Het gezin: therapeutische interventies Flashcards
Wat is systeemtherapie?
Dit is een therapie met meer dan 1 persoon. Het gaat over de relatie met een cliëntensysteem.
- Meervoudige partijdigheid: Reactie geven op verhaal die je hoort en door reactie die je geeft gaat een ander persoon dat dan niet doen. Bv. koppel in therapie en vrouw vertelt zaken kan je als vrouw mss meer erkenning geven naar de vrouw waardoor de man zich aangevallen of minder gehoord zal voelen. Dus aandacht geven aan verhaal van de man.
- Triadisch
- Problemen zijn interpersoonlijk: Focus op interacties tussen mensen
Ook in 1 op 1 gesprekken kan je systemisch denken door te focussen op relaties die ze hebben met een partner, binnen gezin en relaties binnen te brengen in een therapie
Wat is de geschiedenis hier achter?
Inclusie familieleden in therapie vanaf jaren 1950 + vermaatschappelijking van de zorg ( jaren ‘70)
Ontwikkeling familietherapie startte in VS – verschillende ‘scholen’ ontstonden ingebed in het systeemdenken
Meeste pioniers geschoold in de algemene psychiatrie en werkten met kinderen en hun families. Batesons werk staat centraal in systeemdenken.
Meer aandacht voor omgeving van patiënt in ’50, door afname van bedden verbleven ze meer in eigen gezin of bij familie, die laatste neemt dus andere rol op zich
Systeemdenken
Het benadrukt de interactie tussen persoon en omgeving, heel holistische visie, dynamisch deken (als dingen veranderen moet het systeem ook kunnen veranderen, dus de omgeving moet veranderen om de interacties tussen persoon en netwerk succesvol te maken)
Wie is Bateson?
Zijn werk rond de Double Bind theory in de Palo Alto groep (samen met Don Jackson, Jay Haley en John Weakland) = een dilemma in communicatie waarbij een individu twee tegenstrijdige boodschappen krijgt.
Batesons: interactiepatronen
Palo Alto: double bind : dilemma in communicatie, door te reageren op de ene boodschap ga je de ander teniet doen en omgekeerd; dus individu kan geen gepast antwoord geven op boodschappen die hij krijgt en dat zorgt voor conflict
Wat zijn de verschillende scholen onder het systeemdenken?
Watzlawick en Haley (beïnvloedt door Bateson)
= Strategic Family Therapy
Haley en Minuchin = Structural Family Therapy
Selvini-Palazzoli = Constructivist-oriented Systemic Family Therapy
Boszormenyi-Nagy
= Contextual Family Therapy
Eerste school: focus op identificatie van processen die probleem of symptoom in gezin in stand gaan houden
= normaliseren van de verhoudingen tussen gezinsleden als doel bij verdwijnen van probleem. Therapeut gaat de weerstand van gezinsleden tegen veranderingen gaan uitdagen zonder dat ze het bewust gaan merken.
Wat zijn de theoretische uitgangspunten van systeemtherapie?
Sociale complexiteit: Individu heeft invloed op persoonlijke relaties door hechting bv. en dat wordt beïnvloed op groepsniveau, maatschappij, waarden en normen. Het moet ook altijd benoemd worden in de context waarin het zich voordoet.
Context van het individu:
- Gezin
- Vrienden, collega’s, buren…
- School, kinderopvang, …
- Subculturen
- Maatschappelijke waarden en normen
Wederzijdse beïnvloeding: Voortdurende wisselwerking en oorzaak leidt tot gevolg en opnieuw = menselijke problemen en vraag liggen in relaties en interacties
Wat is systemische diagnostiek?
Dit is een manier waarop problemen in kaart gebracht worden in samenhang met diversiteit aan interacties en contexten. Het is het systematiseren van hypothesen die een werkbaar uitgangspunt vormen voor systeemtherapie.
Er wordt gebruik gemaakt van interviews, vragenlijsten, tests = niet enkel informatie verzamelen maar ook herkaderen van betekenissen en initiëren van veranderingsprocessen
Diagnosevorming = een dynamisch afstemmingsproces (cliënt, HV’ers en context)
Gaat niet over weten en verklaren maar over samen met de cliënt creëren van een context voor verandering
Systeem therapie en denken kijkt breder. De openblik is het belangrijkste waarbij als je in contact staat met iemand gaat het over het creëren van een context voor verandering, wat is erin nodig, welke relaties en interacties.
Welke twee perspectieven komen er naar voor in een systemische diagnostiek?
Via beelden en verhalen: bekijken van problemen, naar impact ervan en naar mogelijke richtlijnen
Structureel perspectief
Formuleert hypotheses over hiërarchieën, subystemen, gezinsstructuren, … Welke structuren zijn er binnen een gezin, welke subsystemen en hoe interageren ze op elkaar? = structureel
Intergenerationeel perspectief
Formuleert hypotheses obv herhalende processen doorheen generaties
Wat is de structurele familietherapie van Minuchin?
- Gezin in moeilijkheden dichter brengen bij het idee van ‘goed functionerend gezin’
- Therapeut een actieve rol, deel van het systeem
- Ieder gezinslid speelt zijn eigen rol (belang hechten aan afzonderlijke systemen)
Wat wordt er bedoelt met een gezinsstructuur?
Binnen gezinssystemen bestaat er een repertoire van:
- (relatief) vaste structuren
- Omgangspatronen (transactiepatronen)
Subsystemen
- Elk individu
- Dyades (bvb. man en vrouw of moeder en kind), maar gezin = triade
Grotere onderverdelingen:
- Op basis van generatie (subsysteem van de kinderen)
- Op basis van geslacht (grootvader, vader en zoon)
- Op basis van taak (subsysteem van de ouders)
Omgangspatronen: reacties op elkaar geven vorm aan relaties binnen het gezin, ze bepalen de reactiepatronnen (ouders op kinderen, kinderen op ouders, broers en zussen onderling, partners onderling)
Triade: tussen man en vrouw en dan met kinderen
De verschillende posities in het gezin
Machtsposities en hiërarchies waarin je door die posities verschillende vaardigheden kan aanleren: man = vader= echtgenoot = broer van iemand = zoon van iemand
Wat houdt het subsysteem van de echtgenoten in?
Wanneer 2 volwassenen zich verenigen
- Inboeten aan individualiteit
- Nieuw systeem (steun en veilige haven)
- Typische transactiepatronen
Grenzen ontwikkelen die beschermen en afgrenzen
Opgelet: te sterk afgescheiden zorgt voor grote druk
Ontwikkeling van kinderen
- Model voor intieme relaties
Als individu heb je waarden, normen, ideeën, gedachten en binnen subsysteem moet je inboeten aan je eigen individualiteit en op zoek gaan naar wie we zijn als partners en je vindt een nieuw systeem van steun en een veilige haven voor elkaar = gevolg transactiepatronen zoals intimiteit, affectie, genegenheid
Hoe partners met elkaar omgaan, kan een voorbeeld zijn van hoe kinderen later zelf in partnerrelaties zullen staan en wat ze gaan meenemen. Kinderen zijn heel gevoelig en kunnen snel aanvoelen als hun emotionele veiligheid bedreigd wordt door conflict. Ze gaan zich mee verantwoordelijk, schuldig voelen, denken dat ze moeten zoeken naar oplossing.
Koppel krijgt frustratie, irritatie tegenover elkaar en dat kan zorgen dat ze kinderen minder gaan aanmoedigen, meer straffen.
Wat is het subsysteem van de ouders?
Hier is er sprake van een coparenting relatie. Ze gaan samenwerken en overeenkomen hoe ze kinderen laten opgroeien. Er zijn transacties in functie van opvoeding en socialisering. Kinderen leren van dit subsysteem. Naarmate kind opgroeit moet het subsysteem van de ouders zich aanpassen. Kind gaat eigen beslissingen nemen en leven bepalen.
Het systeem kan hier uiteenlopende samenstellingen kennen.
Wat is het subsysteem van de kinderen?
Sociaal laboratorium:Kinderen kunnen leren van elkaar en uittesten = labo. Broers en zussen kunnen steunen, onderhandelen, samenwerken, wedijveren door samen spelen en opgroeien
- Ontwikkelen gedragspatronen
- Innemen van verschillende posities (geven en nemen)
- Wat betekent het om te geven en te krijgen (materieel, emotioneel: liefde, jaloezie…) en hoe je ermee kan omgaan
Wat zijn functionele of disfunctionele gezinsstructuren?
Grenzen binnen subsystemen beschermen de differentiatie, maar kunnen onder invloed staan van:
- Bepaalde contexten (vb. invloed sociale media)
- Ontwikkelingsfase gezin (zie verder)
- Inmenging van een bepaald systeem of subsysteem
- Bijvoorbeeld: Om met leeftijdsgenoten te leren omgaan, iets wat kinderen van elkaar eren, is het een vereiste dat de ouders zich er niet in mengen
Functioneel in de ene fase, kan dysfunctioneel zijn in een andere – differentiatie, betrokkenheid en aanpassing zijn daarbij belangrijk
Kinderen moet kans krijgen om ervaringen op te doen met leeftijdsgenoten