Hoorcollege 3 Armoede en KOPP Flashcards
Armoede
Armoede is meer dan een gebrek aan geld, het is ook een gebrek aan gezondheid, vrijheid, kansen en andere financiële middelen.
Armoede kan vaak negatieve gevoelens oproepen.
We spreken over armoede wanneer iemand zijn materiële, culturele en sociale middelen onvoldoende zijn om op een minimaal aanvaardbare manier te leven. De minimale aanvaardbaarheid wordt bepaald door de samenleving waar men zich in bevind.
Opgroeien in armoede bedreigt de ontwikkelingskansen van kinderen.
Armoede kan leiden tot een schending van mensenrechten.
Mogelijke schade door opgroeien in armoede
- Uitsluiting van de groep, minder sociaal betrokken. Door dit minder grote netwerk ontstaat er weer isolement.
- Onderbenutting van middelen.
- Toxische stress
Kan als gevolg invloed op de hersenontwikkeling en huiselijk geweld hebben.
–> - Invloed op executieve functies door stress
Menselijk brein zorgt voor executieve functies, hier worden voor- en nadelen afgewogen om tot een logische keuze te komen. Dit deel zorgt ervoor dat je nadenkt voor je een keuze maakt.
Toxische stress kan invloed hebben op het ‘reptielenbrein’. Door een toename hiervan ga je meer handelen uit emoties.
Hoe vaker je dit ‘reptielenbrein’ gebruikt, hoe vaker je het in nieuwe gevallen hergebruikt.
Pedagogisch perspectief van mogelijke schade door armoede
Het pedagogische veld vraagt zich af of armoede een sociaal probleem is of een opvoedingsprobleem.
Opgroeien in armoede brengt kinderen een bepaalde schade toe. Denk aan ontwikkeling van het brein.
Hierdoor werd er in 1914 de leerplicht België ingevoerd. Inzicht dat het kind heeft stimulatie nodig heeft.
Maatschappelijke oorzaken van armoede: Te hoge medische kosten, …
Sociale oorzaken van armoede: Te veel geld uitgeven, verslaving, kiezen om een kind te nemen met te weinig geld, …
Soorten armoede
- Generatiearmoede
Armoede die door wordt gegeven aan de volgende generatie. - Nieuwe armoede
Armoede die ontstaat bij iemand die eigenlijk weinig risico had tot armoede. Dit gebeurt vaak uit onvoorziene situaties. - Werkloosheidsval
Mensen die proberen te werken vanuit werkloosheid, maar bij het werkende leven minder verdienen. Deze mensen gaan liever niet werken, aangezien dit nadelig is. - Working poor
Mensen die werken en zich toch in de armoede bevinden. - Gekleurde armoede
Armoede bij bv. migranten die een nieuw land binnenkomen. Deze mensen hebben een extra set uitdagingen, zoals de taal en cultuur nog leren.
Hulpverlening bij armoede
- Stress-sensitieve hulpverlening wordt hier toegepast. Je staat dan vooral met de hulpvrager niet tegenover of boven die persoon. Er wordt gefocust op de stress, wat veroorzaakt deze stress en hoe kunnen we die verlichten?
Deze hulpverlening bestaat uit psycho-educatie, instrumenten om doelen te stellen, experimenteren met beloningen.
In maatschappelijke context wordt er vaak oordelend naar deze mensen gekeken.
- Gehechtheid tussen kinderen en ouders vergroten.
Dit kan door middel van mentaliseren.
Mentaliseren = groot empathisch vermogen hebben en kijken naar wat er achter het gedrag zit. Mensen die veel stress ervaren kunnen niet goed mentaliseren.
Werken op gedrag: positief benadrukken wat de ouders doen.
En altijd een goed luisterend oor aanbieden.
KOPP en KOAP
KOPP staat voor kinderen van ouders met psychische problemen.
KOAP staat voor kinderen van ouders met afhankelijkheidsproblemen. Denk aan ouders die afhankelijk zijn van een middel.
Deze termen zijn geen diagnoses, maar eerder een verzamelnaam.
Risicofactoren:
- Leeftijd van het kind.
- Ernst en duur van de psychische- of afhankelijkheidsproblemen.
- Beperkt sociaal netwerk
KOPP en KOAP Gedragskenmerken.
KOPP wordt het kind soms ook gezien als iemand met psychische problemen, omdat de ouder het heeft. De algemene mens scheert hun dan over één kam.
Algemene gedragskenmerken:
- Kinderen van ouders met psychische problemen/ afhankelijkheidsproblemen nemen meer verantwoordelijkheid, omdat de ouder dit zelf niet doet.
- Schoolprestaties van kinderen lijden onder problemen van thuis.
- Weinig buitenschoolse activiteiten, omdat ze het druk hebben met ouder.
- Spijbelen en pesten
- Gedrag dat lijkt op ADHD/ ASS/ …
Impulsief, stemmingswisselingen, opstandig, “kort lontje”, … - Gevoeligheid voor stemmingen van anderen
Window of tolerance
Als we ons binnen de window of tolerance bevinden, dan voelen we ons fijn. Het lichaam is in optimale staat en mentale en emotionele activiteiten zijn beide toegankelijk.
Buiten deze marge komt ons reptielenbrein in actie en kan je gaan handelen uit emotie. Het is dan essentieel de persoon af te laten koelen en vervolgens pas met hem te gaan praten.
Als je boven je window of tolerance gaat door over-stimulatie, dan kom je in een staat van ‘hyper-arousal’. Je voelt dan te veel emotie en je wordt emotioneel gestrest, overreactief, … Je komt in een fight-or-flight reactie.
Als je onder je window of tolerance gaat door onder-stimulatie, dan kom je in een staat van ‘hypo-arousal’. Je voelt dan te weinig emotie en je wordt ongemotiveerd, depressief en sloom. Je komt in een freeze reactie.
ZIE FIGUUR 7.
ACE, adverse childhood experiences
Problematische gezinssituatie, misbruik, KOPP/KOAP, mishandeling , verwaarlozing, één of geen ouders, drugs – alcoholprobleem in huis, iemand in de gevangenis,…
Dit zijn allemaal ACE’s: ingrijpende ervaringen die een kind heeft.
Als er 4+ van deze ervaringen in je leven voorkomen dan kan dit een impactvol verschil maken in je latere leven.
Bij 4+ ACE’s:
+ Obesitas 160%
+ Hartziekten 220%, levensverwachting -20j bij 4 ACE’s, …
+ Depressie : 460% meer kans
+ Zelfmoordpoging: 1220% meer kans
Leeftijdsspecifieke signalen KOPP/KOAP
Dit zijn signalen die te herkennen zijn bij kinderen van ouders met een psychische- of afhankelijkheidsproblematiek.
Bij baby’s staat hechting centraal. De eerste maanden in je baby tijd zijn heel bepalend voor je latere gedrag.
- Neonataal Abstinentie Syndroom: verslaving aan in middel bij geboorte, doordat de ouder drugs gebruikte tijdens de zwangerschap.
- Foetaal Alcohol Syndroom: moeder drinkt tijdens zwangerschap alcohol. Zorgt voor verandering in de hersenen, waardoor er vooral leer en ontwikkelingsproblemen ontstaan.
Bij peuters
- Ontwikkelingsachterstand op verschillende gebieden.
- Niet tot spelen komen of bizar spel
- Gebrekkige ego-ontwikkeling
- Regressief gedrag, terugkeren naar eerdere fasen uit de levensontwikkeling.
Bij kleuters gelijkaardige signalen als bij peuters met nog scheidingsangst en sociale onhandigheid erbij.
Bij basisschoolkinderen
- Vooral belasting van het oudste kind
- Risico op seksueel misbruik
- Angst door onveiligheid
- Schuld, schaamte
- Oppervlakkige contacten met leeftijdsgenoten
- Psychosomatische klachten: Klachten zijn er maar er is geen lichamelijke verklaring voor te vinden.
Bij adolescenten
- Extreem verantwoordelijkheidsgevoel voor de ouder en/of broers en zussen.
- In zichzelf gekeerd gedrag, negatief zelfbeeld.
- Wegloopgedrag.
- Niet kunnen omgaan met eigen emoties.
- Moeilijkheden met het aangaan van intieme relaties.
- Ontbreken (of uitstellen) van normale puberteitsverschijnselen.
Prognose KOPP/KOAP
Bij KOPP ervaren de kinderen enorme impact, maar ook de ouder en de partner/ omgeving.
Later ontwikkeld 1/3 kinderen een tijdelijke psychische stoornis en ook 1/3 een eigen psychiatrische problematiek. Echter red 2/3 kinderen het wel.
Bij KOPP is het doel het ouderschap in beeld te brengen door het bespreekbaar te maken met de ouder.
Parentificatie bij KOPP
Parentificatie: Kinderen die de rol van ouder overnemen. Kind neemt al jong de verantwoordelijkheid op zich. Met name omdat de ouder dit niet doet.
Het kind kan binnen parentificatie verschillende rollen aannemen tegenover de ouder:
- Vertrouweling, steunpilaar
- Trooster
- Verpleger, therapeut
- Huishouder, helper
- Opvoeder / oppas voor siblings
- Bemiddelaar, beslisser, scheidsrechter
- Contactpersoon tussen gezin en buitenwereld
- Geheimhouder, toedekker, zwijger
Een KOPP-kind in de klas
Dit doe je in de praktijk als er een KOPP in de klas zit.
- Belang van een steunende omgeving
- Zo normaal mogelijke schooldag
- Stimuleren: positieve ervaringen voeden
- Netwerk versterken
- Luisteren zonder oordeel
- Aangeven van eigen grenzen
- Erken een ouder in zijn ouderrol
Ouder loskoppelen van de problematiek van haar kind. Wel de verantwoordelijkheid bij de ouder leggen.
Behandeling, interventie, technieken (KOPP)
- Verschillende niveaus van preventie:
Nieuwe en bestaande gevallen verminderen en voorkomen dat nieuwe problemen voortkomen uit de bestaande problematiek. - Destigmatiseren van KOPP
- Gesprek met kind, ouder, gezin
- Psycho-educatie
- Ondersteuning zoeken voor zowel ouder als kind
- Inspelen op signalen van de veiligheid van het kind.
Samenvatting: KOPP-preventiegesprek
Vier sleutels die je als HV met de ouder kan opnemen:
1. Geef je kind gepaste informatie over je psychische problemen.
- Geef je kind de ruimte om eigen gevoelens te uiten.
- Geef je kind de steun van een volwassen vertrouwenspersoon uit de directe omgeving van je kind.
- Geef je kind voldoende kansen om kind te kunnen zijn.