Hoorcollege 10 IJH vervolg Flashcards

1
Q

Integrale Jeugdhulp (IJH)

A

ZIE FIGUUR 17
Rechtstreeks: Kan je naar toe zonder doorverwijzing. Denk aan KIND&gezin, CLB, CAW
Niet-rechtstreeks: Hier heb je een doorverwijzing voor nodig en vaak nog meer.
Intersectorale toegangspoort: Gepaste hulp zoeken, dit gebeurt wanneer rechtstreekse hulp niet genoeg blijkt te zijn. Denk aan VAPH
Gemeenschapsinstellingen: Een mooi woord voor jeugdgevangenis.
Gerechtelijke jeugdhulp: ?
Gemandateerde voorzieningen: ?
Parket: ?

Crisiscentrum (staat niet op illustratie): Interventie, begeleiding. Kan je 24 uur per dag bereiken voor hulp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IJH vroeger en nu

A

Vroeger: weinig communicatie tussen hulpverleningsinstanties.

Nu: er wordt meer ingezet op het netwerk en de jongere wordt betrokken in het proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

A

Hier kunnen jongeren en hun ouders direct naartoe.
Brede instap: laagdrempelige voorzieningen.

Hier horen bij:
CGG, mensen psychologisch begeleiden.
CKG, kortdurende opvang voor jongeren.
DOP, thuisbegeleiding bij mensen met een handicap.
COS, begeleiding van kinderen t/m 6 jaar, gaat over kinderen met een vermoeden van een ontwikkelingsstoornis. Hoe eerder een ontwikkelingsstoornis ontdekt wordt, hoe beter je het kan behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intersectorale toegangspoort

A

Dit is de brug tussen RTJ en NRTJ.
Er is een A-doc (aanvraagdocument) nodig om naar de NRTJ te gaan.

Indicatiestelling: is de situatie ernstig genoeg? Is het nodig om extra intensieve hulp te bieden? Met deze vragen houd de indicatiestelling zich bezig.

Jeugdhulpregie: erkent situatie, maar welke hulp gaat de persoon het meeste helpen. Maken een plan op naar welke organisatie de persoon door verwezen zal worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

NRTJ

A

Intensieve en ingrijpende hulp. Vaak langdurige hulp.

Hier horen instanties als:

  • PAB, budget dat het gezin krijgt voor extra ondersteuning / hulp. Denk aan hulpmiddelen om de les te volgen. Vb. een tolk.
  • CKG is bij NRTJ wanneer het gaat om langdurige residentiële opvang.
    Ambulante hulpverlening = zonder te blijven slapen. Dit is het geval wanneer het CKG bij RTJ hoort.
  • CIG: centra waar een gezin als geheel kan verblijven. Denk aan moeder die met kind weggaat bij agressieve partner.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gemandateerde voorziening

A

Dit is ook een brug tussen RTJ en NRTJ. Deze brug wordt gebruikt als de ouders niet meewerken en het kind zijn ontwikkeling en veiligheid in gevaar is. Brug wordt dus gebruikt bij verontrustende situaties.

OCJ (ondersteuningscentrum jeugdzorg) en VK (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling) zitten in deze brug. VK kan doorverwijzen naar de jeugdrechter en bied begeleiding bij noodzaak. Het OCJ kan ook doorverwijzen, maar ook consult bieden, onderzoek doen naar de noodzaak, hulpverlening bieden of opvolgen.

Naar VK doorverwijzen bij kindermishandeling.

Naar OCJ doorverwijzen wanneer de ontwikkeling van het kind in gevaar is.

Het kan zijn dat de ouders het niet eens zijn met de beslissing van instanties zoals het CLB. Ouders gaan niet akkoord en geven geen toestemming om het kind te begeleiden. Wanneer de instanties het zo uit de hand vinden lopen, dan loopt het proces via de gemandateerde voorzieningen.
Ouders zeggen dat er geen extra hulp nodig is.
Instanties zeggen dat er wel extra hulp nodig is.
Instanties leveren dan een M-doc in om hun redenering te motiveren.
De M-doc komt bij de gemandateerde voorzieningen, zij gaan beslissen wat er gaat gebeuren. De gemandateerde voorzieningen (VK en OCJ) gaan onderzoeken of de instanties of de ouders gelijk hebben.

Denk aan uithuwelijking verhaal. Ouders willen uithuwelijken, kind wil dit niet.

Als ouders blijven weigeren dan wordt er doorverwezen naar het parket (jeugdrechter). De jeugdrechter wordt bijgestaan door SDJ.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Jeugdrechtbank gerelateerd.

A

Vb. MOF, gewapend overval, loverboy, herhaaldelijke diefstal, …
VOS, er wordt zorgen gemaakt over de zorgsituatie van het kind. Vb. tiener die veel spijbelt, waarbij de ouders dat niet veel uitmaakt. Denk ook aan kindermishandeling.
In heel uitzonderlijke situatie zet de jeugdrechter de ouders uit ontzetting van ouderlijk gezag. Gebeurt in heel extreme, onveilige situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemeenschapsinstellingen

A

Jongeren gaan hier vaak naartoe door het plegen van een MOF of als er een heel onveilige situatie is.
Jeugdgevangenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Crisisjeugdhulp

A

Dienst die 24 uur per dag bereikbaar is. Zorgt voor opvang bij dringende hulpscenario’s.
Crisisinterventie aan huis of in voorziening (1 tot 3 dagen)
Crisisbegeleiding aan huis of in voorziening (max 1 maand)
Crisisverblijf in voorziening of pleeggezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beroepsgeheim tussen hulpverleners

A

Voorwaarden:
1. De gegevensuitwisseling heeft alleen betrekking op gegevens die noodzakelijk zijn voor de jeugdhulpverlening.
2. De gegevens worden alleen uitgewisseld in het belang van de personen tot wie de jeugdhulpverlening zich richt.
3. De hulpverleners proberen, zo veel mogelijk, de instemming met de gegevensuitwisseling te verkrijgen van de persoon op wie de gegevens betrekking hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Echtscheiding (decohabitatie)

A

Als er sprake is van een (echt)scheiding wordt een (huwelijks)relatie beëindigd en worden de (juridische) banden tussen partners verbroken. Dit is een ingrijpende gebeurtenis en een emotionele periode met veel verandering.

Echtscheiding: huwelijk dat wordt ontbonden.

Decohabitatie: beëindigen samenwoonstvan ouders.
OF
Birdnesting: Huis is centrale plek voor de kinderen. Ouders wisselen om de zoveel tijd in het huis. Kinderen blijven altijd in het huis.
Voordelen:
Alle spullen van de kinderen op één plaats.
Kinderen hoeven niet te verhuizen en komen daardoor niet in compleet nieuwe sociale situatie terecht.

Nadelen:
Gemeenschappelijke spullen liggen in één huis, dit kan voor wrijving zorgen.
Waar verblijven ze de andere tijd?

Behoeften aan bij echtscheiding:
Baby’s: veilige hechting, rust, regelmaat
Peuters: duidelijkheid, aandacht, liefde
Basisschool: meer bewust, bescherming tegen conflicten
Oudere kinderen: behoefte aan inspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen voor kinderen van een echtscheiding.

A

Nadelige gevolgen:
- Kinderen vaker dan vroeger betrokken
- Behalen slechtere schoolresultaten
- Vaker emotionele- en gedragsproblemen (meisjes vs. jongens)
- Intergenerationele overdracht
Maar:
Het merendeel ervaart geen langdurige problemen.
De gevonden verschillen zijn niet groot.
Soms ook beter functioneren, bepaalde kinderen beter af!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Problemen en overdracht.

A

Internaliserende problemen: Problemen die zich intern voordoen en niet naar buiten komen.
Externaliserende problemen: Problemen die zich uiten in gedrag, denk aan sneller ruzie maken.

Intergenerationele overdracht: overdracht van gescheiden ouders naar jou. Als jouw ouders gescheiden zijn is de kans groter dat jij gaat scheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Pubers

A

Hormonen spelen een grote rol in de puberteit. Dit kan voor opstand zorgen.
Belangrijke ontwikkeling in puberteit: ontwikkelen van identiteit, dit zorgt voor afzetting tegen ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vechtscheiding

A

Niet scheiding op zich, wel manier waarop scheiding gebeurt is doorslaggevend.
Conflicten tussen ouders zijn belangrijkste risicofactor.
Erg stressvol voor kinderen, vooral wanneer kind(eren) ‘tussen’ ouders bevinden –> emotionele onveiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nieuw samengestelde gezinnen

A

Bij nieuw samengesteld gezin wordt minder snel getrouwd dan bij een kerngezin.

17
Q

Loyaliteitsconflicten

A

Eerste opvoedingstaak: Ouder-kindrelatie, belangrijk aspect is loyaliteit.

Hoe kunnen loyaliteitsconflicten voor komen bij kinderen waarvan de ouders scheiden?
Denk aan plusmama “mama” noemen.

Duidelijk praten met kind over loyaliteitsconflicten.

Belangrijk dat ouders hier oog voor hebben, kinderen toestaan om loyaal te zijn aan beide ouders.

18
Q

Gezagsconflicten en grensproblemen

A

Twee gezinnen, verschillende waarden, normen en regels.
Mogelijke conflicten tussen ouders over aanpak.

19
Q

Hulpverlening bij een problemen met het gezin doet aan veelzijdige partijdigheid.

Psycho educatie

Samenhang bevorderen.

A

Veelzijdige partijdigheid: Laat kant van iedereen zien, geeft iedereen de kans om te praten en kiest geen partij.
Psycho-educatie speelt hier een grote rol. –> ideaalbeeld van hun kerngezin kunnen loslaten.

Een samengesteld gezin gaat enkel kunnen hechten door samenhang bevorderende activiteiten.
Samenhang bevorderende activiteiten: Denk aan uitjes doen met het samengestelde gezin, bowlen, dierentuin, …

20
Q

Een kind mag zelf beslissen over hulpverlening vanaf 12 jaar. Onder de 12 jaar heeft hij/zij toestemming nodig van de ouders.

A