De neuropsychologische en gedragsneurologisch invalshoek voor het orthopedagogisch handelen Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er met de traditionele visies?

A

Traditionele visies zijn terug opgenomen door delgado, dalmatio, bij beslissingsname, die oude theorieën hebben niet afgedaan en geven een interessante basis van hoe we nu kijken naar het brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bedoelt men met de neuropsychologische en gedragsneurologische invalshoek?

A

A. Intense, vaak korte en bewuste beleving van welbehagen of onbehagen
B. Ervaring van geest en lichaam, in balans met cognitie en leidend tot sociaal gedrag (émouvoir, 1579)
C. Meetbaarheid van de 8 positieve versus negatieve basale (klassieke) emoties (Ekman; Plutchik): blij/droef, woede/angst, vertrouwen/afgrijzen, verrassing/anticipatie
D. Naast klassieke ook homeostatische emoties: pijn, seks, dorst, honger, vermoeidheid (Denton)
E. Tenslotte ook secundaire (sociale) emoties: liefde, schuldgevoel, fierheid
F. Van holistische “subjectieve belevenis” (William James) naar “geheel van emotionele componenten” (Peggy Thoits): van de emotionele ervaring (gemoed) naar de expressie (affect)
G. Evolutie naar een “affectieve neurocognitie” in “het emotionele 
brein” (Michelle de Haan)

Je voelt je goed, heel goed, euforisch of slecht; het kan je bewust gemaakt worden door te vragen ernaar zoals bv. waarom was je aan het zingen op de speelplaats?

We bouwen samen een toekomst en steunen op ons denken en beleven het met geest en lichaam

Homeostase: in evenwicht blijven geestelijk en lichaam door een bepaald signaal zoals pijn

Je kan telkens een meer gemoed, ervaring of expressie aspect hebben, dit is het werkgebied geworden van affectieve neurocognitie

Het is een recente kennis en het boek van the emotional brain is een van de koplopers geweest voor de affecteive neurocognitie (wisselwerking tussen handelen, denken, voelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de verschillende traditionele visies?

A

A. Darwin (1872), “De expressie van emoties in mens en dier”: overleven en natuurlijke selectie; opbouw van communicatie en relatievorming

B. Cognitieve theorieën (Lazarus): Hij heeft het over basale, homeostatische, sociale… = meer cognitief uitgewerkt door Lazarus

C. James en Lange (perifeer) (1884);

Cannon en Bard (centraal) (1927);  = de belangrijkste 

Maranon en Schachter (gemengd: arousal en beleving) (1962): mengvisie, weg naar de actuele visie

D. Van limbische lobus (Broca, 1878): via het limbische circuit (Papez, Yakovlev, Mc Lean, na 1937), naar “the emotional styles” (Richard Davidson, na 2000) en het emotionele brein (met 6 sleutelareas) = Papez en rest zagen dat het een circuit was limbisch, een kring en je ziet zo in de volgende afbeelding zo een spiraal cirkel van binnen naar buiten

E. Richard Davidson (U of Winsconsin – Madisson )
“The emotional life of your brain” (2012)
a) “emotional styles”: Emotional styles: komt overeen met onze visies, de bestudering ervan daar zit ook meditatie in om te betrekken in het beter kennen van emoties

b) meditatie om uit vastgeroeste emoties te raken c) Dalai Lama en neuroplasticiteit

F. Het emotionele brein met zes neuropsychologische sleutelareas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bedoelen James en Lange met het perifeer?

A

Als je een sensoriële stimulus hebt, krijg je emotie, je neemt het waar, dan gaat het via hersenstam naar je lichaam, je gaat een lichamelijke reactie ontwikkelen die door je brein wordt waargenomen. = je hebt verdriet omdat je weent

Je neemt een positieve of negatieve prikkkel waar, gaat naar brein en wordt omgezet in betekenis van angst.

Deze oertheorie is terug opgenomen door dalmatio

Cannon en bard: de stimulus gaat tegelijk naar het lichaam en hersenen, simultaan, niet kort daarop. Stimulus gaat via hypothalaums naar lichaam voor lichamelijkheid van emoties en dan naar de hersenen, twee elementen zijn interactief aanwezig. Krijgt controle over lichaam, je wordt angstig, loopt niet weg, je geluksgevoel dempt..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het limbisch systeem?

A

De zetel van de emoties, een kernfunctie, doorlopen kringloop met entiteiten binnen hersenen die werken binnen emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe is het emotioneel brein verdeeld?

A

Doorheen heel de hersenen zit een hersendeel verweven dat we het emotionele brein noemen
Groen (vooraan): actualisatie of actie of handelen van het brein
Blauw (onderaan boven hersenstam): belevenis
Geel (midden): inzicht van het brein (handelen in functie van waarneming of belevenis waarop je als mens een inzicht hebt gebouwd, zo krijg je een onderbouwde emotie) = kan aanleiding geven tot samenleving

Het is een cirkel gebeuren met veel wisselwerking om zo het inzicht uit actie en reactie middenin te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit wat bestaat het emotioneel brein?

A
A. Prefrontale cortex
B. Anterieure cingulaire cortex 
C. Hippocampus 
D. Amygdala
E. Ventraal striatum
F. Insula
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de belangrijke onderdelen in de prefrontale cortex?

A
  1. Kernstructuren
    a. Dorsolateraal prefrontaal
    b. Orbitofrontaal
    c. Ventromediaal prefrontaal
  2. Cognitieve sturing en emotionele sturing
    a. Dier (Cohen) en mens (Davidson)
    b. “Doel”= Dit is groen

Aan twee kanten hebben we de drie structuren van dorso, orbito en ventro
Doel die de mens ontwikkelt in emotionele actie, doelgerichtheid en toekomstgerichtheid van ons handelen en gevoelens

Emotie is gestructureerd om de juiste doelen te vinden, sociaal vooruit te komen

  1. Stoornissen in PFC (bij depressie)
    a. Doel en doelgericht gedrag
    b. Affect gestuurde anticipatie en anticipatief gedrag
    c. Terugval op het onmiddellijke
  2. Lateralisatie: doelgericht emotioneel gedrag (i.h.b. ventromediaal)
    a. Linker PFC:
    (a) approach attitude; imitatie behoefte
    (b) hypoactivatie bij depressie (bij complexer beslissingstaken)
    b. Rechter PFC
    (a) inhibitie en withdrawal
    (b) hyperactivatie bij depressie (bv. op go-no-go taken)
  3. Reward en punishment (i.h.b. orbitofrontaal)
    a. Linker PFC
    (a) reward gericht; kwaadheid dempen (Davidson)
    (b) hypoactivatie (veelal) in depressie
    b. Rechter PFC
    (a) punishment gericht; strafgevoeligheid reguleren (Davidson)
    (b) hyperactivatie (soms) in depressie
  4. Therapeutische consequenties
    a. Emotioneel “doel”
    b. Doelgericht gedrag
    c. Emotionele anticipatie

Bij kinderen focussen waar dat evenwicht er niet is en zich niet kunnen weerhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het ‘doel’ in PFC?

A

“Doel”

(a) representatie van het doel
(b) strategie om het te bereiken (resilientie)
(c) vooral in onduidelijke situaties: sturing van het brein opdat taak- gerichte antwoorden zouden verkozen worden boven voor de hand liggende reactiepatronen (ventromediane PFC) (Damasio)(d) tegen onmiddellijke(r) reward in opbouw van een cognitief-emotioneel zinvol, toekomstgericht denken en handelen
(f) het “doel” is de best mogelijke adaptatie op afstand tegen onmiddellijke(r) bevrediging met opbouw van “persoonlijke stijl”

Onderbouwd actiepatroon voor emotioneel handelen en denken =gaat bij depressie verloren, consequentie van je handelen

Linkerkant en rechterkant wil balans om doel te bereiken: links is meer behoefte om na te bootsen, erop in te gaan.. Deze zal bij complexe beslissingen weinig actief zijn en je gaat terugvallen op het onmiddellijke bij depressie, aan de rechterkant is er dan meer een hyperactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is er belangrijk bij de anterieure cingulaire cortex?

A
  1. Gyrus cinguli
    a. Anterior
    (a) dorsaal
    (b) ventraal
    b. Posterior
  2. Cognitieve sturing en emotionele sturing
    a. “Keuze” (affectief naast cognitief)
    (a) ventraal: affect, aandacht en autonome functies (via hypothalamus)
    worden opgebouwd tot een unieke emotionele expressie
    (b) dorsaal: response selectie in conflictsituaties (conflict monitoring)
    ter opbouw van cognitief én emotioneel meest verantwoorde keuzes

Functies worden opgebouwd om tot een unieke expressie te komen en consequent te zijn in je reactie, hoe ga ik reageren en de juiste respons geven bij de prikkels die ik ontvang

b. Evaluatie van en snelle respons op complexe situaties
(a) emotionele Stroop
(b) aangezichtsherkenning en aangezichtsbeoordeling
c. Basis (“effortful” control) van motivatie tot gedragsveranderingen (wel of niet)

  1. Stoornis in depressie (+ angst, fobie, OCD, PTSD) als state en trait
    gebrek bij oplossingsgericht gedrag (“will to change”)
  2. Therapeutische consequenties
    a. Emotionele “keuze” (goal-directed): Keuze vraagt inspanning van brein en geest, er zijn veel pathologieën waar dat niet meer gaatb. Conflictmonitoring (effortful control)
    c. Response selection (will to change)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is er belangrijk in de hippocampus?

A
  1. “Contextualisatie”
    a. Emotionele valentie (naast cognitieve valentie) van contextgegevens
    rondom de stimulus informatie
    b. Interpretatie en regulatie
    c. Naast Hc rol in geheugenopbouw (declaratief episodisch, spatieel
    en contextueel)
    d. In het bijzonder:
    (a) activatie bij negatieve emotionele context als bedreigende woorden
    en sfeer, muzikale dissonanties, angst in stem
    (b) activatie (ook) bij positieve contextuele affectieve status bij spel,
    prettige omgeving en mensen

e. Evaluatie van de contextuele sfeer (emotioneel valence)

We moeten rekeninge houden met de context waarin de stimulus plaatsvindt bv. eten of niet eten

  1. Stoornis bij depressie (en rouw, PTSD, NAH)
    a. Door foutieve contextevaluatie persisteert inadequaat gedrag
    en angst, moedeloosheid, motivatiegebrek
    b. Hc hypotrofie: voornamelijk bij ouderen, langer bestaande en
    ernstiger depressie
    c. Consequentie van psychosociale stress (ACTH, cortisol
    glucocorticoïden): atrofie en reductie van neuroplasticiteit (als
    oorzaak of gevolg)
  2. Therapeutische consequenties
    a. “Contextualisatie” (cognitief en emotioneel)
    b. Sfeer evaluatie (stimulus/context valence)
    c. Context modulatie (bij emotioneel reageren)

Rouw: ook al is er geen trieste context meer ga je triestig blijven

Chronische depressie: door hippocampale stoornis kan je de nieuwe context niet meer zien als stimulerend om nieuwe keuzes te maken, zie je ook bij PTSD, incest… door negatieve beelden, trauma

Hippocampus neemt terug in omvang toe als het terug beter gaat met de patiënt, de fixatie op de pijn en trauma gaan weggaan via therapie door de decontextualisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is er belangrijk in de amygdala?

A
  1. “Focus”
    a. Richten van de aandacht (volgehouden, gericht, executief)
    op de affectief betekenisvolle stimuli (affectively salient stimuli)
    b. Uitnodiging tot verdere verwerking (toenadering) van stimuli
    met cognitief-emotionele betekenis voor het individu
    c. Vooral bij onduidelijke (ambiguous), nieuwe, “verrassende” stimuli
    d. Sturing van negatief maar ook positief affect (dier experiment,
    beeldvorming bij mens)

Focus: door amygdala ga je je aandacht richten op juiste stimuli
Bij ziekte blijf je gefocust op de foute dingen

  1. Stoornissen bij depressie (en NAH)
    a. Overactivatie en hypertrofie zijn frequent aanwezig (state of trait)
    b. Bij depressie te sterke gerichtheid op emotionele cues en i.h.b.
    aversieve cues
    c. Bron van hypervigilantie, rumineren en geheugenvorming van
    negatieve feiten
  2. Therapeutische consequenties
    a. “Focus” (affectieve salience)
    b. Aanzet tot emotionele toenadering
    c. Emotioneel geheugen(kissing structures)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is er belangrijk in het ventraal striatum?

A
  1. Basale ganglia
    a. Inferomediaal centrencefaal
    b. Corticosubcorticale loops (i.h.b. fronto-striataal)
    c. Nucleus accumbens
    d. Dopaminerge innervatie
  2. “Reward”
    a. Aanzet tot beloningsgericht gedrag
    b. Aanzet tot encoderen van motivationeel waardevolle cues als aanzet
    tot cognitief-emotionele actie (motivational salience)

Reward: emotionele inzicht, nadenken over, opbouwen van gegronde evenwichtige, leeftijdsaangepaste, emotionele reactiepatroon van een maatschappij

Basale ganglia zijn de structuur van de reward, hier zitten netwerken klaar om beloningsgericht gedrag de voorrang te geven ze willen welbehagen van hogere orde

De motivationele waardevolle cues vinden, het inzichtsgebeuren van dat gaat mij en andere gelukkig maken, en zo maak je goede keuzes

  1. Positieve cognitief-emotionele ingesteldheid
    a. Anticipatie van gelukservaringen
    b. Gerichtheid op aangename stimuli
    c. Motivatie tot actie naar verhoogd welbehagen
  2. Stoornis bij depressie (en SUD)
    a. De zin naar voedsel, seks, drugs, positieve stimuli is verstoord
    b. Verlies van motivatie welbehagen na te streven (anhaedonie)
  3. Therapeutische consequenties
    a. “Reward” (beloning)
    b. Anticipatie (geluk)
    c. Implementatie (welbehagen)

Anhedonie: lusteloosheid

Therapie: inzicht dat het leven een zoektocht is naar beloningen, gelukkig zijn tegen verval, ziekte, dood in een maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is er belangrijk in de Insula?

A
  1. De vijfde kwab van de hersenschors
    a. Zes gyri onder drie opercula
    b. Insula anterior: limbische connecties
    c. Insula posterior: neocorticale connecties
  2. “Integratie” (intra- en individueel)
    a. Anterior: autonoom en sensorisch (gustatorisch en olfactorisch)
    b. Posterior: cognitief en sensomotorisch (visueel en auditief)

Volle inzicht in wat is emotie, kernstructuur in goed beleefde of teloorgegane emotie

Het is een eilandje in de diepte, of de vijfde kwab in de diepte

  1. Rechter insula meer orthosympatisch en linker insula meer
    parasympatisch:
    a. Corticale representatie van lichaamservaringen bij cognitief-
    emotioneel handelen: actief bij de sensorische waarneming van
    emoties
    b. Lichaamsschema wordt lichaamsbeleven
    c. Emotionele evaluatie van geuren, smaken, stem, aangezicht
    d. Droeve (aversieve), beangstigende maar ook blije waarnemingen
    en herinneringen (MRI hersenen)

Emotie van je lichaam, je waarneming, beleving, handeling wordt in een cirkelbeweging bewerkt. Daar gaat het werkelijke emotionele zijn, bewustwording van wie ben ik emotioneel, ontstaan.

  1. Stoornis bij depressie (NAH, epilepsie)
    a. Hypoactivatie bij vervlakte emotionele status
    b. Hyperactivatie bij vormen van (focale) epilepsie
  2. Therapeutische consequenties
    a. Polysensoriële “integratie”
    b. Bewuste beleving
    c. Cognitief-emotionele relatievorming

Bij depressie: ik voel mij koud, kil, kan zo goed het leven verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat komt er voort uit de belangrijkste zaken in het emotionele brein?

A

A. PFC = Doel =Doelgericht gedrag = Anticipatie
B. ACC = Keuze = Conflict monitoring = Response selectie
C. HC = Context = Sfeer evaluatie = Context monitoring
D. AM = Focus = Toenadering = Emotioneel geheugen
E. VS = Reward = Geluksanticipatie = Welbehagen nastreven
F. IN = Integratie =Bewuste beleving = Relatievorming
* structuren en netwerk
* bottom-up en top-down
* circulair en spiraal

Anticipatie: je leeft naar een toekomst om die bij te sturen
Selectie: keuze van je leeftijd… het is niet enkel kiezen maar ook laten ten voordele van iets anders bv. Later kinderen

Emotioneel geheugen: je springt van focus tot focus en van context tot context en dat bepaalt je emotie

We zoeken welbehagen, wat brengt er mij toe om behagen te kunnen vermijden

Niet enkel circulair maar ook spiraalvormig, je start met concrete dingen die al concreet kunnen zijn door opvoeding en voorlegging van de ouders, voortoning van de ouders

Op elke leeftijd is er circulair en spiraal werken, hogere vormen van keuzen en doelstellingen worden bereikt om jezelf waar te maken en hogere vormen van reward te verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat verstaan we onder de cognitief-emotionele interacties?

A

A. Cognitief-emotionele twee-eenheid

 1. Rol van cognitieve activatie in emotie (Solomon) 
 2. Rol van emotionele activatie in cognitie (Savage)
 3. Opbouw van visie, creativiteit, oordeel en kritiek 

B. De Dubbele codering (LeDoux)
1. Globale verwerking van emotionele informatie via directe,
thalamus-amygdala route
2. Gedifferentieerde verwerking en bewustwording via indirecte,
neocorticale route (split brain, Sperry & Gazzaniga)

Elke goede cognitie werkt op emotie (Solomon), pure emotie en pure cognitie bestaat niet, het is een leugen om dingen af te bakenen in de pedagogie, het is altijd aanwezig om oordeel en kritiek te hebben

Hoe komt het brein ertoe de wereld van cognitie en het emotionele brein in het totale brein in wisselwerking met elkaar te komen? -> theorie van LeDoux = dubele codering van emoties met wisselwerking van de cognitie

17
Q

Wat wordt er bedoelt met de directe en indirecte route?

A

Thalamus gaat diepe kern activeren en vandaar vertrekt er iets naar de amygdala die de focus gaat geven aan lichamelijke zonder het inzichtelijke van de indirecte route waar je heel snel maar ook fout kan rederenen.

Zonder amygdala: rigiditeit
Bij adhd: INDIIRECTE ROUTE MODELLEREN, ACTIEF MAKEN

18
Q

Wat is de somatic marker hypothese?

A

Dit is ter beslissingname (Antonio 
 Damasio ) (1994, 2008)

  1. Beslissingen worden mede bepaald door viscerale (=lichamelijke)
 en emotionele responsen
  2. Tijdens het beslissingsproces is er een reactivatie van vroegere 
 reward / punishment emoties

Tot een beslissing komen is aanspreken van een cognitief en een overwogen emotioneel gegeven, die je tot een juiste beslissing brengt

Het kunnen aanspreken van denken, de dingen die je geleerd hebt, de dingen die je leert. Op grond van 2de puntje in dia ga je het denken kleuren om tot nieuwe creatieve ideeën en beslissingen te komen.

  1. Door de ventromediane PCF worden die diverse noodwendige 
 “somatic states” (intuïties, buikgevoelens) blijvend geactiveerd 
en gecontroleerd, zodat ze tenslotte alle samen een gegronde 
‘cognitief – emotionele (eind)beslissing’ kunnen (mee)bepalen
  2. Geen “immediate reward” maar een weloverwogen finale 
 “ go / no go” beslissing

Ventromediana PCF (tussen de twee wenkbrauwen) = we hebben een knop die als hij geactiveerd wordt alles wat we in ons lijf ervaren in een bepaalde situatie wordt in stand gehouden, als je dat niet hebt ga je op 1 gevoel gaf. Met ga een je een weloverwogen beslissing maken.

Je eindbeslissing rust op de rede, maar je diverse emoties die je bij de onderhandelingen hebt waargenomen gaan het beïnvloeden. Dat totaalaanbod gaat het emotionele brein aanzetten om iets te doen of niet te doen.

= je brengt jezelf naar betere beslissingen door cognitief en emotioneel en lichamelijk met alles rekening te houden

Bij depressie worden soms foute beslissingen genomen doordat er geen balans is in dat knopje tussen de wenkbrauwen.

Ook bij manie en Alzheimer komt dit voor dat er geen goede werking is tussen cognitie, emotie en lichamelijk instand gehouden emoties

 5. Iowa Gambling Task (Antoine Bechara) (1994, 2013)

a) Nagaan of “immediate reward” kan onderdrukt worden om aldus “possible laste punishment” te vermijden
b) Vier kaartenbakjes met winst- en strafkaarten; 100 x kiezen
c) De bakjes A en B leveren per kaart 100 $ op en de bakjes C 
 en D slechts 50 $ maar de (veel) zwaardere strafkaarten in A en B leiden uiteindelijk tot sterk verlies

We werken met vocale structuren om onze gedachten op te bouwen maar we moeten een balans hebben.

Geen gestandaardiseerde testen hiervoor bij kinderen, maar bij volwassenen de Iowa Gambling Task: men gaat met deze test na of een immediate reward kan onderdrukt worden om later niet gestraft te worden. Vermijden van slechte afloop.

Je moet leren ervoor te gaan om minder te verdienen door voor minder te gaan en zo minder straffen te krijgen dan veel te krijgen uit A en B waardoor je met te veel straffen zit op het einde van de rit en zelfs met een verlies. = cognitief en emotioneel leerproces is er nodig

  1. Inefficiëntie van PCF verklaart of “impulsiviteit” of “apathie” of “besluiteloosheid” bij NAH en diverse psychopathologieën
19
Q

Hoe zijn we van structuur naar connectoom gegaan?

A

A. Evolutie in anderhalve eeuw

 1. Structurele visie 
     a. Paul Broca (1857)
     b. Structurele entiteiten
     c. Ontstaan van mentale activiteit (localisationisme) 

 2. Netwerk visie
     a. Wernicke (1874), Hebb (1949), Luria (1955), Geschwind (1975)
     b. Functionele systemen (“firing together is wiring together”)
     c. Activatie van complexe netwerken

Hoe gaat het model in wisselwerking met cognitie en het brein en de theorie van Dalmasio. Deze recente evolutie krijgt steun door grondigere brein onderzoek = het connectoom

Vroeger structurele visie: hersenstukjes, grijze stof en materie, celkernen maakten activiteit mogelijk. = BROCA
Prosodie: ligt aan de rechterkant, je kan emotie in je taal en cognitie brengen maar de taalproductie in broca llinks is hetgeen die ervoor zorgt dat je je kan verbaal uiten; je kan dus via prosodie rechts nog altijd emotie in je taal spreken

Wernicke: zei nee die structuren moeten een netwerk opbouwen en als het geactiveerd wordt dan ontstaat mentale activiteiten, het gaat niet oplichten als lichtjes in een kerstboom. De goede werking van de taalstructuur en insula, zolang ze in netwerk zitten gaan ze werken.

Hebb: firing together is wiring together, twee structureren die altijd samen werken gaan een netwerk vormen. Er ontstaat een nieuwe functie waardoor we de weerspiegeling zijn van steeds grotere netwerken door samen activeren aanleiding geven tot mentale activiteit

Wernicke zei dat het niet enkel de localisatie was zoals Broca zei maar dat de verbindingsbanen niet meer goed werkten waardoor je niet meer tot goede taal kwam.

  1. Connectoom visie
    a. Raichle (2000), Sporns (2005): “the wiring of the brain”
    b. Dynamiek binnen de hersenen
    c. Modulatie (activatie en inhibitie van systemen in balans)

B. Het Human Connectome Project en de Brain Atlas (sinds 2013)
1. “Mapping the human brain” om inzicht te krijgen hoe de
hersenen gestructureerd en georganiseerd zijn bij de opbouw van
(menselijk) gedrag
2. Washington University, Minnesota University en Oxford University
leidden het H C Project in (2013); nu wereldwijd
3. Opbouw van een “Brain Atlas”
4. non-invasieve neuro-imaging/skan technieken
a. MRI resting state, en DTI (tractografie,
diffusion tensor imaging) brengen de connecties in beeld
b. taakgerichte functionele MRI voor de functionele dimensie ervan

Ataxie van een helft van het lichaam: een hand is richtingloos, doelloos, onhandig geworden bv. Linkerhand is rechterhemisferische verwerking en analoog vice versa voor rechterhand

Bepaalde letsels treffen niet de centra van het schrijven of het lezen maar de wegen er tussenin. Als het netwerk wordt onderbroken, gaat het niet meer.

Connectoom visie: beetje meer dan netwerk, het betekent connectie, de studie van het geheel aan connecties binnen de hersenen waardoor verschillende structuren tegelijk in activiteit worden gebracht en waardoor ze entiteiten kunnen vormen door de zes componenten van emotie, de cognitie is ook aandacht, taal, geheugen… het vormt een groot netwerk van connectomen.

Verschil met structuren: De connectoom visie gaat in de twee richtingen, je hebt structuren zoals broca = localisaties, je hebt een activatie daarvan en door samenwerkende samen actieve structuren, maar met de connectomen zien we ook de structuren die niet geactiveerd zijn. Het kan belangrijk zijn dat bepaalde structuren een netwerk vormen, dat netwerk scheidt zich af van andere netwerken om tot een autonome functie te kunnen komen bv. Een nieuwe taal leren zonder de betekenis ervan te begrijpen bij het liedje frère jacques, geleidelijk aan komt de structuur van begrip erbij. Zo doen we vaak dingen waarvan we vaak niet weten wat ze betekenen. Bepaalde structuren gaan een netwerk vormen die actief is maar anderen werken niet mee om de snelheid en vlotheid van het formatisme niet te hinderen.

Het idee komt van Raichle, de naam komt van Sporns; men bestudeert welke netwerken er actief of inactief zijn wanneer we bepaalde functies doen bv. Heeft men ontdenkt dat nu op de middenlijn van de hersenen in de diepte en meer achteraan die lang een meer stille structuur werd genoemd maar nu default system, zien we dat mijmeren, reflectie plaatsvindt. Het is onmogelijk om niet te denken, het is niet praten, niet iets maken met je handen, de rest is in rust we zitten in default situatie en we hebben de illustratie dat men met een connectoom visie die structuren is kunnen gaan vinden die actief zijn als je niks doet dus die middenlijn, en op rust gebracht worden als je in volle activiteit bent.

Deze modulatie is uitgewerkt in de human connectome project en brain atlas = het heeft alle connectomen en netwerken in kaart gebracht, wanneer je praat, lacht, gelukkig bent, droevig bent.. Maar ook om defecten te zien bv. Een kind die er niet toe komt om zich aandachtig en rustig te houden, wat is er dan precies fout?

Fmri: onderzoek naar epilepsie, taalstoornissen daar zie je functioneel welke tracti connectoren actief zijn wanneer het geheel gaat werken en niet werken, zo krijg je een plaatje van wat er gebeurt in de hersenen wanneer je de structuren en banen hebt gezien

20
Q

Wat zijn hubs?

A

Dit zijn actieve punten nachts in de hersenen = rich club

21
Q

Waar moet men naar kijken op valk van therapie bij emotionele stoornissen? (BELANGRIJK VERDER ONDERZOEKEN VOOR EXAMEN)

A

A1. Frequente neuropathologische associaties:
A. Emotionele actie
1) Doel : - AD(H)D; NAH (prefrontaal)
2) Keuze : - ODD, CD ; NAH (midline structuren)
B. Emotioneel inzicht
1) Focus : - TSOS, verbale LS; NAH (tempero limbisch vnl. links)
2) Context : - VSLD, NLD; NAH (temperolimbisch vnl. rechts)
C. Emotionele beleving
1) Reward : - SUD; NAH (centrencefaal)
2) Integratie : - ASS, hechtingsstoornissen; NAH (insulair)

Bij ADHD wordt handelen bijvoorbeeld doelloos.

22
Q

Welke soort therapie wordt er gegeven die werkt voor het emotionele brein?

A

A. Medicale ondersteuning

B. CBT

C. Awareness and acceptance ( “sharing & taking action to create 
 choices”) (Daniels)
D. Meditatieve therapieën (Davidson)

Het emotionele brein kan in verschillende componenten geblokkeerd zijn en das daarom dat bepaalde antidepressiva niet werken. Ze werken op een bepaald component en als het juist dat deel is die geen hulp nodig heeft dan werkt het niet.

E. Orthopedagogisch en neuropsychologisch georiënteerde behandeling

1) Deelaspecten bewust en inzichtelijk maken (coaching) (Raskin)
2) Strategietraining op de selectieve beperkingen (Wilson)
3) Secundaire angsten wegwerken (Prigatano)
4) Dependance reducing strategies inoefenen ter betere zelf-monitoring 
 (Salmon)
5) Wisselwerking met socio-familiaal ondersteuningsnet (Trexler) 


23
Q

Wat kunnen we concluderen?

A

A. Van een holistische naar een gedifferentieerde neuropsychologische
approach van het emotionele brein, ten behoeve van het
orthopedagogisch handelen

B. Integratie van soma en psyche, evenals van cognitie en emotie

C. Evolutie naar een connectoom visie ter beter begrip van emotionele
stoornissen