Leefklimaat Flashcards
Wat kunnen we zeggen over het biopsychosociaal model?
Biologische en psychologisch factoren zijn belangrijk, maar het zijn de speciale oorzaken die het belangrijkst zijn. De biologische oorzaken werken langer doorheen het leven. Sommige kinderen zijn meer weerbaar dan andere.
Negatieve jeugdervaring: ze maken je verder kwetsbaar voor stress, angst en trauma. = ACE (Adverse Childhood Experience) ; bij meeste kinderen komen de problemen pas in de adolescentie.
Gevolg van ACE: Stagnatie van cognitieve ontwikkeling en als je al een licht verstandelijke beperking hebt dan werkt het niet mee, we zien ook een stagnatie van sociaal-emotionele ontwikkeling (door perinatale problematieken of door ACE), ook in persoonsontwikkeling zien we een stagnatie.
Onze maatschappij is heel cognitief ingesteld, de nadruk op prestatie is leuk voor mensen die slim zijn maar voor mensen die een achterstand hebben in cognitieve ontwikkeling is dat niet zo leuk.
Persoonsontwikkeling: veld die aan het veranderen is, vroeger dachten we dat als het ontwikkeld was dat het heel je leven bij je bleef en als je een probleem hebt dat je dan een vaste persoonlijkheidsstoornis had. Maar de persoonsontwikkeling gaat heel je leven door.
Tesera model: persoonsontwikkeling kan vooruitgaan maar ook achteruitgaan
Kinderen met sociaal lage ontwikkeling hebben moeite met competitie, accepteren van autoriteit, in het nadeel zijn van hun leeftijdsgenootjes, vragen om hulp
Persoonsontwikkeling gaat vaak over het maken van keuzes en zingeving, wanneer je dat niet hebt dan betekent het voor jongens dat je makkelijk beïnvloedbaar bent. Meisjes zijn daardoor kwetsbaar en kunnen sneller misbruikt worden.
Cognitieve sociale en emotionele persoonsontwikkeling zijn belangrijke doelen om naar te streven, niet streven naar genezen maar naar ontwikkelen.
Daarop volgen gedragsproblemen: internaliserend (negatieve emotionaliteit) en externaliserend
- op vlak van school, werk, relaties en moreel kompas (geweten en empathie)
- De kinderen worden submissief (slachtoffer) of agressief (dader) = pain based
Kinderen kunnen zowel dader als slachtoffer zijn, we zien vaak daderkant maar niet slachtofferkant.
Zo komen we tot de zelfdeterminatie theorie: verbondenheid, competentie en autonomie staan hier centraal. Dit uit zich in het leef- en leerklimaat ondezoek (+ werkklimaatonderzoek)
Meer dan de helft van de populatie in de VS heeft een negatieve jeugdervaring achter de rug ( emotionele, fysieke, verbale en seksueel misbruik, huiselijk geweld, gescheiden ouders, geestesziekte… Dat zorgt voor veel risico’s op drank en drugs. Door verandering in het stresssysteem zijn ze gevoeliger voor verslaving. Negatieve jeugdervaringen tussen de 26 en 30 procent verklaren latere psychiatrische problemen.
Wat is het gevolg van de gedragsproblemen?
Vaak verschuilen angst, trauma en ptss zich achter een DSM diagnose
Grootschalig onderzoek van Wolf en Baglivio Uit 2017 laat zien dat onder externaliserend gedrag negatieve emotionaliteit en pijn (Anglin 2004) schuil gaat (Wolf, K.T. & Baglivio, M.T. (2017). Adverse childhood experiences, negative emotionality and pathways to juvenile recidivism. Crime and Delinquency 1495-1521.
Daar houden we onvoldoende rekening mee terwijl traumatherapie meteen zou moeten beginnen om stressensibilisatie verder te voorkomen (Bremner, 2006)
Maar ook persoonsverandering (negatieve emotionaliteit)
Is de DSM bruikbaar in forensisch justitiële context?
In de forensisch-justitiele sector is een DSM diagnose onvoldoende betrouwbaar en valide om beslissingen op te baseren (vd. Kolk, 2014), toch gebeurt dat standaard!
Recent onderzoek laat zien dat bijvoorbeeld schizofrenie als veel gevaarlijker wordt ingeschat dan andere diagnoses (terwijl dat niet het geval is) en bovendien gedrag in een psychose erg kan lijken op PTSS
We houden onvoldoende rekening met de pijn en angst, we missen de oorzaak van de problematiek. Dan krijgen kinderen geen trauma therapie die ze zouden moeten krijgen. Vroeger dacht men dat de kinderen eerst moesten gestabiliseerd worden voordat ze intensieve trauma behandeling krijgen. Maar het is eigenlijk omgekeerd en dat doen ze nu.
Justitieel gebruik: DSM is onvoldoende valide maar toch het gebeurt dat in Nederlandse standaard.
Wat is het verschil tussen proactief en reactief agressief gedrag?
Proactief agressief gedrag is ‘koud en berekenend’ (Hitler, Stalin, Pol Pot) en komt voort uit type 2 denken, belangen en haat. Proactief aggressief gedrag levert vaak voordeel op (Holleeder, Taghi). Dat is moeilijk te beinvloeden.
Reactief agressief gedrag is vaak ‘warm’- type 1 denken en sociaal bepaald (sociale nadeelsituaties) en komt voort uit angst (niet haat!)
Veel agressief gedrag is reactief, levert iha alleen verliezers op en komt voort uit trauma en angst (Wrangham, 2019), traumareacties kunnen we beinvloeden.
Wat is het gevolg van stigma op schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen?
Het maatschappelijk stigma en het zelf-stigma hebben aantoonbaar een negatieve uitwerking op de strafmaat (Fazel, 2009; Louden & Skeem, 2007) en op het gedrag van het individu (Dings 2020).
Dit komt doordat sommige DSM diagnoses verbonden zijn met de perceptie van controleerbaarheid en gevaarlijkheid (attributietheorie, Corrigan, 2003)
En de denkfout van associatieve coherentie (iemand die iets heel slechts heeft gedaan moet ook wel een heel zware ziekte hebben en daardoor heel gevaarlijk zijn) vertroebelen de diagnose en kunnen bij rechters en deskundigen onbewust leiden tot een zwaardere strafmaat (Berryessa & Wohlstetter, 2019)
Kinderen met PTSS hebben al een grote kwetsbaarheid uit negatieve jeugdervaringen en depressie. We weten dat die kwetsbaarheid leidt tot misbruik en dat dit samen met verkrachting het meest zorgt voor PTSS.
Wanneer wordt trauma PTSD/PTSS?
Historie van angstproblemen en depressie (Copeland et al., 2007): (diathesis) kwetsbaarheid-stress theorie (Morrisson, 2008)
Verkrachting en seksueel misbruik grootste risico PTSS (Bicanic, 2016; Bremner, 2006) samen met revictimisatie
Allostatic load (Mc Farlane, 2010), Delayed onset en vaak: Complexe PTSS
Wat kan je vertellen over het kwetsbaarheid stress model?
Stress heeft een uitwerking op de gezondheid van een persoon en daaropvolgend ook op de draagkracht van de persoon. Hoe hoger de stress, hoe lager de gezondheid, hoe lager de draagkracht en hoe groter de kwetsbaarheid.
Wat is het gevolg van het kwetsbaarheid stress model?
Falen van emotie-regulatie en verlies van jezelf. Gebeurtenis triggert emotionele respons (sympatisch zenuwstelsen-gaspedaal) en veroorzaakt actie die respons normaal uitdooft
Maar wanneer actie niet kan (hulpeloosheid) krijg je geconditioneerde angst en/of een verdedigingsstrategie, negatieve gedachten (Negative Self Referential Processing) en een gedysreguleerde affectieve staat met negatieve emotionaliteit.
Gevolgen: ptss
Het is belangrijk dat we er snel bij zijn met trauma therapie, als er te lang mee gewacht wordt zal de PTSS zich meer ontwikkelen en gaat het mis op lange termijn.
Volgens recent onderzoek gaat toxische stress een invloed hebben op de ontwikkeling van het zenuwstelsel en op de groei van de delen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor de planning, problemen oplossen en zelfregulatie van de emoties en het gedrag.
Wat hindert stress en angst?
Sociaal leren Plannen Cooperatie Cultuur en creativiteit Nieuwsgierigheid
Wat is herbeleving?
Bij herbeleving lijkt het alsof je de traumatische gebeurtenis opnieuw meemaakt. Je ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals toen het gebeurde.
Je hebt nachtmerries en slaapt onrustig.
Je hebt herinneringen aan de gebeurtenis die steeds weer terugkomen.
Wanneer je aan de gebeurtenis denkt, krijg je hartkloppingen, ga je trillen en zweten en kun je niet goed meer ademhalen. Je voelt je verlamd van angst.
Wat is vermijding?
Bij vermijding ga je alles uit de weg wat aan de traumatische gebeurtenis doet denken. Zo bescherm je jezelf tegen de heftige emoties. Je ‘vergeet’ de hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit. Dit heet verdringing.
Je voelt soms helemaal niets meer en doet alles op de automatische piloot.
Je ontkent wat er is gebeurd en vlucht ervoor weg door bijvoorbeeld keihard te werken veelte sporten of veel te drinken.
Je wilt niet praten over wat er is gebeurd en sluit je af voor de mensen om je heen.
Wat is negatieve emotionaliteit?
Je voelt je voortdurend gespannen en ‘opgefokt’.
Je kan niet tegen kritiek, je bent wantrouwend
Je verliest snel je geduld (Hap!-reactieve agressie) en bent snel boos.
Je hebt last van plotselinge huilbuien.
Je schrikt snel en bent overgevoelig voor elke onverwachte situatie of gebeurtenis.
Je zoekt gevaarlijke situaties op; je gaat bijvoorbeeld veel te hard rijden.
Je gebruikt verdovende middelen zoals drugs en alcohol.
Wat is persoonsontwikkeling?
Je bent somber, vindt niets leuk of interessant.
Je voelt je schuldig aan het gebeurde en maakt jezelf verwijten: ‘Dan had ik maar niet…’
Je voelt je minderwaardig.
Je kunt je slecht concentreren.
Je bent doodmoe, maar kunt toch moeilijk inslapen of doorslapen.
Gevolgen voor relaties, school en werk en geweten
Wat is het ergste gevolg van een negatieve persoonsontwikkeling, negatieve emotionaliteit, vermijding en herbeleving?
Je gevoel lijkt verdoofd (alexithymie)-vandaar spanning opzoeken
Herbelevingen komen steeds vaker, soms tot 5x per nacht
Soms lijk je iemand anders je raakt jezelf kwijt (depersonalisatie)
Je kan tijd kwijtraken (dissociatie)
Je kan geheugen kwijtraken
Je kan gaan snijden of ophouden met eten (anorexia)
Plotselinge paniekaanvallen (PNEA) waar je je vaak niks meer van herinnert
Je haat jezelf en wil dood
Zorg voor kinderen met anorexia: we zien dat eten en dun worden niet het probleem zijn. Het komt van trauma. De huidige zorg voor kinderen met anorexia begint met aankomen en eindigt daarmee en dan zegt men dat ze genezen zijn terwijl ze het onderliggende trauma niet hebben aangepakt.
Wat is het probleem bij trauma?
Wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven. Kinderen die getraumatiseerd zijn zoeken omgevingen op waar ze het trauma gaan herbeleven omdat ze het kennen. Ze vinden zichzelf niks waard, komen in aanraking met verkeerde mannen enz…
Wat is de oorzaak van de PTSS?
Hoofdoorzaak: hulpeloosheid en afhankelijkheid. Wanneer je niet meer weg kan (hulpeloosheid die vecht-vluchtreacties blokkeert met als gevolg verstijven) en wanneer herbelevingen je wereld kleuren en je verstrikt raakt in angst (stress). Het emotionele brein (limisch systeem en amygdalae)wordt hyperreactief en blijft alarmsignalen sturen
PTSS ontwikkeld zich daarom in de tijd en slachtoffers herhalen hun trauma (re-enactment)
Wat gebeurt er bij het stresssysteem in de hersenen en het lichaam volgens Le Doux?
Wanneer je verstijfd gaan de controlecentra (de ‘berijder’) van de hersenen op slot en slaat het emotiecentrum (het ‘paard’) op hol en drukt het gaspedaal in
De controlecentra (rempedaal) zijn de mediale en dorsolaterale prefrontale cortex (voorste gedeelte van de hersenen en meest recent ontwikkeld): de ‘berijder’ (= ‘het Zelf’).
Het paard is het emotionele (krokodillen) brein: limbisch systeem, hersenstam en Amygdalae
Gevolg op hol geslagen paard: continu op het gaspedaal, drank drugs en risico’s nemen (criminaliteit)
Hoe begint PTSS?
Delayed onset: door voortdurende triggers (oude pijn). Begint vaak met subklinische symptomen (nachtmerries, flashbacks etc.) door noradrenaline activatie locus coeruleus (Mitchell, 2016) Dan progressieve sympatische activatie autonoom (sympatisch)zenuwestelsel met verdere omgevingsstress of revictimisatie (Buss) Extinctie faalt (hyperreactiveit Amygdalae en onderactiviteit PFC), allostatic load neemt toe Fysiologische dysregulatie en somatisatie. Dit op het niveau van de hersenen weten we al lang uit onderzoek maar in de praktijk doen we er nog niets mee.
Geef voorbeelden van revictimisatie
Buss & Duntly: 2008, exploitability kwetsbare kinderen
Sakaguchi et al (2006), mannen hebben een radar voor kwetsbare meisjes
Self silencing (van der Helm, 2019), lange termijn consequenties
Wat gebeurt er op fysiologisch vlak?
Sympatische activatie van HPA as (sympatisch adrenal-medullair systeem) tegenhanger serotonine systeem.
- Bloeddruk, hartproblemen
- Glucocorticoiden (immuunsysteem) diabetes, vetzucht, kanker, depressie
- Darmproblemen, vermoeidheid, pijn en fybromyalgie,
Wat is het systeem 1 en systeem 2 denken volgens Le Doux?
Systeem 1 = het paard, alarmsysteem in het lichaam (stressrespons in de HPA-as), snel denken (globaal info verwerken en grote stappen snel thuis) reageren met als nadeel veel denkfouten
Systeem 2 = de berijder, langzaam, kost energie maar preciezer
Goed nadenken voor je een stap zet = systeem 2
Systeem 1= denken is snel maar veel fouten
Aan wat is PTSS gekoppeld?
Aan de stress HPA-as:
Hoeveelheid angst en fear conditioning response is afhankelijk van genen (Comt gen!), temperament en de omgeving.
Bij PTSS kan de cortisolresponse voor stress niet meer gestopt worden (verhoogd CRF, ACTH en cortisol)
Noradrenaline is gekoppeld aan slechter slapen en nachtmerries
Op langere termijn verlaagd cortisolgehalte met juist overreactie bij triggers: disregulatie HPA-as
Wat is klimaat-stress?
Bij een aversieve omgeving meer stress en een verschuiving van de HPA-as (Popma & Raine, 2007). Productie Adrenalise, noradrenaline (snel) en cortisol (langzaam).
Gevolg: minder gevoelig voor angst/straf meer gevoelig voor beloning (dopamine)
Minder sociaal
Maar: in een beter klimaat neurogenese hippocampus (geheugen en zelf komen terug) en stressinoculatie!
Welke hersenhormonen worden door stresshormonen beïnvloed?
Serotonine (dag-nacht ritme) & oxytocine (toenadering), worden minder, gelinked aan verwaarlozing
Dopamine (beloning en verslaving) en testosteron (om. dominatie), worden meer gelinked aan misbruik
Gevolg: schade aan neuronen hippocampus (CA3 zone), kleinere hippocampus met problemen in het verbale declaratieve geheugen (maar niet visueel!)en problemen met leren (Bremner, 2006)
Wat bedoelt men met inhibitie van de controlecentra door het emotionele brein en stresshormonen?
Ook inhibitie rechterhersenhelft (nadenken-Systeem 2 denken) en activatie linker helft (actie! Systeem 1 denken) verlies agency
inhibitie voorste en achterste cingulate netwerken en insula (rust en controle-default network sense of self)
Inhibitie Thalamus (integratie zelf en integratie tijd)
Inhibitie Broca en Brodman 19 (spraak)
Door elkaar husselen visuele cortex en geheugencentrum (hippocampus)