JAL HC 4 Flashcards
Modus ponens
Bevestiging van het antecedens.
Modus tollens
Ontkenning van het consequens.
BAOC
= oké!
OABC
O nee!
Logica
= vorm, stelt de waarheid van premissen niet in vraag. De feitelijke waarheid is irrelevant voor de logica. De logica is slechts een voorwaardelijke geldigheid. De feitelijke waarheid van de premissen is een voorwaarde voor de praktische bruikbaarheid van de conclusie. Deductief geldig redeneren is stap 1. Specifieke vakkennis is de 2e stap.
Logica focust niet op de inhoud van uitspraken en redeneringen, maar enkel op de wijze waarop proposities met elkaar worden verbonden. (de ‘vorm’ van uitspraken en redeneringen)
Geldige redenering
Ofwel correct, ofwel incorrect.
Correcte redenering
Geldig + feitelijk juiste premissen.
Incorrecte redenering
Geldig + feitelijk onjuiste premissen.
Geldigheid
In overeenstemming met regels logica.
–> waarheid conclusie wordt gegarandeerd door waarheid premissen
Welwillendheidsprincipe (wanneer gebruiken)
Komt o. a. aan bod wanneer je enthymemen aanvult en dus verzwegen premissen moet expliciteren. Dat principe zegt je meer concreet welke premissen je het best toevoegt opdat je uiteindelijk een geldige (maar niet overbodige) redenering krijgt.
Welwillendheidsprincipe (werking)
Volgens dit principe moet je de zinnen van een redenering ‘welwillend’ interpreteren, en meer bepaald op zo’n manier dat je van die zinnen (voor zover dat mogelijk is) een deductief geldige redenering maakt.