JAL HC 10 - Visies op de bronnen van het recht Flashcards

1
Q

Algemene référé législatif

A

Terugverwijzing van zaak naar wetgever door interpretatieverbod en doorverwijsplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bijzondere référé législatif

A

Doorverwijsplicht voor Tribunal de cassation als na twee vernietigingen ook derde rechter recht verkeerd toepast; dan interpretatieve wet nodig ter verduidelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Taak rechter

A

Mechanisch, als logisch systeem: als computer wet toepassen op feiten
–> deductieve logica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Subsumptie

A

Onderbrenging van begrip of structuur onder ander begrip of structuur
–> onderbrengen van rechtsfeiten onder de toepassingsvereisten rechtsnorm, toepassen van rechtsnorm op casus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorkeur voor a contrario redenering

A

Equivalentie: als lezen als slechts als
–> wet is volledig, toepassingsvoorwaarde alleen is niet voldoende, maar ook noodzakelijk!
Als de wet gewild had dat het gevolg intrad had ze dat wel gezegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorkeur voor grammaticale interpretatie

A

Duidelijke wet behoeft geen interpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorkeur voor systematische interpretatie

A

Rationele wetgever = perfect logisch geordend systeem –> uit systeem veel afleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volledigheid en perfectie wet

A

Tekst zou moeten volstaan om te bepalen of rechtsgevolg al dan niet intreedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belang argumenten op basis van regels

A

Voor deductief en logisch redeneren heb je algemene regel nodig + voor volledigheid en perfectie wet heb je steeds algemene regels nodig die meteen kunnen worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Systeem van de wet: hiërarchisch

A

Hogere norm heeft voorrang, rechtsorde te herleiden tot één fundamentele basisnorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rigide

A

Betekenis rechtsregel vloeit voort uit bewoordingen en plaats in hiërarchie der normen; dura lex sed lex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reactie op onhoudbaar interpretatieverbod

A

Verbod op rechtsweigering: rechter moest altijd recht spreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Instrumentalisering van recht

A

Recht moet maatschappelijk, wenselijk geachte veranderingen realiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Redeneren naar topisch en creatief model

A

Redeneren a.d.h.v. gezichtspunten, factoren…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

inhoudelijke rechtsbeginselen

A

fundamentele waarden in de rechtsorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

formele rechtsbeginselen

A

bron van niet-wettelijke rechtsregel die zelfstandig voor HvC kan worden aangevoerd als middel