JAL HC 9 Flashcards
Recht
= argumenteren MAAR in bijzondere context.
Normatieve waardering rechtsregels
Zeggen hoe iets behoort te zijn, maar niet hoe het in werkelijkheid is.
Niet-feitelijke premissen recht
Bronnen van het recht (wet, rechtspraak…) zeggen niets over feitelijke toestand van de buitenwereld.
Recht = systeem
Als alle regels met elkaar samenhangen kan je uit de samen hang van die regels zelfstandig argumenten putten.
Argument IR
Middel
Eis IR
Voorwerp
Dagvaarding (5)
- Naam, voornaam, woonplaats eiser
- Naam, voornaam, woonplaats gedaagde
- Voorwerp en korte samenvatting middelen
- Rechter voor wie vordering wordt gebracht
- Plaats, dag, uur terechtzitting
Tegenargument IR
Verweermiddel / exceptie
Inhoudelijke / materiële excepties
Gaan over de grond van de zaak, over de inhoud.
Procesrechtelijke excepties
Gaan over de manier waarop voor gerecht gebracht.
Context van het discours (bijzonder discursieve context)
Manier van het verwoorden van uw betoog.
Middel =/= rechtsmiddel =/= bewijsmiddel
Middel = tegenargument Rechtsmiddel = actie tegen uitspraak Bewijsmiddel = stukken, informatie...om te tonen dat bewering klopt
Bijzondere situationele context
Proces = strak geregisseerd, regels zijn heel specifiek
wie voert wanneer het woord etc.
Confirmation bias bij rechters
Krijgen vooraf dossier te zien en vellen ongewild vaak al een oordeel. Argumenten die wijzen in tegenovergestelde richting gaan ze maar voor een stukje meenemen en kritischer bekijken. Ze kijken vooral naar wat strookt met hun oordeel.
Geschil
Onbevredigend meningsverschil
Geding
Voorlegging geschil aan rechter
Strafrecht (kenmerken)
algemeen vs. particulier belang
verticaal karakter, OM heeft touwtjes in handen
bewijslast openbare aanklager
inquisitoir
Burgerlijk recht
particulier vs. particulier belang horizontaal karakter accusatoir partijen op gelijke voet bewijzen door partijen bewijslastverdeling
Eis IR
Via gerechtelijk weg bv. vragen dat iemand anders iets doet of nalaat
Eiser
Persoon die als eerste iets eist
Eiser bij verzet
Eiser op verzet (opposant)
Eiser in hoger beroep
Appelant
Eiser in cassatie
Eiser in cassatie
Verweerder
Persson die zich tegen die eis verweert.
Verweerder bij verzet
Verweerder op verzet
Verweerder in hoger beroep
Geïntimeerde
Verweerder in cassatie
Verweerder in cassatie
Initiële eiser bij verweerder die ook eist
Eiser op hoofdeis + verweerder op tegeneis
Initiële verweerder wanneer deze ook eist
Verweerder op hoofdeis + eiser op tegeneis
Eiser in strafzaken
Openbaar ministerie met PdK
Verweerder in strafzaken heeft verschillende namen, waarom?
Zijn verschillende rechten aan gebonden.
Verweerder in strafzaken tijdens vooronderzoek
Verdachte
Verweerder in strafzaken zodra in verdenking gesteld
Inverdenkinggestelde
Verweerder bij verschijning voor politie- of correctionele RB
Beklaagde
Verweerder bij verschijning voor HvA
Beschuldigde
Zodra verweerder in strafzaken effectief veroordeeld is
Veroordeelde
Stelling eiser in burgerlijke zaken
Eis (of vordering)
Stelling verweerder in burgerlijke zaken
Verweer
Stelling OM in strafzaken
Strafvordering
Kenmerken strafvordering OM
Alle feiten moeten samen bewezen zijn, zijn niet in ondergeschikte orde
=> ondersteunende argumentatie
Stelling verweerder in strafzaken
Verdediging
Dagvaarding
Akte van gerechtsdeurwaarder aan tegenpartij om tegenpartij op te roepen om voor rechter te verschijnen.
Verzoekschrift
Geen gerechtsdeurwaarder, gewoon neerleggen op de griffie.
Vrijwillige verschijning
Uiteenzetting stellingen in document, vraag aan rechter om oordeel
Opstarten geding =
Kan via:
Aanhangig maken
Dagvaarding, verzoekschrift of vrijwillige verschijning
Mondelinge argumentatie in burgerlijke zaken
Pleidooi
Schriftelijke argumentatie in burgerlijke zaken
Conclusie
Reactie op conclusie
Tegenconclusie
Laatste conclusie
Syntheseconclusie
Hoger beroep aantekenen kan via
Akte van hoger beroep
cassatieberoep instellen kan via
voorziening in cassatie
reactie op cassatievoorziening
memorie van antwoord
Mondelinge + schriftelijke argumentaties OM
Conclusies
Betoog onderzoeksrechter
Verslag
Uitspraak raadkamer
Beschikking
Strafrechtelijk proces bij burgerlijke partij
Eis + pleidooi
Strafrechtelijk proces bij OM
Strafvordering + rekwisitoor
Strafrechtelijk proces bij verdediging
Pleidooi
Verdediging = beklaagde + advocaat
Schriftelijk betoog parket HvA
Akte van inbeschuldigingstelling
Schriftelijk betoog verdediging HvA
Akte van verdediging
Mondeling pleidooi van het OM tijdens strafrechtelijk proces
Rekwisitoor
Motiveringsverplichting
Aangeven om welke redenen rechter beslissing neemt
Doel motiveringsplicht (4)
- Tonen op welke feitelijke en juridische elementen uitspraak is gebaseerd
- Partijen mogelijkheid bieden te begrijpen waarom rechter die uitspraak doet
- Controle HvC mogelijk maken
- Antwoorden op middelen van syntheseconclusies
Beperking antwoordplicht
Geen plicht om te antwoorden op onduidelijke, hypothetische of innerlijk tegenstrijdige argumenten
Impliciet antwoord rechter
Op basis van een ander onderzoek geoordeeld en op geen enkele manier verwijst naar de waarde van een betwiste getuigenis
= redelijke invulling
Ratio decidendi
Cruciale argumenten voor de rechter voor onderbouwing stelling
Obiter dictum
Niet noodzakelijk, terloops. Zonder bewijs van deze argumenten zou oordeel nog steeds hetzelfde zijn.
Motivering
Argumentatio = redenen voor beslissing
Beschikkend gedeelte
Propositio, eigenlijke beslissing
Juridische betogen
Proposities verder onderbouwen met argumenten en gegevens.
Juridische relevantie van de feiten
Gelden de feiten wel als rechtsfeiten?
Vb. Slag in gezicht is niet juridisch relevant in de context van een bokswedstrijd voor de norm art. 1382 BW
Bewijsvoering
Bewijsstukken verzamelen om correctheid redenering aan te tonen (correctheid redenering = inhoudelijke juistheid van premissen)
Bewijsregeling
Wettelijke regeling van de bewijsvoering
wat mag je als bewijsstuk gebruiken en welke waarde heeft het?
Bewijsmiddel (2)
- Instrument om bewijs te leveren = drager van informatie
Vb. Videoband - Inhoud van dat instrument = bewijzende informatie
Vb. wat video toont
Bewijswaarde
Drukt uit welke overtuigingswaarde bewijsmiddel heeft voor rechter
Wettelijke bewijswaarde
Wet schrijft voor welke overtuigingswaarde een bepaald bewijsmiddel heeft
–> specifieke gevallen
Tegenbewijs
=/= bewijs van tegendeel
Slechts neutralisatie, weerlegging.
Tegenaanval
Bewijs van tegendeel, tegengestelde feiten zijn waar.
Aanvoeringslast
Wie de stelling poneert, moet ondersteunende feiten aanvoeren
Bewijslast
Bepaalt wie bewijs van bepaald feit moet leveren
Rust de bewijslast op jou
Dan moet je bewijs leveren
Rust de bewijslast op de tegenpartij
Dan kan je volstaan met tegenbewijs
Kwijting
Handeling waarmee schuldeiser aangeeft dat geleverde prestatie oké is => hang je ook aan vast!
Verbod op rechtsweigering
Rechter moet ook wanneer de dingen niet helemaal duidelijk zijn een beslissing nemen.
Bewijsrisico
Op einde van proces bepalen wie risico onduidelijkheden draagt
Regulariteit
Enkel rekening houden met bewijsmiddelen die voldoen aan de regels die het recht oplegt.
–> verschil tussen werkelijke feiten en in proces aanvaarde feiten
Juridische relevantie
Kwestie van interpretatie en argumentatie (context)
Normatieve oefening (juridische relevantie) \+ welke drogreden?
Je kan nooit uit de feiten opzicht afleiden dat ze relevant zijn voor het recht.
= beoordeling die je zelf moet geven
! Oppassen voor is/ought-drogreden