderen kunnen zowel dader als slachtoffer zijn, we zien vaak daderkant maar niet slachtofferkant.

Zo komen we tot de zelfdeterminatie theorie: verbondenheid, competentie en autonomie staan hier centraal. Dit uit zich in het leef- en leerklimaat ondezoek (+ werkklimaatonderzoek)

Meer dan de helft van de populatie in de VS heeft een negatieve jeugdervaring achter de rug ( emotionele, fysieke, verbale en seksueel misbruik, huiselijk geweld, gescheiden ouders, geestesziekte… Dat zorgt voor veel risico’s op drank en drugs. Door verandering in het stresssysteem zijn ze gevoeliger voor verslaving. Negatieve jeugdervaringen tussen de 26 en 30 procent verklaren latere psychiatrische problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het gevolg van de gedragsproblemen?

A

Vaak verschuilen angst, trauma en ptss zich achter een DSM diagnose
Grootschalig onderzoek van Wolf en Baglivio Uit 2017 laat zien dat onder externaliserend gedrag negatieve emotionaliteit en pijn (Anglin 2004) schuil gaat (Wolf, K.T. & Baglivio, M.T. (2017). Adverse childhood experiences, negative emotionality and pathways to juvenile recidivism. Crime and Delinquency 1495-1521.
Daar houden we onvoldoende rekening mee terwijl traumatherapie meteen zou moeten beginnen om stressensibilisatie verder te voorkomen (Bremner, 2006)
Maar ook persoonsverandering (negatieve emotionaliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is de DSM bruikbaar in forensisch justitiële context?

A

In de forensisch-justitiele sector is een DSM diagnose onvoldoende betrouwbaar en valide om beslissingen op te baseren (vd. Kolk, 2014), toch gebeurt dat standaard!
Recent onderzoek laat zien dat bijvoorbeeld schizofrenie als veel gevaarlijker wordt ingeschat dan andere diagnoses (terwijl dat niet het geval is) en bovendien gedrag in een psychose erg kan lijken op PTSS

We houden onvoldoende rekening met de pijn en angst, we missen de oorzaak van de problematiek. Dan krijgen kinderen geen trauma therapie die ze zouden moeten krijgen. Vroeger dacht men dat de kinderen eerst moesten gestabiliseerd worden voordat ze intensieve trauma behandeling krijgen. Maar het is eigenlijk omgekeerd en dat doen ze nu.

Justitieel gebruik: DSM is onvoldoende valide maar toch het gebeurt dat in Nederlandse standaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen proactief en reactief agressief gedrag?

A

Proactief agressief gedrag is ‘koud en berekenend’ (Hitler, Stalin, Pol Pot) en komt voort uit type 2 denken, belangen en haat. Proactief aggressief gedrag levert vaak voordeel op (Holleeder, Taghi). Dat is moeilijk te beinvloeden.
Reactief agressief gedrag is vaak ‘warm’- type 1 denken en sociaal bepaald (sociale nadeelsituaties) en komt voort uit angst (niet haat!)
Veel agressief gedrag is reactief, levert iha alleen verliezers op en komt voort uit trauma en angst (Wrangham, 2019), traumareacties kunnen we beinvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het gevolg van stigma op schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen?

A

Het maatschappelijk stigma en het zelf-stigma hebben aantoonbaar een negatieve uitwerking op de strafmaat (Fazel, 2009; Louden & Skeem, 2007) en op het gedrag van het individu (Dings 2020).
Dit komt doordat sommige DSM diagnoses verbonden zijn met de perceptie van controleerbaarheid en gevaarlijkheid (attributietheorie, Corrigan, 2003)
En de denkfout van associatieve coherentie (iemand die iets heel slechts heeft gedaan moet ook wel een heel zware ziekte hebben en daardoor heel gevaarlijk zijn) vertroebelen de diagnose en kunnen bij rechters en deskundigen onbewust leiden tot een zwaardere strafmaat (Berryessa & Wohlstetter, 2019)

Kinderen met PTSS hebben al een grote kwetsbaarheid uit negatieve jeugdervaringen en depressie. We weten dat die kwetsbaarheid leidt tot misbruik en dat dit samen met verkrachting het meest zorgt voor PTSS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer wordt trauma PTSD/PTSS?

A

Historie van angstproblemen en depressie (Copeland et al., 2007): (diathesis) kwetsbaarheid-stress theorie (Morrisson, 2008)
Verkrachting en seksueel misbruik grootste risico PTSS (Bicanic, 2016; Bremner, 2006) samen met revictimisatie
Allostatic load (Mc Farlane, 2010), Delayed onset en vaak: Complexe PTSS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan je vertellen over het kwetsbaarheid stress model?

A

Stress heeft een uitwerking op de gezondheid van een persoon en daaropvolgend ook op de draagkracht van de persoon. Hoe hoger de stress, hoe lager de gezondheid, hoe lager de draagkracht en hoe groter de kwetsbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het gevolg van het kwetsbaarheid stress model?

A

Falen van emotie-regulatie en verlies van jezelf. Gebeurtenis triggert emotionele respons (sympatisch zenuwstelsen-gaspedaal) en veroorzaakt actie die respons normaal uitdooft
Maar wanneer actie niet kan (hulpeloosheid) krijg je geconditioneerde angst en/of een verdedigingsstrategie, negatieve gedachten (Negative Self Referential Processing) en een gedysreguleerde affectieve staat met negatieve emotionaliteit.
Gevolgen: ptss

Het is belangrijk dat we er snel bij zijn met trauma therapie, als er te lang mee gewacht wordt zal de PTSS zich meer ontwikkelen en gaat het mis op lange termijn.

Volgens recent onderzoek gaat toxische stress een invloed hebben op de ontwikkeling van het zenuwstelsel en op de groei van de delen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor de planning, problemen oplossen en zelfregulatie van de emoties en het gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat hindert stress en angst?

A
Sociaal leren
Plannen
Cooperatie
Cultuur en creativiteit
Nieuwsgierigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is herbeleving?

A

Bij herbeleving lijkt het alsof je de traumatische gebeurtenis opnieuw meemaakt. Je ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals toen het gebeurde.
Je hebt nachtmerries en slaapt onrustig.
Je hebt herinneringen aan de gebeurtenis die steeds weer terugkomen.
Wanneer je aan de gebeurtenis denkt, krijg je hartkloppingen, ga je trillen en zweten en kun je niet goed meer ademhalen. Je voelt je verlamd van angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is vermijding?

A

Bij vermijding ga je alles uit de weg wat aan de traumatische gebeurtenis doet denken. Zo bescherm je jezelf tegen de heftige emoties. Je ‘vergeet’ de hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit. Dit heet verdringing.
Je voelt soms helemaal niets meer en doet alles op de automatische piloot.
Je ontkent wat er is gebeurd en vlucht ervoor weg door bijvoorbeeld keihard te werken veelte sporten of veel te drinken.
Je wilt niet praten over wat er is gebeurd en sluit je af voor de mensen om je heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is negatieve emotionaliteit?

A

Je voelt je voortdurend gespannen en ‘opgefokt’.
Je kan niet tegen kritiek, je bent wantrouwend
Je verliest snel je geduld (Hap!-reactieve agressie) en bent snel boos.
Je hebt last van plotselinge huilbuien.
Je schrikt snel en bent overgevoelig voor elke onverwachte situatie of gebeurtenis.
Je zoekt gevaarlijke situaties op; je gaat bijvoorbeeld veel te hard rijden.
Je gebruikt verdovende middelen zoals drugs en alcohol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is persoonsontwikkeling?

A

Je bent somber, vindt niets leuk of interessant.
Je voelt je schuldig aan het gebeurde en maakt jezelf verwijten: ‘Dan had ik maar niet…’
Je voelt je minderwaardig.
Je kunt je slecht concentreren.
Je bent doodmoe, maar kunt toch moeilijk inslapen of doorslapen.

Gevolgen voor relaties, school en werk en geweten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het ergste gevolg van een negatieve persoonsontwikkeling, negatieve emotionaliteit, vermijding en herbeleving?

A

Je gevoel lijkt verdoofd (alexithymie)-vandaar spanning opzoeken
Herbelevingen komen steeds vaker, soms tot 5x per nacht
Soms lijk je iemand anders je raakt jezelf kwijt (depersonalisatie)
Je kan tijd kwijtraken (dissociatie)
Je kan geheugen kwijtraken
Je kan gaan snijden of ophouden met eten (anorexia)
Plotselinge paniekaanvallen (PNEA) waar je je vaak niks meer van herinnert
Je haat jezelf en wil dood

Zorg voor kinderen met anorexia: we zien dat eten en dun worden niet het probleem zijn. Het komt van trauma. De huidige zorg voor kinderen met anorexia begint met aankomen en eindigt daarmee en dan zegt men dat ze genezen zijn terwijl ze het onderliggende trauma niet hebben aangepakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het probleem bij trauma?

A

Wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven. Kinderen die getraumatiseerd zijn zoeken omgevingen op waar ze het trauma gaan herbeleven omdat ze het kennen. Ze vinden zichzelf niks waard, komen in aanraking met verkeerde mannen enz…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de oorzaak van de PTSS?

A

Hoofdoorzaak: hulpeloosheid en afhankelijkheid. Wanneer je niet meer weg kan (hulpeloosheid die vecht-vluchtreacties blokkeert met als gevolg verstijven) en wanneer herbelevingen je wereld kleuren en je verstrikt raakt in angst (stress). Het emotionele brein (limisch systeem en amygdalae)wordt hyperreactief en blijft alarmsignalen sturen
PTSS ontwikkeld zich daarom in de tijd en slachtoffers herhalen hun trauma (re-enactment)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er bij het stresssysteem in de hersenen en het lichaam volgens Le Doux?

A

Wanneer je verstijfd gaan de controlecentra (de ‘berijder’) van de hersenen op slot en slaat het emotiecentrum (het ‘paard’) op hol en drukt het gaspedaal in
De controlecentra (rempedaal) zijn de mediale en dorsolaterale prefrontale cortex (voorste gedeelte van de hersenen en meest recent ontwikkeld): de ‘berijder’ (= ‘het Zelf’).
Het paard is het emotionele (krokodillen) brein: limbisch systeem, hersenstam en Amygdalae

Gevolg op hol geslagen paard: continu op het gaspedaal, drank drugs en risico’s nemen (criminaliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe begint PTSS?

A
Delayed onset: door voortdurende triggers (oude pijn). Begint vaak met subklinische symptomen (nachtmerries, flashbacks etc.) door noradrenaline activatie locus coeruleus (Mitchell, 2016)
Dan progressieve sympatische activatie autonoom (sympatisch)zenuwestelsel met verdere omgevingsstress of revictimisatie (Buss)
Extinctie faalt (hyperreactiveit Amygdalae en onderactiviteit PFC), allostatic load neemt toe
Fysiologische dysregulatie en somatisatie. Dit op het niveau van de hersenen weten we al lang uit onderzoek maar in de praktijk doen we er nog niets mee.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Geef voorbeelden van revictimisatie

A

Buss & Duntly: 2008, exploitability kwetsbare kinderen
Sakaguchi et al (2006), mannen hebben een radar voor kwetsbare meisjes
Self silencing (van der Helm, 2019), lange termijn consequenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er op fysiologisch vlak?

A

Sympatische activatie van HPA as (sympatisch adrenal-medullair systeem) tegenhanger serotonine systeem.

  • Bloeddruk, hartproblemen
  • Glucocorticoiden (immuunsysteem) diabetes, vetzucht, kanker, depressie
  • Darmproblemen, vermoeidheid, pijn en fybromyalgie,
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het systeem 1 en systeem 2 denken volgens Le Doux?

A

Systeem 1 = het paard, alarmsysteem in het lichaam (stressrespons in de HPA-as), snel denken (globaal info verwerken en grote stappen snel thuis) reageren met als nadeel veel denkfouten
Systeem 2 = de berijder, langzaam, kost energie maar preciezer

Goed nadenken voor je een stap zet = systeem 2

Systeem 1= denken is snel maar veel fouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Aan wat is PTSS gekoppeld?

A

Aan de stress HPA-as:
Hoeveelheid angst en fear conditioning response is afhankelijk van genen (Comt gen!), temperament en de omgeving.
Bij PTSS kan de cortisolresponse voor stress niet meer gestopt worden (verhoogd CRF, ACTH en cortisol)
Noradrenaline is gekoppeld aan slechter slapen en nachtmerries
Op langere termijn verlaagd cortisolgehalte met juist overreactie bij triggers: disregulatie HPA-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is klimaat-stress?

A

Bij een aversieve omgeving meer stress en een verschuiving van de HPA-as (Popma & Raine, 2007). Productie Adrenalise, noradrenaline (snel) en cortisol (langzaam).
Gevolg: minder gevoelig voor angst/straf meer gevoelig voor beloning (dopamine)
Minder sociaal
Maar: in een beter klimaat neurogenese hippocampus (geheugen en zelf komen terug) en stressinoculatie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke hersenhormonen worden door stresshormonen beïnvloed?

A

Serotonine (dag-nacht ritme) & oxytocine (toenadering), worden minder, gelinked aan verwaarlozing
Dopamine (beloning en verslaving) en testosteron (om. dominatie), worden meer gelinked aan misbruik

Gevolg: schade aan neuronen hippocampus (CA3 zone), kleinere hippocampus met problemen in het verbale declaratieve geheugen (maar niet visueel!)en problemen met leren (Bremner, 2006)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat bedoelt men met inhibitie van de controlecentra door het emotionele brein en stresshormonen?

A

Ook inhibitie rechterhersenhelft (nadenken-Systeem 2 denken) en activatie linker helft (actie! Systeem 1 denken) verlies agency
inhibitie voorste en achterste cingulate netwerken en insula (rust en controle-default network sense of self)
Inhibitie Thalamus (integratie zelf en integratie tijd)
Inhibitie Broca en Brodman 19 (spraak)
Door elkaar husselen visuele cortex en geheugencentrum (hippocampus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de gevolgen voor het systeem 2 denken?

A
  • Geheugen (minder), soms totaal geheugenverlies of gefragmenteerd geheugen en fragmentatie Zelf (identiteitsverlies)
  • Executieve functies (minder) zoals aandacht en concentratie en reflectie (school!) en toekomst: gestrand in het heden, de dag doorkomen
  • Impulsiviteit, risicovol gedrag, hyperactiviteit en hyperalertheid (startle response) en gevoeligheid (meer)
27
Q

Wat zijn nog gevolgen om te kunnen vechten of vluchten?

A
  • Slaap (geremd)
  • Eetlust (geremd) eetproblemen en spugen!
  • Motivatie (minder) leren (minder)
  • Spel en nieuwsgierigheid (minder)
  • Sociale contacten, en correctie door anderen(minder)
  • Gevoeligheid prikkels (meer): verslaving, risico-gedrag, gebrek zelfbescherming, chronische masturbatie
  • Zelfbeschadiging, suicide
  • Gevoel (minder) Alexithymie
  • Niet herkennen in de spiegel/verdraait zelfbeeld (anorexia)
28
Q

Wat zijn de gevolgen van het op hol geslagen paard volgens Le Doux?

A

Systeem 1 denken door activatie Dorsaal Vagus Systeem in hele lichaam en autonome orthosympatische zenuwstelsel (vechten-vluchten)

Herbelevingen (tijd gehusseld) en sensore overbelasting
Fanatieke activiteiten om paard rustig te houden
Verlies agency en Interne Locus of Control
Depersonalisatie en dissociatie (freeze reactie Thalamus!)
Herhaling trauma door risicogedrag middelengebruik en verlies gevoel en verlies Zelf

29
Q

Volgens Damasio verliezen we onszelf soms door ons brein te gebruiken, leg uit.

A
Emoties veranderen de bedrading van onze hersenen
Maar ook ons lichaam en gevoel:
Fybromyalgie
Chronische pijn
Migraine
Digestieve problemen
Spastisch colon en darmverkleving
Chronische vermoeidheid
Asthma
Hartproblemen
Vetzucht of anorexia
30
Q

Wat is de invloed van de eerste 1000 dagen van het leven?

A

Perinataal trauma
Vaak ouderlijk trauma: intergenerationele probleemoverdracht (epigenetische transmissie)
Gebrekkige afstemming ouder- kind,maternal disengagement = dissociatie kind, verwaarlozing grootste impact (van Spinhoven, Karlen et al., Lyons-Ruth)
Von Munchausen by proxy
Gevolg: zelfhaat, child abuse acommodation syndrome, self silencing, snijden, eetproblemen

31
Q

Waarom is anorexia geen eetstoornis maar een eetprobleem?

A
Accommodatie pijn (copingreactie) en activatie sympatisch zenuwstelsel (gaspedaal) door stress
Wesselius et al, 2020: Wesselius, H, Bosch, I., van Hastenberg, L., Simons, J., Kuiper, C. & van der Helm, P. (2020). A new perspective on extreme recurring anorexia and its treatment: a preliminary study. Journal of prenatal and perinatal psychology and health, 34-5, 369-393.
32
Q

Leg uit waarom een enkele behandelmethoden maar Max voor 20% werkt.

A

Uitleg effectiviteit:
Individuele interventies zeer beperkt effect op verandering in gedrag (Weisz, et al., 2013). Effectiviteit is niet meer dan 20% en vasthouden op langer termijn is te beperkt. We hebben nu 237 erkende interventies bij het NJI
Een goed leefklimaat is ook behandelen: Een groot deel van de tijd brengen de jongeren door in de groep waar zij wonen met andere jongeren. Daar hebben zij ook te maken met begeleiders die een kwalitatief goed pedagogisch klimaat dienen te scheppen waardoor het welzijn en de ontwikkeling van deze jongeren bevorderd worden. Sterker nog een behandeling kan niet effectief zijn als een veilig en stabiel klimaat ontbreekt. Een pedagogisch stabiel leefklimaat is de basis voor het uitvoeren van groep gerichte behandelmethodes, zoals beschreven in het behandelmodel van (Kok,1973; kok, 2003 in Van der Helm, 2017) (zie figuur 1).
Generaliseren van vaardigheden naar alledaags leven bij LVB jongeren is beperkt. Daarom behandelen in het alledaagse leven.
Peer van der Helm stelde in zijn lectorale reden: Project P’ voor (P=pedagogiek) Hiermee doelde hij op herwaardering van de (ortho) pedagogiek. Voor mij is dit een herwaardering van het groepswerk. 
Voorbeeld; sollicitant werkte binnen de langdurige zorg (SPH opleiding). Ik heb nog nooit behandeld dat kan ik ook niet ik ben geen psycholoog of heb niet daarvoor doorgeleerd. Ik geef geen therapie ofzo. De algemene opinie behandelen = therapie. Nee behandelen doen wij in het alledaagse leven. Want we weten gedragsproblemen ontstaan in sociale interactie (dus ook oefenen in sociale interactie), ze kunnen beperkt generaliseren.

De basis is het leefklimaat ( 1E graad strategie) = het scheppen en in stand houden van een leefmilieu (statisch en dynamisch) waarin cliënten zich kunnen handhaven en ontwikkelen.

Leefklimaat: ondersteuning, groei, sfeer:
Dagstructuur
Groepsactiviteiten (sport- en spelavonden)
Activiteiten
Meten leefklimaat d.m.v. leefklimaatonderzoek

Daarop volgt een algemeen 2e graad strategie = groepsgerichte behandeling/ begeleiding.

Groepsgerichte behandeling:
ABA
TEACH
Groepsfysio, -ergo & -logopedie
Competentiegericht werken 
Systeemgericht werken
Geweldloos verzet 

Tenslotte hebben we een 3E graad strategie, de individuele behandeling.

Individuele behandeling:
Doelen 
Ik volg je
ABA
Therapieën:
Systeembehandeling/ begeleiding (maatschappelijk werk)

33
Q

Wat zie je als je verschillende trauma’s vergelijkt?

A

Vergeleken met rampen/ongelukken zijn verwaarlozing en misbruik veel erger (kind is alleen en kan geenhulp vragen)
Veel Aces en overplaatsingen (breuk alliantie)
Nog meer zelfhaat, hypervigilantie, zelfbeschadiging, risicogedrag en complexe PTSS.
Felitti: van nul naar 6 ACES vergroting risico suicide 33% en verkrachting 60% (normaal 20%)
Revictimisatie hoog (re-enactment trauma)
Straffen helpt niet!

34
Q

Wat zijn de gevolgen van het afzonderen voor leefklimaat, sociale contacten, slaap en herbeleving ten opzichte van PTSS?

A

Consistent with hypotheses, supportive ties were positively related to sleep quality, while aversive ties predicted worse sleep quality; associations that were primarily seen for close relationships. Ambivalent and indifferent ties were not significant predictors of sleep quality. Importantly, depression was found to mediate the link between relationship quality and sleep quality.
Gebrek aan sociale contacten = stress (noradrenaline)
Productie noradrenalise is geassocieerd met herbelevingen en nachtmerries (Southwick, 1999)
Locus coeruleus centraal in noradrenerg slaapsysteem (Mitschell & Weinschenker, 2011)

35
Q

Waarom mag je niet separeren en fixeren?

A

Bevordert aantoonbaar PTSS door vergroting hulpeloosheid en terug naar oude realiteit (hulpeloosheid) en nachtmerries/herbelevingen
vastpakken/fixeren = herbeleven en dissocieren; PNEA (dissociatieve paniekaanvallen)
Eenzaamheid/niets te doen = stress, nachtmerries
Vernedering tast zelfbeeld verder aan (gedwongen uitkleden door mannen en visitatie)
Verlies verbondenheid, competentie en autonomie
Proefschrift Jesse Meijer 2019 (Prison Brain) schade komt al na een half jaar bovenop PTSS: cognitieve, sociaal emotionele achteruitgang en verlies persoonsvorming: verminderde executieve functies, moeite hebben met concentreren, last hebben van hoofd- en bijzaken te onderscheiden en leven om de dag door te komen.

36
Q

Waarom brengt afzonderen en dwang schade aan het leefklimaat?

A

Al heel snel onherstelbare schade, cognitief, sociaal-emotioneel en persoonsvorming (Tessera model)!

Ontwikkeling negatieve emotionaliteit door mental defeat.

En zet werkalliantie op achterstand (negatieve transactionele processen)

Maar ook: voor ‘kameruurtje’, einde dag en afzondering op kamer zijn geen wetenschappelijke argumenten voor
‘prikkelarm’ en veiligheidskaart zijn excuustruus voor personeelstekort en handelingsverlegenheid

fixatie & separatie als trauma bevorderen PTSS door mental defeat en hulpeloosheid.

37
Q

Wat is het gevolg van plotselinge overplaatsing naar positief klimaat:

A
Angst weg (van 9 naar 2)
Geen reactieve agressie meer
Sociaal leren
Cooperatie met mw en andere jongeren
Creativiteit
Eetproblemen/spugen weg/geen automutilatie meer/
38
Q

Wat houdt zelfmanagement in?

A
  • CGT (hier en nu)helpt meestal niet
  • Extinctie soms
  • Internal family systems therapy voor dissociatie
  • Schematherapie of Dialectische gedragstherapie wel
  • Reorganisatie Zelf en Memory Reconsolidation (Nader 2010; Ecker 2012): Emotieregulatietherapie (Renna 2017)
  • Neurofeedback
  • Yoga
  • Hulphond
  • Opleiding volgen en gewone leven (contact)
39
Q

Wat is de cyclus van klimaat, motivatie en emotieregulatie?

A

Het contextuele leren zorgt voor een flexibel responderen aan simultane risico’s en beloningscontext = toenadering-vermijding conflict tegengaan
= via blootstelling aan het experiëntiele (huiswerk rond een gewaardeerde actie)

Hierdoor krijg je meer motivatie door het veiligheidssysteem en beloningssysteem.
= via awareness skills training (psychoeducatie rond motivatie en emoties)

Zo ga je beginnen van minder uitgebreid reguleren (aandacht) naar uitgebreid reguleren (cognitie)
= via regulatie skills training (mindfulness van de sensaties)

40
Q

Helpen geneesmiddelen?

A

Voorbeelden zijn antipsychotica Seroquel, Aripropazol, maar ook SSRI’s als Prozac (fluoxetine) (medisch model), ze verhogen het dopamine of serotoninegehalte in de hersenen maar:
Zijn niet heel effectief
Bijwerkingen zoals affectverlies, aankomen en suicide (Dopamine Supersensitiviteitssyndroom)

41
Q

Op welke manier belemmeren geneesmiddelen zelfmanagement?

A
  • Remmen niet alleen het paard maar ook de berijder! Verlies van zelfmanagement
  • Nadelen: nog meer verlies van gevoel en sufheid
  • Verlies sociale afstemming
  • Verlies nieuwsgierigheid en creativiteit
  • Verlies herstelmogelijkheden
  • Verlies leervermogen
42
Q

Welke vragen stel je tijdens een verklarende probleemanalyse?

A

Wat is er gebeurd?
Wat is je kwetsbaarheid en weerbaarheid?
Waar wil je naar toe?
Wat is daar voor nodig?

Eventueel aangevuld met een Functionele en Betekenisanalyse

Door te vragen wat er gebeurd is, krijg je zicht op het trauma en de persoonsontwikkeling van het gedrag op cognitief en sociaal-emotioneel niveau. Dan kan je zien of er sprake is van een psychopathologie of een prevalentie en preventie (schade) = risicotaxatie. Zo krijg je zicht op de kwetsbaarheid en de weerbaarheid. Door dan te kijken waar ze naar toe willen, wat de kracht is en wat ze nodig hebben kan je zorgen voor een evenwicht in pedagogisch klimaat en de begeleiding om zo te komen tot een behandeling

43
Q

Hoe maak je een functie- en betekenisanalyse?

A

Functieanalyse van gedrag: wat is er gebeurd (Sd, discriminatieve stimulus) en wat was de reaktie (Respons) en de cognitieve representatie van de bekrachtiger (Sr).
Betekenisanalyse die voortkomt uit de FA: de situatie (Cs geconditioneerde stimulus) die oorspronkelijk geen speciale betekenis had maar door ervaringen nu een bepaalde betekenis heeft gekregen. Daaruit is een ongeconditioneerde stimulus (Ucs)en een ongeconditioneerde respons (Ucr) ontstaan: een associatie met de oorspronkelijke gebeurtenis stimuleert gedrag.

44
Q

Wat zijn voorbeelden in de praktijk van een functie- en betekenisanalyse?

A

FA: Seksueel misbruik (Sd pijn)-snijden met scherfje glas (R)-Geestelijke pijnverlichting door lichamelijke pijn (Sr)
BA: zien van scherfje glas (CS)- UCS/ UCR representatie (associatie): glas- snijden (CR)/Oplossing: associatie verwijderen door pijnverlichting mbt. Traumatherapie en exposure. Dus niet: afpakken!

45
Q

Hoe werkt het trauma-anorexia model?

A

De behoefte om te eten (hongergevoel) wordt gereguleerd door het autonome zenuwstelsel en de hersenen (hypothalamus) op basis van signalen uit het lichaam, bijvoorbeeld ghreline (maag) en darm (bv. PYY-36 hormoon), de pancreas (glucosespiegel) en vetcellen (leptine).
Maar de hypothalamus is ook betrokken bij de stress-as (HPA-as). Stress werkt via de vagus-zenuw, het Ventrale Vaguscomplex (VVC parasympaticus) dat sociale interactie regelt (rust en geborgenheid, hechting). Het Dorsale vaguscomplex (DVC) is verbonden aan activatie (orthosympaticus)

Dat is gekoppeld aan het parasympatisch zenuwstelsel dat vertering van voedsel en opname van glucose regelt. Wanneer het VVC ontregelt raakt door stress en gevaar reageert de HPA-as met de productie van stresshormonen adrenaline, noradrenaline en cortisol. Dan neemt het sympathische zenuwstelsel en het DVC het over om een vecht-vlucht reactie mogelijk te maken, waarbij ook het hongergevoel wordt geremd (even geen tijd om te eten).

46
Q

Wat is bevriezen?

A

In extreme omstandigheden waarin vechten of vluchten niet mogelijk is (bijvoorbeeld aangeleerde hulpeloosheid) neemt het Dorsale Vagus Complex (DVC, Porges) het over: we bevriezen en verliezen een stukje van onszelf en onze zelfregulatie door dwang, depersonalisatie, dissociatie (de ‘anorexiastem’) en Alexithymie (verlies van gevoel).

47
Q

Hoe ga je van een gebrek aan eetlust naar moeten?

A

Langerdurende stress, met vaak als oorzaak verwaarlozing, mishandeling of misbruik (sociaal) in combinatie met psychologische kwetsbaarheid en mogelijk ook erfelijke (en epi-genetische) oorzaken (het biopsychosociale model) activeert de vecht-vlucht-verstijf-reactie met remming van de eetlust. De stem in ons hoofd vertaalt dat verlies aan zelfregulatie door stress naar dwang: moeten ‘afvallen’.

48
Q

Wat zijn bijkomende problematieken van stress?

A

Bijkomende problematiek zoals depressie, hopeloosheid en suicide, snijden (gevoel!) zelfhaat en gebrek aan zingeving door aangeleerde hulpeloosheid, gebrek aan zelfmanagement en verlies van gevoel kan tijdelijk gedeeltelijk gecompenseerd worden door drang om te snijden, risico’s nemen bijvoorbeeld met seks, overmatig eten en spugen, middelengebruik (alcohol, drugs) en hyperactiviteit.

49
Q

Waarom is repressie slecht?

A

Het is te veel moeten. Residentiele behandeling: waarschijnlijk veroorzaakt het vele moeten, de dwang om te moeten eten, moeten leven in een vreemde omgeving inclusief geslotenheid verlies aan autonomie (aangeleerde hulpeloosheid), verlies aan verbondenheid en competentie extra angst en stress, waardoor de sympathische activatie doorgaat en de depersonalisatie en dwang blijft.
Door een hoepel springen (aangeleerde hulpeloosheid) altijd maar die deur die op slot gaat

50
Q

Wat is een nadeel van moetivatie in plaats van motivatie?

A

Waarschijnlijk veroorzaakt te veel moeten secundaire hertraumatisatie
En op zijn beurt daardoor opnieuw negatieve conditionering
Bijvoorbeeld het moeten drinken van nutrilon (vies energiedrankje) kan nutrilon van een UCS een CR worden.
Nb: voedsel conditioneert zeer sterk, waarschijnlijk overlevingsmechanisme om geen giftige dingen te eten. Ander voorbeeld: het goed bedoelde ijsje voor kinderen na een chemokuur. Kinderen werden al na 1 trial misselijk bij het zien van ijsjes.

51
Q

Wat kunnen we beter doen om PTSS tegen te gaan?

A

Intensieve traumabehandeling meteen starten (EMDR, stemmen-alters)
Normaliseren bestaan: verbondenheid competentie en autonomie
Ontschuldigen en empoweren!
Wandelen, zwemmen, tuinieren, mindfullness, yoga…..

Er is alleen niet veel tijd.

52
Q

Wat is Past-reality Integration?

A

Een nieuw paradigma voor de behandeling van eetproblematiek gebaseerd op de integratie van trauma uit het verleden-en integratie in het heden: PRI = Past-Reality Integration, waarbij zowel concreet het probleem op het hier en nu wordt aangepakt, alsook de werkelijke onderliggende oorzaak belicht wordt, m.b.v. concrete, eenvoudig zich eigen te maken tools.
PRI borduurt voort op in onderzoek bewezen bouwstenen van bestaande therapieën. Het gaat in op destructieve emoties en gedachten in het heden en pakt de onderliggende oorzaak aan die gelegen is in ACES uit de (vroege) jeugd.

53
Q

Waar moet je rekening mee houden bij trauma?

A

Niet ieder trauma is toegankelijk voor EMDR of therapie
Hoe vroeger en hoe langer hoe groter de impact op geheugen en de mogelijkheid het te herinneren (kleuter amnesie)
Een donkere gebeurtenis met veel afhankelijkheid (‘als je het zegt gaat je moeder dood’) veroorzaakt een donker trauma
Drugs en psychofarmaca verdoven het paard maar ook de berijder en maken traumatherapie lastig
PNEA’s maken therapie lastig

54
Q

Hoe geraak je uit de tunnelvisie?

A

Hoop ontstaat door verbondenheid, competentie en autonomie (niet-repressief leefklimaat). Veiligheid=relationeel! Vertrouwenspersonen.
De juiste evidence based behandeling (meteen beginnen met traumatherapie voor het te laat is)
School heel belangrijk! Voor herstel zelfbeeld (competentie)

55
Q

Waarom is de hoop fragiel om uit de tunnelvisie te geraken?

A

Maar proces is heel fragiel: blij buiten te zijn maar toch rennen naar het spoor (gewoonte)
Hangen, snijden & separeren: hoe verder hij ging des te langer was zijn terugweg (CCS Crone)
Snijden omdat het kan
Stabilisatie is langzaam met veel terugval.
Behandeling luistert heel nauw, fouten worden afgestraft door achteruitgang (weer dieper de tunnel in) en dat heel vaak en onverwachts

56
Q

Waarom is self silencing een groot probleem?

A

Voor hulpverlening en leerkrachten
Onderzoek door Brown & Gilligan (1993)laten ernstige lange termijneffecten zien
Na 4 jaar is 10 % dood (Kamervragen vorige januari 2020).

57
Q

Wat is een sociaal informatieverwerkingssysteem?

A

Automatic Negative Thoughts

Het vertrekt vanuit ervaringen en emoties. Als die negatief zijn gaan ze het waarnemen, interpretatie van de waarneming, de oplossingen bedanken, het gedrag en de evaluatie en self-efficacy selectie beïnvloeden.

58
Q

Hoe ga je ANT tegen?

A

Je herkent eerst de ANT’s. Door de volgende vragen te stellen:

  • is er een andere manier om hier naar te kijken?
  • helpt deze gedachte?
  • is er bewijs?
  • hoe zou iemand anders dit zien?
  • welk advies zou ik die persoon geven?
  • is het een feit of een mening?

Dan kom je met meer realistische en optimistische gedachten.

59
Q

Wat zijn de vier nadeelsituaties van Helm?

A

Het is geen persoonlijkheidsproblematiek maar een sociale informatieverwerking.

1 sociaal in het nadeel zijn tov anderen
	2 problemen met competitie
	3 problemen met hulp vragen
	4 problemen met authoriteit
Werkt direct op pijncentra hersenen
Gevolg: stress

Wat doe je dan best wel?
In de eerste plaats is het belangrijk om een verklarende probleemanalyse te maken (oorzaak), waarbij ook het systeem betrokken dient te worden (sociale oorzaken). Die moet in staat zijn om de sympathische activatie te verklaren en waar mogelijk op te lossen en/of alternatieven te bieden via therapie. Maar therapie is niet het enige: een positief thuis- of leefklimaat en leerklimaat op school (competentievergroting). Maar dat is in de regel niet genoeg. Zelfconditionering compliceert herstel vaak.

60
Q

Wat zijn veelbelovende therapieën?

A

Dialectische gedragstherapie en schematherapie

  • Stress en persoonlijkheid:
  • Tessera model= veranderingsgericht
61
Q

Wat is de functie en betekenis van zelfconditionering?

A

Maar vaak heeft gedrag een oorspronkelijke functie gehad in de stressregulatie maar als gevolg van ervaringen krijgt het gedrag soms een andere betekenis omdat het gedrag (afvallen, dun worden) ergens anders aan gekoppeld wordt.
Fa: Seksueel misbruik met gevoel controleverlies (Sd)- spugen-hongeren/dun worden om controle te herwinnen (R)-controle over lichaam (Sr)
BA: zien van eten (CS)-UCS/UCR representatie: dik worden: associatie spugen en niet eten- controle (Sr). Oplossing: associatie verwijderen door autonomie versterken (dus geen straf!) en in stapjes leren eten (eet-spuugschema)
Dus niet: vastbinden en gedwongen voeden! In een biopsychosociaal model.

62
Q

Hoe bekijken we de twee systeemdenkmanieren ten opzichte van associatieve coherentie?

A

Systeem 1 denken (niet zelf hoeven denken, snel en makkelijk): nadeel = denkfouten (Systeem 2 =zelf nadenken en voors en tegens afwegen nadeel=kost energie.
Associatieve coherentie is de denkfout die ontstaat omdat we graag een coherent wereldbeeld voor onszelf scheppen in Systeem 1 (Kahnemann, 2011). Voorbeeld: Hiltler hield van kinderen.
Casus A.: als je iets akeligs hebt gedaan moet je wel slecht zijn of heel ziek en straf nodig hebben. De psychiater: ‘jouw delict is te zwaar voor PTSS’

63
Q

Hoe bekijken we de twee systeemdenkmanieren ten opzichte van associatieve coherentie?

A

Systeem 1 denken (niet zelf hoeven denken, snel en makkelijk): nadeel = denkfouten (Systeem 2 =zelf nadenken en voors en tegens afwegen nadeel=kost energie.
Associatieve coherentie is de denkfout die ontstaat omdat we graag een coherent wereldbeeld voor onszelf scheppen in Systeem 1 (Kahnemann, 2011). Voorbeeld: Hiltler hield van kinderen.
Casus A.: als je iets akeligs hebt gedaan moet je wel slecht zijn of heel ziek en straf nodig hebben. De psychiater: ‘jouw delict is te zwaar voor PTSS’

Cultuur modereert het negatieve effect op veerkracht, door het mediterende effect van ANT zijn ze veerkrachtiger. Genen verminderen de veerkracht.

Gedragsproblemen (internaliserend en externaliserend en netwerkproblemen) kunnen zelfdestructie veroorzaken waardoor ze problemen krijgen in verschillende domeinen en submissies, agressief of seksueel revictimisatie oplopen. (zie laatste kader van LES 6)

64
Q

Wat doe je dus best bij stress en PTSS?

A

Een verklarende probleemanalyse in plaats van een diagnose: een verrijkende omgeving helpt tegen stress en PTSS, daarom:

Eerst de connectie dan de correctie, maar liefst nog meer vertrouwen opbouwen door contact en een positief leefklimaat met verbondenheid, competentie en autonomie: zingeving en het ‘gewone leven’.