Lecture 10 Flashcards

1
Q

Wat is macht?

A

Vermogen om veranderingen te bewerkstelligen in gedragsintenties van een persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke typen macht zijn er volgens French & Raven?

A
  1. Reward,
  2. Coercive,
  3. Legitimate,
  4. Referent,
  5. Expert,
  6. Informational
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het People’s Temple voorbeeld van macht?

A

De leider van de kerk had macht over zijn volgelingen en overtuigde hen om collectief zelfmoord te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat waren de kenmerken van de macht van Jim Jones over zijn volgelingen?

A

Jim Jones had verschillende soorten macht over zijn volgelingen, waaronder de referentmacht vanwege zijn charismatische persoonlijkheid en de legitieme macht die hij als religieuze leider had. Hij gebruikte ook coercive macht door straffen en bedreigingen te gebruiken om zijn volgelingen te controleren en beloofde hen beloningen om hun loyaliteit te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het Milgram-experiment?

A

Een experiment waarbij mensen als leraar en leerling werden ingedeeld, waarbij de leraar elektroshocks gaf als de leerling een fout maakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de verschillende manieren waarop macht kan worden uitgeoefend?

A

Direct vs indirect, rationeel vs emotioneel, bilateraal vs unilateraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is Reward power:

A

Definition: The power to give or withhold rewards in order to influence someone’s behavior.
Example: An employer giving an employee a bonus for exceptional performance.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is Coercive power?

A

Definition: The power to punish or withhold rewards in order to influence someone’s behavior.
Example: A teacher giving a student detention for misbehavior.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Legitimate power?

A

Definition: Power derived from an individual’s position or role within a group or organization.
Example: A police officer’s authority to enforce laws.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Referent power?

A

Definition: The power an individual has over others because of their charisma, personality, or reputation.
Example: A celebrity endorsing a product, influencing fans to purchase it.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Expert power:

A

Definition: The power an individual has over others because of their expertise or specialized knowledge in a particular area.
Example: A doctor giving medical advice to a patient.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Informational power?

A

Definition: The power an individual has over others because of their access to valuable or important information.
Example: A journalist breaking a news story that has a significant impact on society.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt er bedoeld met macht uitoefenen op een directe vs. indirecte manier?

A

directe uitoefening van macht is confronterend en laat geen ruimte voor keuze, terwijl indirecte macht subtieler is en zich bijvoorbeeld kan uiten in slijmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er bedoeld met macht uitoefenen op een rationele vs. emotionele manier?

A

rationele machtsoverdracht gebeurt door middel van argumentatie en logica, terwijl emotionele macht gebruik maakt van gevoelens en bijvoorbeeld inspeelt op vertrouwen of angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bedoeld met macht uitoefenen op een Bilateraal vs unilateraal manier?

A

bilaterale machtsoverdracht is tweerichtingsverkeer en houdt in dat beide partijen betrokken zijn bij het proces, terwijl unilaterale machtsoverdracht eenrichtingsverkeer is en één partij controle uitoefent over de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de gevolgen van het gebruik van dwang bij het uitoefenen van macht?

A

Het veelvuldig gebruik van dwang kan ervoor zorgen dat macht slijt en zijn effectiviteit verliest. Het kan ook leiden tot weerstand van degenen die de dwang ondergaan, waardoor het gezag van de machthebber wordt ondermijnd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom is ‘referent power’ belangrijk bij het uitoefenen van macht?

A

‘Referent power’ is belangrijk omdat het mensen motiveert om de wensen van de machthebber te volgen vanwege hun respect, bewondering of identificatie met de machthebber. Als de machthebber geen ‘referent power’ heeft, kunnen mensen in verzet komen tegen hun bevelen en hun gezag ondermijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het belang van beloning bij het uitoefenen van macht?

A

Beloning is een belangrijk middel om mensen te motiveren om de doelen van de machthebber te volgen. Het kan echter ook leiden tot minder inzet van mensen als het te vaak wordt gebruikt en als mensen het gevoel hebben dat de beloning niet in verhouding staat tot hun inspanningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de 3 reacties op macht volgens Kelman?

A
  1. Compliance,
  2. Identification,
  3. Internalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt compliance in als reactie op macht?

A

Mensen gehoorzamen, maar veranderen niet van mening, uit angst voor de consequenties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt identification in als reactie op macht?

A

Gehoorzamen omdat je gelooft in de persoon die opdraagt, je wilt erbij horen, identificeren.

22
Q

Wat houdt internalisatie in als reactie op macht?

A

Geloven in wat de persoon vraagt, dezelfde normen en opvattingen geïnternaliseerd/overgenomen hebben.

23
Q

Hoe kun je sektes herkennen en wat is het proces van invloedvergroting van de leider?

A

Sektes herken je aan isolatie, afsluiten van netwerken en geen contact meer met vrienden/familie. Leiders vergroten hun invloed door stapsgewijs meer van mensen te vragen en mensen zich te laten identificeren en internaliseren.

24
Q

Doel experiment Philips Barna?

A

Onderzoeken hoe rollen en macht mensen beïnvloeden door middel van een nagespeelde gevangenis met bewakers en gevangenen.

25
Q

Wat gebeurde tijdens experiment Philips Barna?

A

Bewakers maakten gebruik van hun macht, martelden gevangenen en gevangenen werden depressief.

26
Q

Wat is interpersoonlijke complementariteit en hoe beïnvloedt dit gehoorzaamheid?

A

Interpersoonlijke complementariteit verwijst naar de neiging van mensen om gedrag van anderen te spiegelen. Als iemand aardig doet, dan doe je aardig terug. Maar als iemand dominant doet, dan zorgt dit voor gehoorzaamheid van anderen.

27
Q

Wat is het verband tussen verminderd gevoel van verantwoordelijkheid en gehoorzaamheid?

A

Mensen kunnen loyaal zijn aan een machthebber, maar zich niet bezorgd voelen om de consequenties van hun daden. Bijvoorbeeld bij het experiment van Milgram zag de proefpersoon zichzelf niet als verantwoordelijk, waardoor hij gehoorzaamde aan de autoriteit.

Mensen kunnen zich ook minder verantwoordelijk voelen als ze gehoorzamen.

28
Q

Wat is de macht van betrokkenheid en hoe werkt dit in de praktijk?

A

Macht van betrokkenheid verwijst naar het opbouwen van macht door eerst iets kleins te vragen en vervolgens steeds iets groters. Hierdoor wordt de betrokkene geleidelijk aan meer en meer betrokken en is hij of zij uiteindelijk geneigd om meer te gehoorzamen.

29
Q

Op welke manieren hebben werkgevers macht?

A
  • Economische middelen (productie omlaag, saboteren, output wordt geraakt)
  • Informatiemiddelen (toegang tot deel van de info, verdraaien, niet vertellen)
  • Relationele middelen (werksfeer verzieken, roddelen)
  • Externe middelen (vakbonden, arbeidsorganisaties)
30
Q

Wat zijn Consequenties van macht ?

A
  • Stijging zelfwaardering (meer macht, positiever gevoel over zichzelf)
  • Gericht op actie (mensen worden besluitvaardiger van macht, durven meer risico te nemen, zijn actief en nemen geen afwachtende houding aan)
  • Stereotype beeld minder machtigen (hebben een ander beeld van andere mensen, vaak minder positief en stereotype. Doordat ze meer macht hebben, verwerken ze de info globaler en denken ze dat ze zelf wel beter zullen zijn omdat ze zo veel macht hebben)
  • Overschatting eigen kwaliteit en beoordelingsvermogen(overschatten door macht, te positief beeld van wat ze kennen en kunnen, overal een mening overal en overal verstand van)
  • Toekennen privileges (mensen met macht kennen zichzelf privileges toe. Met name als mensen op niet democratische gronden aan de macht zijn gekomen)
  • Streven om macht te behouden (mensen die ook macht willen op afstand houden)
31
Q

Een leider richt zich vaak op een bepaalde taak. Op welke van de twee taken richten leiders zich meestal?

A

.1 Taakgericht: Wordt alles goed uitgevoerd?
.2 Sociale verhoudingen: Hoe zijn de relaties onderling.

32
Q

Welke persoonlijkheids eigenschappen zie je iets vaker bij leiders?

A

.1 Extraversie
.2 Openheid

33
Q

Wat is de Fiedler’s contingency theory?

A

Het is een theorie die stelt dat de effectiviteit van leiderschap afhankelijk is van de match tussen de leiderschapsstijl en de situatie.

34
Q

Wat zijn de twee soorten leiderschapsstijlen in de Fiedler’s contingency theory?

A

Relatiegeoriënteerd en taakgeoriënteerd.

35
Q

Hoe wordt de leiderschapsstijl vastgesteld in de Fiedler’s contingency theory?

A

Dit gebeurt door middel van de Least Preferred Co-Worker Scale (LPC).

36
Q

Wat is LPC?

A

LPC staat voor Least Preferred Co-Worker Scale. Dit is een schaal waarin mensen hun minst gewaardeerde college moeten beschrijven, op basis daarvan wordt hun leiderschapsstijl vastgesteld.

37
Q

Waarvan hangt de effectiviteit van leiderschap af volgens de Fiedler’s contingency theory?

A

Het hangt af van de situatie, namelijk de
1. relatie tussen leider-groep,
2. de taakstructuur en
3. de positiemacht van de leider.

38
Q

Wat zijn de drie situatievariabelen die de effectiviteit van leiderschap beïnvloeden volgens de Fiedler’s contingency theory?

A

De relatie leider-groep, de taakstructuur en de positiemacht.

39
Q

Wat zijn beperkingen van Fiedlers Contingency theory

A
  • De empirische verbanden overtuigen niet altijd.
  • Het is niet duidelijk of de validiteit van de constructen hoog is.
  • Dit model is een soort ‘black box’. Hoe effectief leiderschap werkt is niet duidelijk.
  • De waardering van de leiderschapsstijl hangt ook af van de context.
40
Q

Wat is de approach/inhibition Theory of Power?

A

Een theorie die stelt dat macht het ‘approach systeem’ van mensen activeert, wat betekent dat macht mensen in beweging zal zetten.

41
Q

Waarom worden mensen in beweging gezet door macht?

A

Omdat macht is gekoppeld aan toegang tot materiële bronnen (geld, functies, etc.) en sociale bronnen (‘reward rich environment’).

42
Q

Wat zijn de gevolgen van macht voor het gedrag van mensen die in een machtspositie zitten?

A
  • Ze zijn meer gericht op actie
  • hebben een grotere risicobereidheid,
  • hebben meer zelfvertrouwen en zelfwaardering,
  • zijn gemiddeld minder goed in sociale perceptie en hebben minder inlevingsvermogen,
  • zullen meer en sneller privileges aan zichzelf toekennen,
  • streven om macht te behouden, en hebben last van morele hypocrisie.
43
Q

Waarom hebben mensen in een machtspositie last van morele hypocrisie?

A

Ze gaan strengere standaarden voor anderen gebruiken dan voor zichzelf.

44
Q

Een transformationele leider is charismatisch. Dit heeft een aantal kenmerken:

A
  • Idealized influence:
    Je bent iemand die waarden heeft die anderen ook willen hebben, als leider ben je een inspiratiebron voor mensen.
  • Inspirational motivation
    Je hebt een visie die mensen motiveert om ook naar die visie te streven.
  • Intellectual stimulation
    Dit is dat je als leider oude ideeën in twijfel trekt en nieuwe ideeën stelt voor de toekomst.
  • Individualized consideration
    Mensen hebben het gevoel dat ze worden gezien door de leider, dat de leider er is voor iedereen.
45
Q

Wat is transformationeel leiderschap?

A

Transformationeel leiderschap inspireert en bezielt. Het is vooral gebaseerd op gemeenschappelijke doelen en heeft een charismatische en inspirerende leider.

46
Q

Welke positieve effecten heeft transformationeel leiderschap?

A

Transformationeel leiderschap hangt positief samen met tevredenheid, betrokkenheid, motivatie en vertrouwen.

47
Q

Waarom is transformationeel leiderschap niet altijd effectief?

A

De leiderschapsstijl moet passen bij de organisatie en bij de leidinggevende. Als dat niet het geval is dan is de leiderschapsstijl niet effectief.

48
Q

Wat is het meest effectieve leiderschapstype als het gaat om participatie?

A

Democratisch leiderschap

49
Q

Wat is autocratisch leiderschap?

A

Een leiderschapsstijl waarbij de leider niet luistert naar werknemers, een alleenheerser is en zijn/haar eigen mening doorvoert.

50
Q

Wat is laissez-faire leiderschap?

A

Een leiderschapsstijl waarbij de leider zich te veel terugtrekt, te weinig betrokken is, niet ingrijpt bij conflicten en te weinig feedback geeft.

51
Q

Wat is het verschil tussen transactioneel en transformationeel leiderschap?

A

Transactioneel leiderschap draait vooral om managementvaardigheden, terwijl transformationeel leiderschap inspireert en bezielt, vaak gebaseerd op een gemeenschappelijke missie.

52
Q

Welke situationele en persoonlijke factoren kunnen bijdragen aan transformationeel leiderschap?

A

Situationele factoren: crisis, complexe problemen, uitdagingen.
Persoonlijke factoren: charisma, empathie, inspiratie.