Hoorcollege 9 Diversiteit in onderwijs Flashcards

1
Q

Groepsvorming op school

A

Bij groepsvorming zijn er 5 verschillende fasen die doorlopen worden.
+ Forming: Elkaar leren kennen. Denk aan kennismakingspellen. De leerkracht kan deze inzetten om de leerlingen met elkaar in gesprek te krijgen. Dit gebeurt de eerste paar dagen.

+ Norming: Hier worden afspraken gemaakt. Wat is er nodig om een leuke groep te worden? Denk aan antwoord respect. Waarden, normen, regels, gedragsverwachtingen worden besproken met de leerkracht.

+ Storming: fase waar leerlingen constructief leren om te gaan met elkaar. Er is een automatische hierarchie die ontstaat in een groep. Dit gebeurt in de storming-fase. Leren met conflicten om te gaan als groep.
Als de storming-fase goed is doorlopen kan je doorgaan naar de performing. Is dit niet het geval? besteed dan meer tijd aan de storming.

+ Performing: iedereen voelt zich veilig genoeg om bij te leren. Deze fase neemt het grootste deel van het schooljaar in. Plezier, rust, orde, samenwerken en samenleven, talentontwikkeling, … Gaat over de basis van het onderwijs, het leren. Window of tolerance moet gerespecteerd worden. Iemand die te weinig gestimuleerd wordt presteert niet optimaal.

+ Adjourning: terugblik en vooruitblik. Afscheid nemen van elkaar, voorbereiden op nieuwe klas/school. Denk aan examenstunt, schoolfeest enzovoort.
Is relevant voor het werkveld om bv. te reflecteren over de begeleiding van een leerling als zorgcoördinator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociogram

A

Sociogram brengt in de sociale relaties in kaart.
ZIE FIGUUR 16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vierladenmodel (sanctiebeleid, hoe ga je om met overtredingen)

A

Sanctiebeleid bied transparantie voor leerlingen en ouders. Ook de leerkrachten weten wanneer gedrag de regels overtreed. De leerling leert dan ook dat er consequenties zijn voor bepaalde acties. Zo kan iedere leerling zich goed voelen op school.

Er zijn 4 soorten overtredingen in het vierladenmodel.
1. Zware overtreding, eenmalig –> Straf-als-signaal. Denk aan een nitraat afsteken op of rond school.
2. Storende overtreding, eenmalig –> Waarschuwen. Denk aan schreeuwen door de klas.
3. Zware overtreding, herhaaldelijk –> Wat kan beter? Denk aan meerdere keren boeken niet bij hebben.
4. Storende overtreding, herhaaldelijk –> Herstel eisen. Denk aan fietsen stelen van het schoolplein.

Het is normaal als kinderen de regels verbreken. Hier zijn een aantal passende consequenties:
1: Nablijven, weken lang corvee, …
2: Opmerking, te-laat briefjes halen, …
3: Ouders informeren op gedrag leerling, naar lokaal 13, corvee, …
4: Schorsing, van school sturen, externe hulp –> bureau HALT.

De achterliggende rede van bepaald gedrag is van belang op de reactie. Denk aan iemand die te laat komt uit slordigheid of iemand die te laat komt omdat hij voor zijn moeder moet zorgen in de ochtend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kinderrechten

A

UNICEF: kinderrechtenorganisatie VN
1989: Internationaal Verdrag inzake Rechten van het Kind. Het IVRK bestaat uit 54 artikelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kinderrechtencommissariaat

A

Het kinderrechtencommissariaat is opgericht door het Vlaams parlement als onafhankelijke instantie. Alles wat het KRC doet, staat in het teken van een goede naleving en toepassing van kinderrechten in Vlaanderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DRM stelt…

A

DRM regelt de relatie tussen minderjarige cliënt en zijn jeugdhulpaanbieders.
Er is een artificiële grens van 12 jaar op rechten.
We doen alles met het belang van het kind in gedachten.
Elk kind heeft recht op een vertrouwenspersoon.
Privacy
Zakgeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Integrale Jeugdhulp (IJH)

A

Niet rechtstreekse hulp kan je niet zelf aanvragen, deze hulp is ingrijpender en hiervoor heb je toegang nodig.

Rechtstreekse hulp kan je zelf naar toe stappen.

Bovenste pijl: naar intersectorale toeganspoort: ouders vragen extra hulp aan: bv. tijdelijke uit huis plaatsing.
Onderste pijl: ouders werken niet mee: gemandateerde voorzieningen gaan onderzoek doen wat het beste is voor het kind.
ZIE FIGUUR 17

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Doelstellingen van de IJH.

A

Vermaatschappelijking van de jeugdhulp: bv. vader moet 4 weken in revalidatie en kan dan niet voor zijn kinderen zorgen. Wat nu met de kinderen? –> eerst kijken in het netwerk, daarna pas kijken naar organisaties.
Hier hoort ook bij de ouders versterken om de problemen die er spelen aan te pakken.

Tijdige toegang tot de jeugdhulp: Bv. thuisbegeleidingsdiensten, hierdoor kan gezin tijdelijk toegang hebben tot die hulp. Doorverwijzen kind naar een andere voorziening???

Hulp continuïteit waarborgen: Vertrouwenspersoon betrekken bij hulpverlening. Na begeleiding ook thuisbegeleiding meteen kunnen opstarten, zo neem je de continuïteit in acht. (vroeger: 7 maanden wachten zonder begeleiding)

Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting: Iedereen heeft de verantwoordelijkheid om bij verontrusting de persoon aan te spreken.

Voorzien in een aanbod crisisjeugdhulp: 24/7 bereikbaar: opvang, oplossing aanbieden aan kinderen voor korte termijn. Crisismeldpunt probeert situatie te schetsen en tijdelijke opvang te bieden.

Maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin: Minderjarige en zijn gezin moeten zoveel mogelijk betrokken worden. Idealiter vind je overeenstemming, mocht dit niet het geval zijn dan maak je keuzes voor het kind, maar dan geef je dit wel aan bij de ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly