Lecture 6 Flashcards

1
Q

Wat is een consensus beslisregel?

A

Bij een consensus besluitvorming wordt er geprobeerd om een besluit te nemen
waarmee iedereen tevreden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de Truth-wins beslisregel?

A

Hierbij moet een x aantal mensen of een bepaald percentage van de groep het
eens zijn met een besluit voordat er een besluit genomen kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een beslisregel met veto?

A

Als iemand een veto uitspreekt gaat het niet door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke drie vormen zijn beslisregels op te delen? Het is vaak afhankelijk van het termijn waarop de gevolgen plaatsvinden.

A
  1. Strategische beslissingen
  2. Tactische beslissingen
  3. Operationele beslissingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke termijn worden de doelen gesteldd voor strategische beslissingen?

A

Meer dan 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voor welke termijn worden de doelen gesteld van tactische beslissingen?

A

3 tot 5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke termijn worden de doelen gesteld van operationele beslissingen?

A

Dit zijn beslissingen die je dagelijks maakt om de processen goed te laten verlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beslissingen kunnen verschillen in bekendheid. Wat wordt hier mee bedoeld?

A

Er zit een verschil tussen programmed en non-programmed beslissingen. Programmed beslissingen zijn eerder gemaakt, en dus bekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met de ambiguïteit van een beslissing?

A

In hoeverre is het probleem waarover de beslissingen genomen moeten worden duidelijk, en in hoeverre is de oplossing duidelijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er beddoeld met de complexiteit van een beslissing?

A

Hoeveel opties zijn er om een beslissing te nemen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er bedoeld met de stabiliteit van een beslissing?

A

In hoeverre is de situatie waarover de beslissing genomen moet worden uberhaupt stabiel? De coronapandemie was bv. voortdurend veranderlijk, waardoor er geen stabiliteit was en beslissingen moeilijk genomen konden worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 4 voordelen van groepsbesluitvorming?

A
  1. Meer informatie beschikbaar
  2. Transactive memory procces & cross-cueing = Betere verwerking van de informatie en legitimiteit van beslissing)
  3. betere verwerking informatie
  4. Grotere verbondenheid met legitimiteit beslissing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In sommige gevallen zijn groepen beter in het maken in beslissingen, en in sommige gevallen individuen. Voor welke situaties geldt wat?

A
  1. Groepen zijn beter in raadsels oplossen.
  2. Individuen zijn beter in creatieve oplossingen bedenken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn nadelen van groepsbesluitvorming?

A
  1. Tijdsverspilling en meningsverschillen
  2. Decisional avoidance
  3. afhankelijkheid van sociale vaardiheden
  4. Illusie van productiviteit
  5. Production blocking
  6. Social matching effect
    7.Social dysfunctions : Polarisatie,groupthink
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bedoeld met het nadeel “tijdsverspilling en meningsverschillen” In groepsbesluitprocessen?

En wat is parkisons law

A

Tijdsverspilling komt door de sociale interactie die plaatsvindt in groepen. Er is niet alleen maar taakgerichte communicatie maar ook sociale communicatie.
Parkinsons Law vertelt dat groepen het vaak niet hebben over belangrijke dingen maar eerder over minder belangrijke dingen zoals trivia. Ook dit levert tijdsverspilling op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt er bedoeld met decisional avoidance in het groepsbesluitproces?

A

Groepen komen heel moeilijk tot besluiten. Groepen kunnen te sneltot besluiten komen en achteraf telkens herhalen hoe goed de beslissing was, dit heet bolstering. Ook kunnen groepen een beslissing uitstellen, dit heet procrastination.

17
Q

Wat wordt er bedoeld met sociale vaardigheden als belemmering van het groepsproces?

A
  • De besluitvorming in groepen is sterk afhankelijk van sociale vaardigheden. Sommige mensen durven hun mening niet te geven omdat ze bang om hun mening te geven, hierdoor gaan ze mee in wat de rest zegt.
18
Q

Wat wordt er bedoeld met de Illusie van productiviteit als belemmering van het groepsproces?

A

Groepen denken dat ze heel productief zijn geweest als ze ergens lang over gepraat hebben. Terwijl de tijd dat je ergens over praat niks zegt over de productiviteit.

19
Q

Wat wordt er bedoeld met Blokkeren van ideeën (production blocking) als belemmering van het groepsproces?

A

Tijdens een gesprek moet je wachten met het zeggen van bepaalde dingen omdat een ander aan het woord is. Hierdoor gaan veel ideeën verloren.

20
Q

Wat wordt er bedoeld met Social matching effect als belemmering van het groepsproces?

A

Mensen gaan zich aan elkaar aanpassen qua productiviteit. Sommige mensen in een groep hebben een hoge productiviteit en andere mensen een lage productiviteit. Omdat een lage productiviteit minder moeite kost, zullen mensen zich aanpassen aan de mensen met een lage productiviteit. Hierdoor gaat de productiviteit van de groep omlaag.

21
Q

Wat zijn twee sociale dysfuncties?

A
  1. Polarisatie
  2. Groupthink
22
Q

Welke inzichten van Stoner (1961) over groepspolarisatie verrasten omdat men dacht dat groepen altijd meer conformeerden?

A

Hij was van mening dat groepen meer geneigd zijn om risicovolle beslissingen te nemen dan individuen.

23
Q

Wat is een verklaring voor het feit dat groepen vaak meer risicovolle beslissingen nemen?

A

diffusion of responsibility: Het feit dat niemand echt verantwoordelijkheid hoeft te nemen.

24
Q

Door discussie zal de groep altijd afwijken van een gemiddelde norm. Welke twee verschuivingen kunnen waargenomen worden?

A

1. Risky shift (groepen kunnen ineens extreem veel risico nemen)

2. Cautious shift: (Groepen kunnen ook ineens exreem voorzichtig worden).

25
Q

Wat zijn twee verklaringen voor polarisatie?

A

Social comparison theory
Omdat mensen bij een groep willen horen gaan ze vaak net boven de gemiddelde norm zitten waardoor er na groepsdiscussie vaak een extremere opvatting is.
Persuasive arguments theory
Door groepsdiscussies kunnen mensen meer argumenten krijgen en het meer eens worden over iets waardoor de opvatting van de groep extremer wordt.

26
Q

Wat zijn de symptomen van Groupthink?

A

!! 1. Overschatting van de eigen groep. Deelnemers van de groep zien niet in dat ze het ook verkeerd kunnen hebben. Zo is er sprake van een illusie van onkwetsbaarheid (er wordt geen rekening gehouden met mogelijke gevolgen van een beslissing) en een illusie van moraliteit.
2. Closed-mindedness
Mensen van een groep zien geen signalen van andere mensen buiten de groep. Hierdoor kunnen en willen ze niet zien dat de groep het mogelijk fout heeft. Dit leidt o.a. tot rationalisatie en stereotypen van tegenstanders.
3. Druk om zich aan te passen
Mensen die niet tot de groep behoren of die het niet eens zijn met de groep worden het zwijgen aangelegd (mindguards). Ook ontstaat er een zelfcensuur, mensen zwijgen zelf uit angst voor de gevolgen. Hierdoor ontstaat er binnen de groep een illusie van unanimiteit.
4. Sterke cohesie binnen een groep.
5. Directief leiderschap (een leider die sterk zijn stempel drukt op de discussie door bijvoorbeeld als eerste zijn mening te geven).
6. Isolement
Een groep die in afzondering van de buitenwereld zit.
7. Stress
!! 8. Geen of te rigide protocollen
Als er geen beslisregels zijn dan is het niet duidelijk wanneer er een beslissing genomen wordt. Bij te strenge protocollen wordt de druk opgevoerd op mensen om hetzelfde te stemmen, terwijl de mensen het daar misschien niet mee eens zijn.

27
Q

Wat wordt er bedoeld met it proces met biased information
sampling.

A

Groepen hebben de neiging om gedeelde informatie te prefereren. Dit is makkelijker om te bespreken aangezien iedereen deze kennis heeft. Daardoor wordt deze kennis versterkt en bevestigd.

28
Q

Hoe kun je biased information sampling voorkomen!?

A
  • Te streven naar een onpartijdige leiding.
  • Openstaan voor advies van buitenaf.
  • ‘Advocaat van de duivel’
    Iemand heeft bewust steeds een afwijkende mening.
  • Stress te vermijden.
  • Niet te streven naar unanimiteit.
    Dit zorgt ervoor dat de druk op mensen om mee te gaan in de meerderheid
    kleiner wordt.
  • Maak groepen niet te groot.
    Te grote groepen zorgen ervoor dat mensen minder bijdrage leveren. Ook gaan
    mensen eerder achteroverleunen.
  • Stepladder approach.
    Hierbij worden er steeds nieuwe mensen toegevoegd aan een groep tijdens een
    discussie om nieuwe ideeën in te brengen.
  • Het zichtbaar maken van individuele input.
    * Anonimiteit te garanderen.
29
Q

Wat is bolstering in een groepsbeslisproces?

A

Wanneer een groep snel een beslissingen maakt en daarna tijd besteedt aan praten hoe goed de beslissing is.