Gedrags-en gezinsinterventies Flashcards

1
Q

Wat zijn de werkzame gezinsinterventies?

A
  • STOP 4-7
  • Incredible Years
  • Triple P
  • Alternative theory-based gezinsinterventies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de alternatieve theory based gezinsinterventies?

A
  • Cognitieve- attributies: tekortschietende vaardigheden, neurale integratie/mindsight
  • Hechting, emotieregulatie, systeemdenken, sensitieve communicatie
  • Nieuwe autoriteit en geweldloos verzet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tot wat willen we komen met methoden voor agressie binnen de Vlaamse jeugdhulpverlening?

A

We willen het kind helpen aanpassen aan de omgeving en de omgeving helpen aanpassen aan het kind door op een ontwikkelingsgerichte manier met hen te werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gedragsinterventies voor de jongere?

A
  • ART

- STOP 4-7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de paradox bij gedrags- en gezinsinterventies?

A

Ze willen gebruik maken van onderzochte interventies maar dit gebeurt niet, slechts een fractie van de gebruikte interventies is onderzocht.

In praktijken onderzocht men dagelijks maar werden er maar kleine effecten gezien. De meeste interventies in de praktijk zijn ook onvoldoende beschreven om onderzocht te worden.

Het ideaal, randomized controlled trials, is vaak onmogelijk (les effectiviteit).

Er zijn er maar zes sinds 2018 die onderzocht zijn = we moeten komen tot een balans tussen EBT en PBT (bottum up). We moeten als orthopedagogen de theorie combineren met onze ervaring in het werkveld. We willen ons afstemmen op de cliënt hn het systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke orthopedagogische denkwijze is het beste om te handelen met kinderen en jongeren met GES?

A

Dat is de integratieve handelingsorthopedagogiek. Deze werkt met interventies op basis van wetenschappelijke kennis, individuele kennis of pedagogische expertise en de voorkeuren, wensen en verwachten van de cliënt en zijn systeem.

Zo:

  • investeer je in kennis van onderliggende theorieën en modellen
  • integreer je kritische beoordelingen in eigen pedagogische expertise
  • hou je rekening met waarden, leefsituaties/ omstandigheden cliënt(systeem)
  • evalueer je eigen effectiviteit en efficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er zijn drie soorten acties die ondernomen worden, welke?

A
  • primaire preventie: preventief werken op de risicofactoren
  • secundaire: voorkomen van agressie
  • interventie: omgaan met agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op wat is de agressiehantering in de praktijk gericht?

A
  • jongeren
  • jongeren en hun ouders, gezin of context
  • ouders
  • herstel
  • medewerkers en teams
  • procedures en beleid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef een praktijkvoorbeeld van primaire preventie

A
  • Rots en Water (veel)

- Triple P (veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef praktijkvoorbeelden om te leren omgaan met agressie?

A
  • LSCI (veel)
  • Geweldloos verzet (veel)
  • Families First (veel)
  • Herstelgericht groepsoverleg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef praktijkvoorbeelden van secundaire preventie?

A
  • STOP 4-7 (veel)
  • Equip
  • Multisysteem therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat werkt er en maakt het verschil?

A

De non-specifieke factoren, dus niet ronde methode maar vooral rond de therapeutische relatie en de spontane evolutie van de cliënt en buiten therapie om.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de effectladder van Van Yperen en Veerman?

A

Het toont aan dat het effect:

  • werkzaam: 4 = aantonen via echt experimenteel onderzoek, ondubbelzinnige evidentie
  • doeltreffend: 3 = tonen, empirisch aantonen dat het werkt
  • veelbelovend: 2 = onderbouwen, veel argumenten
  • potentieel: 1 = beschrijven
  • onbekend: 0 = aanmodderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zeggen de nieuwe NJI-evaluaties over huidig gebruikte praktijken?

A
  • Rots en water hun dossier is niet ok
  • EQUIP heeft een verlopen erkenning
  • dus het is strenger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zegt het dodo-bird effect?

A

Volgens het verhaal van Alice in Wonderland zouden ze allemaal droog zijn als ze een rondje rond de plas lopen, iedereen is hierbij winnaar. Maar zo gemakkelijk kan je niet zeggen van een soort onderzoek welke het meest effectief is.

We kunnen wel kijken naar de algemeen werkzame factoren.

Ook kunnen we zeggen dat de meest succesvolle interventies gedragsmatig georiënteerd zijn. Maar dit is misschien omdat CBT vaak meer prijzen krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zeg Van Yperen over de algemeen werkzame factoren?

A

Relatie:
Er zou een goede relatie zijn tussen de cliënt en de behandelaar waarbij de behandeling aansluit bij de motivatie van de cliënt.

Interventie:
De interventie zelf is goed gestructureerd met een duidelijk doe, plan en fasering. Het zou ook een goede fit moeten zijn met het probleem en de hulpvraag. De uitvoering verloopt dan ook naar behoren.

Behandelaar:
De behandelaar is professioneel op basis van zijn goede opleiding en training. Deze heeft ook goede werkomstandigheden (bv. draaglijke caseload, goede ondersteuning, veiligheid).

17
Q

Wat zijn de specifieke werkzame factoren in GES-interventies?

A

Ouders:
- het versterken van pedagogische vaardigheden bij de ouders (communicatie, probleemoplossing en conflicthantering)

Jongeren:
- zelfcontrole en probleemoplossing bij de kinderen (stop, denk, doe)

  • jonger dan 12 J: daar is het cruciaal om de pedagogische vaardigheden te versterken in combo met zelfcontrole MAAR ook secundaire preventie en vroege interventie!!
  • ouder dan 12J: structuurbiedende vaardigheidstrainingen (gedragsmatig) = ontwikkelen van probleemoplossende en (pro)sociale vaardigheden, minder denkfouten maken, woedebeheersing verhogen, positieve feedback geven vanuit gezin
  • bij ernstige GES: altijd in combinatie met interventies bij gezin en ruimere context (peers-

Integrale aanpak:

  • = ook nazorg en herstel
  • niet enkel kind, ouders en gezin
  • hier is er minder onderzoek gedaan
  • vb in herstel, teams en procedures: bespreken gevoelens en belevingen ook teams, begrip bij kind vergroten, stimuleren van zelfreflectie, naar elkaar luisteren, vaardigheden vergroten

Conclusie: nood aan multimediale interventie: meer contexten dus, school, gezin, peers, buurt… (effectiever dan unimodiaal)

18
Q

Wat zegt de meta-analyse van Lipsey?

A

Dat de aanpak van gewone agressie ook goed werkt bij ernstige en geweldadige delinquentie.

19
Q

Wat zijn structuurbiedende vaardigheidstrainingen?

A

Hier gaat het over:

  • emotieregulatie en woedebeheersing
  • moreel redeneren
  • sociale vaardigheden en probleem oplossen
  • zelfcontrole en probleem oplossen

Deze worden via modelling gehanteerd door een therapeut Dit kan aan de hand van rollepalen van vaardigheden of door cognitieve herevaluatie door de jongeren (vijandige interpretatiebias).

Er is hierbij sprake van een spanningsveld tussen groep- en of individuele interventies. Dit komt omdat er in groep sprake kan zijn van besmetting van gedrag bv. Het transfer ervan naar de praktijk is vaak een probleem, daarom moet het zo dicht mogelijk bij de leefwereld van de jongere plaatsvinden en niet in een ambulante setting.

20
Q

Wat is ART?

A

Agression Regulation Training van Goldstein. Dit is een boosheidcontrole training voor kinderen waar boosheid verandert in agressie. Je leert op een positieve manier je emoties controleren. Het zet in op moreel redeneren: wat zou je doen in deze moreel beladen situatie? Je dat je gedrag reguleren via imitatie, rollenspel, vaardigheden…

Wordt in Vlaanderen beperkt, gebruikt in WINGG in thuisbegeleiding, maar liever in groepstherapie. Dat van WINGG is een experiment waar ze het individueel willen toepassen. ART is echt hoe ik omga met mijn agressieve gevoelens en gedrag, hoe dat verminderen -> door boosheidscontrolecirkel

21
Q

Hoe werkt de boosheidscontrolecirkel van ART?

A

A. Aanleiding = er wordt gekeken via individuele begeleiding wat de externe en interne prikkels zijn en hoe we er op een andere manier op kunnen reageren.

De prikkels leiden namelijk tot tot boze gevoelens, extern door bedreigingen of intern door piekeren dat mensen je verwerpen.

B. Gedrag: hoe kan ik het merken aan mijn lichaamssignalen dat ik boos wordt? Bv. door vuisten te vormen, ademhaling…

C. Gevolg: ontspanningsoefeningen aanleren, sociale vaardigheden (op een niet bedreigende manier gevoelens uiten), vooruitdenkgedachten om boosheid te verminderen (emotieregulatie, mindfulness, drie keer diep in en uitdamenen, plezierige gedachte, terugtellen van 20 naar 11 en dan uiteindelijk zelfevaluatie

22
Q

Wat is STOP 4-7?

A

Samen Terug op Pad. Dit is een kind, ouder en schoolinterventie die inzet op vroeg interventie of preventie via een eindtraining, oudertraining en huisbezoeken en ook leerkrachttraining en schoolbezoeken.

Kinderen tussen 4-7 jaar met een klinische score op CBCL/TRF = teacher report form (externaliseren) gaan een intake gesprek ondergaan, gaan 3 maanden in groep trainen en 3-6 maanden individueel consolidatiefase ondergaan.

De kind-oudertraining duurt tien weken.

Het doel is emotieregulatie, sociale vaardigheden opbouwen en probleemoplossing. Het gaat om het differentiëren van emoties, voelen van emoties. Stop, denk en doe= kan ik iets anders bedenken, plan bedenken en dat gaan doen?

23
Q

Wat is het opvoedingsdebat?

A
  • Ouders moeten geen vriend zijn van hun kind, maar hun ouders.
  • Kinderen moet luisteren naar hun (groot)ouders en leerkrachten.
  • Discipline is een essentieel deel van de opvoeding, als je dit niet krijgt dan word je een verwend kind.
  • Af en toe is een pedagogische tik verantwoord.
  • Kinderen moet leren omgaan met een beetje trauma in hun leven.
24
Q

Wat zijn klassieke effectieve gezinsinterventies?

A
  • Sociale leertheorie van Patterson: dwinggedrag met nadruk op discipline, straffen en belonen maar ook op hechting (injectie van positieve aandacht en good enough parenting)
  • Lastig gedrag fixen en gehoorzaamheid trainen
  • Straffen en belonen
    Stickersystemen
  • Token Economy
  • Negeren en uitdoven
  • Time-out: geen straf maar wordt wel zo ervaren

Focussen op goed gedrag en dat ook te gaan trainen
Door te benadrukken wat we willen in bepaalde situaties en hoe we kinderen gaan motiveren om ertoe te komen

Het gaat hier om het behaviorisme, het operant leren waarbij bekrachtiging (positief of negatief) van gedrag zal leiden tot toename van het gedrag.

25
Q

Wat zijn coërcieve cycli volgens Patterson? (STOP 4-7)

A

Antisociaal gedrag bij jongeren doorgaans voortvloeit uit een coërcief ontwikkelingsproces of afdwingproces dat al begint in de kleutertijd.

De ‘coercion-theory’ verduidelijkt hoe gezinsleden door onaangenaam en irriterend te reageren, iets kunnen afdwingen van andere gezinsleden. Ouders roepen, tieren, zeuren, dreigen en slaan en kinderen huilen, zeuren en pesten om ouderlijke opdrachten af te wenden en hun zin te krijgen.

Geleidelijk kan er een patroon ontstaan waarbij, omwille van de voordelen op korte termijn, de ouder het kind traint in het stellen van weigerend of eisend gedrag en, omgekeerd, het kind de ouder traint in het stellen van toegeeflijk, instemmend gedrag.

Patterson spreekt in dit verband van het ontstaan van zogenaamde aversieve contingenties. Aversief wil zeggen: dat wat afkeer oproept. Contingent wil zeggen: onmiddellijk op elkaar volgend, aaneengeschakeld.

DUS
Die cycli zorgen voor disruptief opvoedingsgedrag en gedragsproblemen. Ouders leren antisociaal en agressief sociaal gedrag aan hun kinderen door modelfunctie. Familieprocessen zorgen voor bekrachtigingsvalstrikken en negatieve spiraal. Het dwinggedarg moet gestopt worden.

Leeg de afwas – nee - jawel doe het – nee – oke ik doe het zelf = parent driven

Kind wil ijs – nee – jawel – nee – jawel – oke = child driven

26
Q

Wat is de cyclus van het opvoedingsproces? (STOP 4-7)

A
  1. Benoem concreet het probleem
  2. Observeer het: hoe vaak, wie is er dan aanwezig (Brussen), waar?
  3. Moedig positief gedrag aan via complementen, beloningen, voorspelbaarheid (hiernavolgend luisteren naar kind, wat gebeurt er met hem en waarom loopt het niet vlot)
  4. Stel grenzen bij het storend gedrag door apart zetten bv.
  5. Na een goede communicatie bekijk je opnieuw het probleem met ouders, partner…
27
Q

Wat is de opvoedingspiramide? (STOP 4-7)

A

Je begint met een breedbasisklimaat. Daarop bouw je dan beloningen en complimenten in sociale zin met duidelijke structuur daar nog eens bovenop via afspraken en grenzen. Als die drie lagen niet werken begin je met negeren, dan een time out en dan een straf.

28
Q

Wat is zinvol straffen?

A

Het doel hiervan is om het storend gedrag te verminderen of te doen verdwijnen. Telkens en onmiddellijk na de overtreding ga je direct straffen. Hierbij blijf je kalm, zonder agressie en je begint klein. Harde straffen zijn niet zinvol, frequentie en consequentie wel.

Een milde straf is bv. het wegnemen van privilege. Dreigen zonder uitvoeren werkt niet, je moet consequent zijn. De straffer moet ook in de buurt zijn.

29
Q

Wat is The Incredible Years van Carolyn Webster-Stratton?

A

Het uiteindelijk doel van Incredible Years is het verminderen van agressie en gedragsproblemen bij jonge kinderen en het verbeteren van hun sociale vaardigheden.

De interventie wil dit bereiken door de ouders bevorderende opvoedingsvaardigheden aan te leren en door de onderlinge gezinsrelaties te versterken.

Hiertoe zijn specifieke subdoelen en activiteiten opgesteld:
het bevorderen van positief en zorgzaam ouderschap en algemeen zelfvertrouwen bij ouders;
streng of met geweld opvoeden vervangen door positieve opvoedingsstrategieën, zoals negeren van ongewenst gedrag, consequenties stellen (o.m. time-out oftewel apart zetten), bijsturen, toezicht houden en probleemoplossen;
het verbeteren van de probleemoplossende en communicatieve vaardigheden en de zelfbeheersing van de ouders; en
het bevorderen van ondersteunende netwerken rondom het gezin en van de betrokkenheid tussen ouders en school.

Incredible Years is gericht op ouders van kinderen van 3 tot en met 6 jaar bij wie een oppositioneel-opstandige of gedragsstoornis (al dan niet met ADHD) is vastgesteld, of ouders van kinderen met ernstige gedragsproblemen die (nog) niet gediagnosticeerd zijn met een psychiatrische stoornis maar die wel ernstig in hun ontwikkeling bedreigd zijn.

30
Q

Wat is Triple P?

A

Positive Parenting Program = positief opvoeden

Opvoedingsondersteuning is een van de meest krachtige en kostenbesparende interventies die beschikbaar is om de gezondheid en het welbevinden van kinderen te bevorderen.

Via eenvoudige stappenplannen en kleine veranderingen in de aanpak leert Triple P je om die situaties anders aan te pakken. Kleine veranderingen dus die een groot verschil kunnen maken voor jou en je gezin.
Met Triple P krijg je meer inzicht in hoe je gezin in elkaar zit. Je leert door wat je zegt, denkt, voelt en doet:

  • een stabiele, ondersteunende en warme omgeving te creëren voor je kinderen
  • gewenst gedrag te stimuleren ongewenst gedrag op een positieve, consequente en besliste manier aan te pakken
  • vooraf te plannen en zo mogelijk moeilijke situaties de baas te kunnen
  • voor jezelf te zorgen als ouder

De ervaring heeft ons geleerd dat Triple P ouders daadwerkelijk helpt bij het aanpakken van gedragsproblemen bij hun kinderen. Het programma is gericht op het ontwikkelen van positieve relaties, vaardigheden en gedragingen. Op die manier vermijd je problemen en krijgen kinderen alle kansen om optimaal te ontwikkelen.

31
Q

Wat zijn de principes van triple P?

A
  • een veilige en stimulerende omgeving
  • leren door positieve ondersteuning
  • aansprekende discipline
  • realistische verwachtingen hebben
  • zorgen voor jezelf als ouder
32
Q

Wat zijn de niveaus van Triple P?

A

Niveau 1: mediacampagne

Niveau 2: voorlichting van opvoedingsvragen en problemen

Niveau 3: Individueel advies - voorlichting opvoed- gedragsproblemen

Niveau 4: Oudertrainingen - intensieve gezinsinterventie

Niveau 5: gezinsinterventie - meervoudige complexe problematiek

33
Q

Uit wat bestaat de toolkit van Triple P?

A
  • Positieve contacten bevorderen: tijd, aandacht geven, praten met kind
  • Gewenst gedrag bevorderen: aandacht, prijzen, compliment, leuke activiteiten
  • Nieuwe vaardigheden en gedrag leren: spontane leermomenten
  • Ongewenst gedrag hanteren: regels, time out, direct aanpakken…
34
Q

Wat zijn alternatieve, theory-based gezinsinterventies?

A

Dit zijn theoretisch gedreven klinische strategieën voor als ouderondersteuning niet werkt:
- Sociale leer theorie

  • Cognitie en attributies: we denken vaak dat kinderen ons willen manipuleren, dat ze aandacht zoeken… We hebben nood aan een andere mindset. Dit kunnen we doen aan de hand van flexibiliteit/aanpassingsvermogen, probleemoplossing, frustratietolerantie. Er is nood aan zelfregulatie, relatie en resilience. Emoties moeten in toom gehouden worden en zorgen of gedachten moeten onder woorden gebracht worden. We moeten kunnen nadenken over problemen en consequenties van daden, anderen hun standpunt kunnen zien, nadenken over oplossingen.
  • Hechting-sensitieve communicatie en emotieregulatie: onvoorwaardelijk ouderschap van Alfie Kohn, sensitieve communicatie
  • Systeem denken: hechtingsgerichte kijk op emotieregulatie bij ouders van Rodenburg
  • Nieuwe autoriteit
35
Q

Wat is collaboratie problem solving?

A

Dit is een alternatieve manier waarbij de cognities en attributies aangepakt worden.

  1. Empathie voor het perspectief van het kind: verzamelen van info over en begrijpen van de zorg van kind op een probleem
  2. Probleem definiëren: duidelijk zijn over jouw eigen zorg en kijk op datzelfde probleem
  3. Uitnodiging: Brainstormen met het kind op zoek naar oplossingen die realistisch zijn en voor beide partijen bevredigend zijn
36
Q

Wat is onvoorwaardelijk ouderschap volgens Alfie Kohn?

A

Door straffen, beloningen en complimenten verliezen kinderen bovendien hun intrinsieke motivatie om dingen te doen en te ontdekken.

Onvoorwaardelijk ouderschap houdt in ‘dat je je kind liefhebt en aanvaardt om wie het is en niet om wat het doet’, schrijft Kohn. Het betekent dat je je kind serieus neemt als individu en steeds op zoek gaat naar ‘wat er achter het gedrag zit’: waarom heeft het een woedeaanval, waarom is het verdrietig, waarom wil het zijn groenten niet opeten of niet naar bed?

In onvoorwaardelijk ouderschap laat je opvoedsituaties niet verworden tot een machtsstrijd met een winnaar en een verliezer, maar zoek je samen naar oplossingen en alternatieven, ‘en heel vaak is dat na zwart en wit niet grijs, maar net oranje’.

37
Q

Wat is sensitieve communicatie?

A

Dit is een alternatieve manier van opvoeden. How to Talk So Kids Will Listen & Listen So Kids Will Talk’

Adele Faber en Elaine Mazlish hebben een respectvolle manier van communiceren ontwikkeld waar alle partijen zich zoveel beter bij voelen, direct toepasbaar op elk kind van 0-20 jaar. Je wordt een klankbord voor de emoties van het kind en neemt zijn of haar perspectief mee.

Beter om leren gaan met de gevoelens van je kind.
Grenzen stellen terwijl de relatie met je kind goed blijft en zich zelfs verdiept.
Je kind verantwoordelijkheid laten nemen voor zijn gedrag en zelf met oplossingen laten komen.
Effectief prijzen en je kind bevrijden uit een vaste rol.

38
Q

Wat is de hechtingsgerichte kijk op emotieregulatie bij ouders van Rodenburg?

A

Dit is de Attachment-focused family therapie, een alternatieve manier waarbij we gebruik maken van systeemtherapie.

Het houdt het herstel in van de veilige hechtinsgrelatie van het kind met de ouder. Het toont ook de hulp aan die ouders kunnen bieden om de emoties van hun kind te reguleren. Het hangt ook nauw samen met het persoonlijk hechtingssysteem van de ouder ten opzichte van partners en zijn of haar emotieregulatie.

Zelfregulatie wordt geleerd via regulatie van buitenaf. De therapeut kan helpen om emotieregulatie aan te leren.

PACE: playful, accepting, curious, empathic

Het belang van het versterken van de partnerrelatie, bron van veiligheid in bedreigende situaties = maakt bronnen voor emotieregulatie vrij

Ook systeemdenken (gedesorganiseerde gezinnen -loszand) = versterk netwerk