Hechting Flashcards

1
Q

Wat bedoelt men met emotionele beschikbaarheid als relationele bedding?

A

Emotionele beschikbaarheid is een voorwaarde tot het bekomen van een hechtingsrelatie. Dit is nodig om vanuit een pedagogische bedding te proberen kinderen te stimuleren, maar als de wortels, dus de hechtingsrelatie niet stevig genoeg zijn gaat het groeien ook heel wankel zijn. Een gehechtheidsrelatie en dus de emotionele beschikbaarheid die daaronder valt de socio-affectieve bedding voor de ontwikkeling van relaties, zelfbeeld en ik-mogelijkheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent gehechtheid en wat komt eruit voort?

A

Het is een blauwdruk in het impliciete (ervaringen)geheugen van de hersenen, waarbij op zoek gegaan wordt naar een relatie met het oog op bescherming, veiligheid, overleven, basale behoeften bevredigen, stress reguleren(arousal).

Zo ontstaat een affectieve en relatief stabiele band tussen het jonge kind en één of meerdere zorgfiguren. Door deze veiligheid gaan kinderen troost vinden en plezier beleven en ook sneller de omgeving exploreren en leren kennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belang van gehechtheid?

A

Als orthopedagoog werk je met gezinnen waar de focus moet gelegd worden op positieve momenten met de ouders. De gehechtheid in gezinnen met spanningen vormt een buffer. De veilige hechting vormt de verwachting van troost en veiligheid, als deze er niet is voelt men zich in de steek gelaten en creëer je trauma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaan kinderen met en zonder hechtingsproblemen reageren?

A

Gaan in paniek of gaan contact vermijden. Zonder problemen zijn ze verrast als ze geen aandacht krijgen van mama en gaan ze krijsen (negatief affect) om aandacht te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor staat het tolerantievenster voor stress?

A

Dit wijst op de emotionele arousal van een persoon. We bevinden ons constant in hyper arousal en alertheid en gaan daarmee om vanuit onze gehechtheid. We creëren een window of tolerance waarbij stress binnen dit kader goed is maar stress te lang erbuiten is niet goed.

Bij kinderen is troost kalmerend voor het stresssysteem, als ze het niet krijgen verhoogt de stress, geraakt het getraumatiseerd door de langdurige stressvolle situatie en creëert men verwaarlozing.

Klachten: hartslag verhoogd, gaat omlaag bij vermijding, ze worden emotieloos, passieloos, onbereikbaar

Het raam wordt gevoeliger, het kind gevoeliger zodat het bij situaties zonder stress ook aangaat. Je kan het groter maken door het kind te laten ervaren dat het veilig is, door hen te kalmeren, emoties te herkennen en ze onder woorden te brengen zodat ze ervaren worden als normaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de visual cliff experiment van Campos?

A

Een kind is onzeker of er een kloof is omdat het dieptezicht nog niet volledig ontwikkeld is, dus het kind leert de omgeving vertrouwen en herkennen door de mama.

De reactie van de mama is heel belangrijk, ook de non-verbale communicatie.

Ook het temperament van het kind en hun veerkracht vormt een buffer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke diagnostieken zijn er om hechtingsproblemen te onderzoeken?

A
  • De vreemde situatie procedure die afgenomen kan worden bij kinderen vanaf twaalf maanden. Ze gaan het kind en de ouder even scheiden en dan herenigen om de gehechtheid te meten. Een gehechtheidsrelatie komt tot uiting door vreemdenangst en verhoogd beroep doen op mama.
  • De attachment story completion test voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Hierbij maken ze gebruik van traditionele objecten, voorwerpen dat een opgroeiend kind helpt in de overgang van de symbiotische relatie met de moeder uit de periode als zuigeling naar individualiteit en zelfstandigheid. Vaak gaat het om een beertje maar ook lappenpoppen en dekentjes komen als steun bij de angstig ervaren overgang van de veilige verbondenheid met de moeder naar de bedreigende want onbekende buitenwereld.

Ze stellen de kwaliteit van de hechtingsrelatie vast door de activatie van het gehechtheidssysteem op momenten van scheiding en stress te bekijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welk niveau van Erikson bevindt hechting zich?

A

Dit bevindt zich in het eerste levensjaar op het niveau van basisvertrouwen vs wantrouwen. Het is een vorm van overleven en een continuüm waarbij het kind naar een veilige hechtingskant kan stromen door de ondersteuning van ouders en opvoeders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voorwaarden tot hechting?

A
  • Ouders zijn emotioneel verbonden en beschikbaar
  • Emotioneel beschikbaar wil zeggen dat ze sensitief zijn, structurerend, niet-intrusief en niet-vijandig
  • Het kind moet zijn ouders herkennen als veilige basis of haven door responsief te zijn en ze te betrekken.
  • Het temperament van het kind heeft er een invloed op. Bv. Kinderen met ASS hebben hier meer moeite mee zoals mama die kapsel veranderd, direct overstuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier ontstaat een ‘veilige’ hechting?

A

Er moet sprake zijn van een vertrouwensrelatie op relationeel vlak met opvoedende volwassenen en vriendschappen met leeftijdsgenoten. Hierbij heeft het kind een goed genoeg en stabiel zelfbeeld.

Ik-mogelijkheden: stressregulatie, omgaan met basisgevoelens (emotieregulatie), gedachten (mentalisatie), verdediging, communicatie…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt een onveilige hechting in?

A

Hierbij is er moeite om de relationele vertrouwensrelatie te aanvaarden of te gebruiken. Ze gaan een machtsstrijd aangaan, beginnen zich vast te klampen, af te stoten, te vermijden..

Zo hebben ze een gekwetst, inconsistent zelfbeeld waarbij ze zichzelf hulpeloos vinden.

Ik-mogelijkheden: problemen met stress en emotieregulatie, mentalisatie, impulsiviteit, verdedigen (ageren, projecteren, splitsen…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ambivalente hechting?

A

Hierbij is er sprake van vastklampen aan en afstoten van de ouders.

Kinderen met afwerende hechting zijn erg aangedaan als mama en papa vertrekken en laten hun behoefte aan contact goed zien als ze terug samenkomen.

Tegelijkertijd stoten ze het contact af met boos gedrag en doordat ze niet tevreden waren met de situatie, keren ze niet terug naar het spel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn dus de drie soorten gehechtheidsstijlen als overlevingsmechanisme?

A
  • Angstig-ambivalent (gepreoccupeerd) = onveilig gehecht
  • Vermijdend (gereserveerd) = onveilig gehecht
  • Gedesorganiseerd = gehechtheidsgestoord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de gedesorganiseerde hechting?

A

Van deze kinderen wordt ook wel gezegd dat ze een ‘verstoorde gehechtheidsrelatie’ met hun ouders hebben. Deze kinderen zijn doorgaans opgegroeid met ouders die zowel een bron van steun als bron van angst zijn, bijvoorbeeld doordat de ouders het kind mishandelen of depressief zijn. Of doordat een ouder het kind niet kan beschermen tegen het geweld dat plaatsvindt in het gezin.

Het jonge kind kan zich niet aanpassen aan deze onoplosbare paradox en laat daarom vreemd, gedesorganiseerd gedrag zien, zoals nabijheid zoeken bij vreemde mensen, of gaan huilen als het zijn ouder weer ziet na een korte scheiding. Oudere kinderen kunnen extreem angstig, controlerend en bazig gedrag laten zien.

Dit kan gezien worden in de vreemde situatie procedure.

Reijman zegt: “Onder gedesorganiseerd hechtingsgedrag valt onder meer conflictgedrag. Bijvoorbeeld het benaderen van de ouder met sterk afgewend hoofd, of hard huilen terwijl het kind zich verwijdert van de ouder. Ook zien we ongericht gedrag, zoals huilend voorover op de grond gaan liggen.

Andere mogelijke uitingsvormen zijn stereotiep gedrag, zoals het flapperen met de handen wanneer een kind de ouder benadert, angstig gedrag of gedesoriënteerd gedrag. Bij dat laatste kun je denken aan een kind dat bij terugkomst van de ouder blij de onbekende persoon die ook in de ruimte is begint te begroeten”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de angstig ambivalente hechtingsstijl?

A

= Het kind verkent, voelt zich niet goed bij iets, keert angstig terug en doet alsof het behoefte heeft aan troost en/of bescherming.

Ze zijn onzeker door het sterk wisselende, inconsistente gedrag van hun ouders. Ze zoeken voortdurend nabijheid, zijn soms erg aanhankelijk, passief of boos. Ze missen het zelfvertrouwen van een veilig gehecht kind.

Ouders zijn onzeker en ontmoedigen exploratie (onveilige basis). Het kind doet een verhoogd appel op ouders waardoor gevoelens uitvergroot worden. Ze willen verkennen (blijvende invloed van behoeftebevrediging die leegzuigend of uitputtend is) maar zijn bang (ambivalentie = aanklampen en afstoten).

Ze ervaren het als een onveilige wereld en kunnen moeilijk op eigen benen staan. Ze zijn wantrouwig tau volwassenen waardoor een machtsstrijd ontstaat en ze zich extreem moeten aanpassen. Leeftijdsgenoten, broers of zussen beschouwen ze als concurrenten en ze zijn snel jaloers.

Ze hebben een laag, kwetsbaar, gesplitst zelfbeeld (waardeloos)

Ik-mogelijkheden: problematische stressregulatie leidt tot externaliserend of internaliserend probleemgedrag (invloed temperament)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een vermijdende of gereserveerde hechtingstijl?

A

Dit gebeurt wanneer ouders te weinig emotioneel beschikbaar zijn wanneer het kind hen opzoekt als veilige haven. Dat ontmoedigt het bijtanken. Het kind wendt zich minder tot zijn ouders, richt zich op vreemden/ materiële zaken en exploreert.

Het kind doet een poging om gevoelens te dempen of af te splitsen om zo de stress te maskeren (meetbaar via cortisol). Volwassenen zijn voor hem of haar in functie van behoeftebevrediging, het laat zich niet kennen of afwijzen. Ook leeftijdsgenoten zijn eerder gebruiksmatig want ze zijn eerder onafhankelijk.

Ze hebben een opgeblazen zelfbeeld (schijnindividuatie)

Ik-mogelijkheden: manipuleren in functie van behoeftebevrediging

17
Q

Wat is het verschil tussen onveilig gehecht en gehechtheidsgestoord?

A

Als er sprake is van onveilig gehecht dan is er een eigen, consequente manier om met relationele onveiligheid om te gaan. Er is een stabiel evenwicht maar ze zijn at risk in omstandigheden waar deze systematiek hen kwetsbaar maakt.

Als er sprake is van een gehechtheidsgestoorde stijl dan is er geen leefbare systematische manier van reageren bij relationele aanspraken. Ze stellen contradictorische gedragingen (aanklampen en afstoten), stereotyp gedrag, bevriezen…

18
Q

Mentaliserende houding

A

Een houding waarbij je stilstaat en aandachtig kijkt wat het kind en de ouders met het gedrag willen vertellen. Het gedrag heeft betekenis en we moeten dit emotioneel begrijpen. Zo zien we het kind als een intentioneel wezen.

Het gedrag is een uiting van onderliggende gevoelens (stress), gedachten, bedoelingen en wensen. Het is een wisselwerking tussen hoofd en hart, naar binnen (gevoelens, gedachten, verlangens, intenties, stress) en naar buiten (gedrag en relationeel appel) kijken.

Je gaat hypothetisch te werk door te toetsen of door de reacties af te lezen. Dit begrip bevordert de relationele afstemming waarbij het kind zich veilig & begrepen voelt en opent zo de deur naar epistemisch vertrouwen.

Als begeleider is het goed voor je zelfkennis en emotieregulatie = bevorderlijk voor eigen ontwikkeling

19
Q

De verschillende zones in het tolerantievenster voor emotionele arousal

A
  • Groene zone (‘Thinking Brain’): optimale ruimte voor (innerlijke) dialoog over jezelf en de relatie tot anderen (cliënten – samenwerking)
  • Oranje zone (‘Alarmed Brain): de stress in het lichaam stijgt en je gevoelens als angst en kwaadheid worden een kompas. De amygdala is hierbij het gevaarcentrum waar je naartoe gaat via de snelle low road (thalamus naar amygdala) of via de trage high road (via de thalamus naar neocortex en dan naar amydala). Er is een verbinding tussen hoofd en buik waarbij je buikgevoel een signaal geeft aan het brein dat het onder druk staat en zo reageert de amygdala. Hier heb je nog de energie om te reageren
  • Rode zone (erosie of trigger: ‘Affected Brain’):
    Hierbij zijn de negatieve beelden te overweldigend en weet je niet meer hoe je moet reageren. De verbinding tussen hoofd en buik komt nog meer onder druk te staan. Het bewustzijn vernauwd, de verbinding tussen buik en hoofd wordt verbroken en je komt in een toestand van vechten (actief) of vluchten (bevriezen).

Bij onderspannen: gevoelens van onmacht, uitputting en passief bevriezen

Op de tijdlijn zie je een continuüm van: (onderspanning = bevriezen) rood, oranje, groen, oranje, rood (overspanning = vluchten)

20
Q

Cyclus van inhibitie van mentaliserend vermogen

A
  1. Sterke emotie
  2. Verminderd mentaliseren
  3. Onvermogen anderen te begrijpen zelfs om aandacht aan hun gevoelens te besteden
  4. Pogen tot controleren van anderen tot jezelf
  5. Angstaanjagende, ondermijnende, frustrerende, stresserende of dwingende interacties
21
Q

Wat is de tweevoudige invloed op het kind als mentaliserende zorgfiguur?

A
  • het kind voelt zich begrepen en gesteund doordat er gekeken wordt naar de betekenis achter het gedrag = veilige hechting
  • kind ervaart hoe ouders denken en zoeken, hoe ze reflecteren op hun eigen handelingen en dat gaat ook over op het kind, het leert zichzelf kennen op sociaal-emotioneel en cognitief vlak
22
Q

Coachen en teamvergadering

A

Het is belangrijk om te kunnen ventileren, vitaliseren en vanuit je buikgevoel te spreken, je gaat waarderen, spiegelen en empathie tonen.

Dan volgen de reflectieve vragen die je beantwoordt vanuit het hoofd en buikgevoel en zo kom je tot reflectie en emotionele beschikbaarheid.
= Hoe reageer ik, wat heb ik nodig om emotioneel beschikbaar te zijn, waarom reageert zij zo?

23
Q

Gevolg van onze eigen reacties als begeleider?

A

We gaan onze emoties en stress naar binnen slaan door besmetting en overdracht, we hebben moeite met het afgrenzen van het appel omdat we ons verantwoordelijk voelen en zo gaan we onze eigen ervaringen verwerken.

24
Q

Wederzijdse emotionele beschikbaarheid

A

Voorbeelden:

  • ademen, gronden, achteruitzetten
  • woordenstroom: emotionele trein
  • sensitief responsief (veerkracht) en niet intrusief
  • samen denken, begrijpen van stressoren
  • troost en geruststelling
  • structuur en houvast
25
Q

Doelen van emotionele beschikbaarheid

A
  • Relationele bedding voor de ontwikkeling van een veilige gehechtheid
  • Openstaan voor de emotionele expressie van het kind (positief en negatief)
  • Ondersteunen van (gerichte) aandacht, emotie en stressregulatie en mentalisatie
  • Ondersteunen van ‘goed genoeg’ zelfbeeld: vasthouden positieve ervaringen/ begrijpen en begrenzen van negatieve ervaringen
26
Q

Hoe kan een ouder of begeleider emotioneel beschikbaar zijn?

A

Sensitief /responsief: aanvoelen en afgestemd reageren

(Sensitieve) Structuur: houvast en ‘helpende’ grenzen

Niet-intrusief: ruimte voor unieke van het kind / respect voor grenzen

Mildheid: omgaan met (eigen) negatieve emoties waardoor mildheid ontstaat

27
Q

Wat is de responsiviteit van het kind?

A

Wijze waarop het kind reageert op het aanbod van de ouderfiguren (afhankelijk van de emotionele ontwikkelingsfase en stresspeil)

Plezier dat het kind aan de interactie beleeft

(Co)reguleren van negatieve emoties

Volhouden van de interactie (belang van herstel)

28
Q

Wat zijn contactinitiatieven?

A

Wijze waarop kind zijn behoefte aan contact met een ouder signaleert: vraag of eis? (frequentie / indringendheid)

Link met gehechtheidsstijl: angstig- ambivalent / vermijdend / gedesorganiseerd (chaotisch / controlerend / zorgend)