JAL HC 8 Flashcards
Hoe weerleg ik tegenargumenten? (3)
- Tegenargumenten aanvoeren = tegenaanval
- Pijnpunten aankaarten in argumentatie tegenstander = verdediging
Verhouding argumentatieschema’s en drogredenen
Argumentatieschema’s: soort info = centraal
–> link argument en gebruikte soort informatie (deskundigheid, gelijkenis etc)
Drogredenen: argument zelf = centraal
–> niet langer de link
3 functies drogredenen
1) Bevestiging eigen stelling
2) Weerlegging andere stelling
3) Ontwijking andermans argument
3 soorten drogredenen
1) Inferentieschema = gebruikte redeneervorm
2) Informatiebron = waar komt argument vandaag
3) Betekenis = woord anders ingevuld
Deductieve drogreden
OABC = O NEE
Drogreden van de compositie
Je concludeert onterecht dat iets waar is voor het geheel op basis van het geit dat het waar is voor een deel van het geheel.
Drogreden van de divisie
Wat waar is voor het geheel, moet waar zijn voor een deel.
Foutieve disjunctie
Inclusieve en exclusieve verward (verkeerde of)
(minstens één is waar vs. slechts één is waar)
–> equivocatie van of
Vals dilemma
Contradictie, maar in werkelijkheid contrair
–> Doen alsof er twee opties zijn, terwijl er in realiteit meer zijn
Vals compromis
Onterecht stellen dat de compromis tussen twee betwiste stellingen de waarheid is
–> De waarheid sluit geen compromissen
Non sequitur (volgt niet)
Conclusie volgt niet uit premissen, dus niet deductief geldig
Inductieve drogreden
Vanuit concreet geval naar algemene regel
Abductieve drogreden
Vanuit concreet geval naar ander geval
Probleem inductie en abductie
Moeilijk om uit aantal observaties algemene regel te induceren.
Overhaaste veralgemening
Te snel vanuit het bijzondere denken dat we het allemaal wel weten.
= Inductieve drogreden
Jumping to conclusions
Te snel naar een bepaalde verklaring springen
= Abductieve drogreden
Verklaring op basis van te weinig informatie en altijd zeer specifieke elementen van de werkelijkheid
Metalogische drogredenen
= restcategorie, horen niet thuis in voorgaande categorieën.
Dicto simpliciter
Doen alsof de algemene regel een absolute regels is = je doet onterecht alsof er geen uitzondering bestaan
Link met compositie: verwarring deel/geheel
Vb. Sporten is gezond, iedereen moet sporten!
Cirkelredenering
Conclusie = premisse
Wat u probeert te bewijzen gaan onderbouwen met een argument dat veronderstelt dat uw conclusie klopt.
Variant cirkelredenering: herhaling
= herformulering permisse
TEST: vervang het woordje want gewoon door een leesteken, als het kan => herhaling
Variant cirkelredenering: circulariteit
= mening voordoen als argument
Uit p volgt q en q volgt uit p
Impertinente argumenten
Aangedragen informatie onderbouwt de stelling niet, doet niet ter zake
Triviale argumenten
Dragen zelfs geen nieuwe info aan
Drogredenen die betrekking hebben op de informatiebron
Argument hecht meer belang aan oorsprong van informatie dan aan de informatie zelf.
Eerder ad populum dan ad verecundiam
Ad numerum
op het aantal: meerderheid heeft gelijk
Ad antiquitatem
oudheid: traditionele visie heeft gelijk
Ad novitatem
nieuwheid: recente opvatting heeft gelijk
Ad crumenam
rijkdom: welvarend spreker heeft gelijk
Ad lazarem
armoede: arm spreker heeft gelijk
- -> geen geld, wordt onterecht als betrouwbaar gezien
Ad misericordiam
medelijden: meelijwekkend heeft gelijk
= spelen op gevoel, niet op inhoud
Ad lapidem
op de steen: te evident voor woorden
Drogredenen die betrekking hebben op de betekenis
Argumenteren is een talige activiteit, het gebruik van worden kan misbruikt worden.
Misbruik van etymologie
Betekenis woord onterecht gebruiken als argument.
Vb. Mondmasker =/= mond- en neusmasker
Weerleggende drogredenen
Argumenten die een stelling van een ander proberen te weerleggen. Je voert geen inhoudelijke argumenten aan, je beperkt je tot andersoortige informatie.
Argumentum ad lapidem in 2 contexten:
- Bevestigende: Jij hoeft je eigen stelling niet te verdedigen want het is toch zo vanzelfsprekend!
- Weerleggende: Jij hoeft dat argument niet te weerleggen want het is totaal van de pot gerukt!
Vergiftigen van de bron (poisoning the well)
Ongunstige informatie verspreiden over onderwerp waardoor het negatief wordt belicht. Op voorhand zwart maken, zodat argument in slechte aarde valt.
Link vergiftigen bron en ad hominem
VVDB = niet altijd aanval, soms framing AH = gericht tot wederpartij, jij bent... VVDB = gericht tot publiek, deze persoon is...
Overhaast tegenvoorbeeld
Jij bestrijdt je gesprekspartners algemene regel met een concreet tegenvoorbeeld.
–> zou werken bij een ABSOLUTE regel
Je reageert dus eigenlijk op een stelling die niet wordt verdedigd (stromanargument)
–> jij doet de uitspraak van je gesprekspartner voor als absolute uitspraak, je reageert op een absolute regel terwijl die een algemene regel bedoelt
Ontwijkende drogredenen
Neiging om zich in allerlei bochten te wringen wanneer argument tegenstrever mogelijks terecht is. Ongelijk niet willen toegeven.
= eerder verschuiving bewijslast
Shifting grounds
I.p.v. originele stelling te blijven verdedigen, subtiel andere stelling innemen die je gaat verdedigen.
‘Eigenlijk bedoelde ik iets anders’
Rode haring
= verschuiving van de aandacht MAAR blijft zelfde stelling verdedigen
–> introductie niet onderwerp dat vaak discussie snel verhit, zodat niemand nog weet waar het eerder over ging.
Meervoudige vraag
Overrompeling met eisen waar proponent redelijkerwijze niet aan kan volgen. Je reageert niet enkel op stelling maar ook meteen bijkomende fundamentele vragen waar geen pasklaar antwoord op bestaat.
Complexe vraag
Antwoord op vraag impliceert bevestiging andere stelling.
–> dwingt u ertoe antwoord te geven dat u misschien niet wil geven
= in strijd met de vrijheidsregel
Relativisme
Als alles faalt, gelijkspel uit de brand proberen te slepen.
–> ieder zijn waarheid: jij gelijk in jouw situatie, ik in de mijne.
Vaak gepaard met overhaast tegenvoorbeeld
Vb. Roken en drie keer per week hoog tempo lopen