Hoorcollege 4 Hoogbegaafdheid Flashcards

1
Q

Definitie van hoogbegaafdheid

A

“Hoogbegaafdheid is de situatie waarin men erin slaagt om hoge capaciteiten die bij aanleg aanwezig zijn om te zetten in uitzonderlijke prestaties op verschillende domeinen.”

Iemand beschikt dan dus over hoge capaciteiten wat vaak samen kan gaan met uitzonderlijke prestaties.

Hoogbegaafdheid is vanaf een IQ van 130, maar niet enkel intelligentie is van belang bij hoogbegaafdheid. Hoogbegaafdheid is een combinatie van motivatie, creativiteit en intellectuele capaciteit.
Mensen met hoogbegaafdheid denken vaak divergent.

Hoogbegaafdheid is dus een combinatie van IQ <130 en van denken + zijn. Hoogbegaafdheid is geen diagnose.
ZIE FIGUUR 10.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Primaire kenmerken bij hoogbegaafdheid

A

Op kleuterleeftijd is er een ontwikkelingsvoorsprong te zien. Dit kan zich uiten in leergierigheid, veel vragen stellen, snel op weg met nieuwe informatie, talig: ingewikkelde zinsconstructies en vaak interesse in cijfers, letters.
Op de lagere school zie je hoogbegaafdheid vooral in de cognitieve eigenschappen. De zijnskenmerken van HB zijn op de lagere school: perfectionisme, kritisch ingesteld, sterk rechtvaardigheidsgevoel, scherp en gevoelig waarnemingsvermogen.

HB kan verward worden met ADHD, ODD en ASS, omdat bepaalde kenmerken sterk overeenkomen. De HB kan de ontwikkelingsstoornis maskeren en andersom ook.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fenotypes en secundaire kenmerken (om een beeld te schetsen, niet om uit hoofd te leren)

A

Fenotypes:
- Aangepaste, succesvolle leerling
- Uitdagende, creatieve leerling
- Onderduikende leerling
- Risico-leerling (drop out)
- Leerling met leer- en/of gedragsproblemen
- Zelfsturend autonome leerling

Secundaire kenmerken:
- Geen inspanningen, geen studiehouding, fixed mindset
- Weinig faalervaringen + perfectionisme + omgeving —> faalangst, vermijdingsgedrag
- Verveling, frustratie:
- Motivatieproblemen, schoolmoeheid
- Clownesk of druk gedrag
- Dagdromen of rusteloosheid
- depressieve gevoelens, angsten, psychosomatische klachten (hoofdpijn, buikpijn)
- Onderpresteren
- Negatieve interacties klasgenoten, leerkrachten
- Soms minder populair, gevoel van ‘anders zijn’
- Moeilijkheden thuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fixed mindset

A

Als je deze mindset bezit dan ga je uit dat intelligentie, talent en persoonlijkheid vast staat. Er is geen verandering in en alles is zwart-wit op dat vlak. Je kan het nou eenmaal of niet. Geloven niet in groei.

Mensen met deze mindset vermijden uitdagingen, geven makkelijk op en worden geïntimideerd door het succes van anderen.

“Ik probeer geen nieuwe dingen, fouten zijn de limiet van mijn kunnen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leerkuil

A

Mensen die hoogbegaafd zijn springen over de kuil heen. Wanneer ze in de leerkuil belanden raken ze in paniek. Zo kan er faalangst ontwikkelen.
Je wil bij begeleiding, de hoogbegaafde in de leerkuil krijgen zodat ze leren hiermee om te gaan.

ZIE FIGUUR 9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet begeleiding van een hoogbegaafd iemand eruit?

A
  • Aangepast onderwijsaanbod, kangoeroeklassen met extra opdrachten en projecten om te stimuleren.
  • Stimulerende omgeving thuis en vrije tijd
  • Psycho-educatie aan kind en omgeving
  • Indien nodig psychologische begeleiding:
    • Copingstrategieën
    • Attributies
    • Growth mindset
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan je het onderwijsaanbod aanpassen voor HB?

A
  • Door leerstof te compacten
  • Door te verrijken
    • Verdiepen
    • Verbreden
    • Kangoeroeklas
  • Versnellen

Onderwijsmethoden:
- Zelfstandig laten werken
- Ontdekkend laten leren
- Procesgerichte feedback geven
Dus ipv “jij bent slim” –> “hard gewerkt” of “goed aangepakt”. Focus op het proces en niet het zijn van de persoon.
- Peertutoring
Leerlingen ondersteunen en leren elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderwijs: DO’s en DON’Ts

A

ZIE FIGUUR 11

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Maatregelen in volgorde van wenselijkheid voor HB.

A
  1. Binnenklasdifferentiatie = must (voor alle leerlingen)
  2. Klas- / leerjaaroverschrijdende werking bv. kangoeroeklas
  3. Een jaar overslaan of ‘springen’ = eenmalige joker!
  4. School of studierichting voor HB leerlingen?
  5. Optioneel: complementair aanbod naast school
  6. Thuisonderwijs en centrale examencommissie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Opvoeding van HB kinderen

A
  • Motiveren bij het leren:
    • Erkenning en respect
    • Wees een coach
    • Laten ontdekken
    • Prijs doorzettingsvermogen
    • Sport of muziek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cognitieve gedragskenmerken en leereigenschappen hoogbegaafdheid

A
  • Sneller kunnen denken dan gemiddelde leerling, zowel bij eenvoudige als bij complexe taken.
  • Veel manieren om problemen op te lossen.
  • Betere planningsvaardigheden.
  • Vermogen om te leren met minder instructie.
  • Beter vermogen om strategieën in verschillende domeinen toe te passen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is hoogbegaafdheid een risicofactor?

A

Momenteel blijkt het uit onderzoek dat hoogbegaafdheid geen risicofactor is voor psychische problemen.

Met de kanttekening: In de hulpverlening wel meer emotionele en gedragsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly