latijn blok 12 Flashcards
1
Q
audio
A
durven, wagen
2
Q
impleo
A
(ver)vullen
3
Q
clamor, clamoris
A
geschreeuw, lawaai
4
Q
via
A
weg
5
Q
iterum
A
weer, opnieuw
6
Q
voco
A
- roepen
- noemen
7
Q
tectum
A
- dak
- huis
8
Q
sine
A
zonder
9
Q
infelix, infelicis
A
ongelukkig
10
Q
umbra
A
- schim
- schaduw
11
Q
oculus
A
oog
12
Q
coma
A
(hoofd)haar
13
Q
hareo
A
vast blijven zitten, kleven, (blijven) hangen
14
Q
dictum
A
woord
15
Q
dulcis
A
zoet, lieflijk, aangenaam