latijn blok 17 Flashcards
1
Q
Phoebus
A
Apollo
2
Q
marmor, marmoris
A
marmer
3
Q
templum
A
tempel
4
Q
noster
A
(van) ons, onze
5
Q
nam
A
want
6
Q
namque
A
want
7
Q
depono (deponere)
A
neerleggen, afleggen, opbergen
8
Q
tantum
A
- alleen maar, slechts
- zoveel, zozeer
9
Q
ne
A
niet
10
Q
turbo (tubare)
A
in verwarring brengen, verwarren
11
Q
oro (orare)
A
bidden, smeken
12
Q
loquor (loqui)
A
spreken
13
Q
pater, patris
A
vader
14
Q
includo (includere)
A
in-, opsluiten
15
Q
iturus
A
part. fut. van eo (ire)
16
Q
numerus
A
getal, aantalmo
17
Q
mos, moris
A
gewoonte, gebruik
18
Q
mores, more
A
karakter, levenswijze, gedrag
19
Q
uterque, utriusque
A
(elk van) beide(n)
20
Q
tendo (tendere)
A
- (uit)strekken
- streven naar