Hoorcollege 8: Depressie Flashcards
Wat zijn de items op de SDQ die emotionele problemen meet
- hoofdpijn/buikpijn/misselijkheid
- piekeren
- huilen
- zenuwachtig/laag zelfvertrouwen
- angstig
Noem twee soorten stemmingsstoornissen
- Depressieve stoornissen: dysforie en anhedonie
- bipolaire stoornissen: manie
Noem drie depressieve stoornissen
- Major depressive disorder (MDD) /episodische depressie
- dysthemie
- Disruptieve stemmingsstoornis (DMDD)
Noem 3 bipolaire stoornissen
- Bipolaire stoornis type 1: manie
- bipolaire stoornis type 2: hypomanie en major depression
- cyclothyme stoornis: dysthemie en hypomanie
Criteria MDD
- > 5 symptomen voor >2 weken
- sombere stemming
- verminderde interesse en plezier
- gewichtsverlies
- insomnia of hypersomnia
- psychomotorische agitatie/vertraging
- vermoeidheid of verlies van energie
- gevoeld van waardeloosheid
- slecht concentreren
- gedachten aan de dood
Hoe ziet een depressieve stoornis eruit bij kinderen
- ontwikkelingsstagnaties
- prikkelbaarheid
- moeite om gemoedstoestand te beschrijven
- verliezen van belangstelling
Hoe ziet een depressieve stoornis er uit bij adolescenten
- Hopeloosheid
- negatief zelfbeeld
- stemmingswisselingen
- fysiologische problemen
- motivatieproblemen
- suicidegedachten
Verschill MDD en dysthemie
- MDD: minimaal 2 weken, licht/matig/ernstige, duur: 8 maanden
- dysthemie: minimaal 1 jaar, minimaal 1 episode (double depression), duur: 2-5 jaar
Depressie in de kindertijd kan een risicofactor zijn, maar voor wat?
- hoger risico om weer depressie te ontwikkelen
- kans op middelenmisbruik
- suiciderisico
Wat zijn assumpties over het onstaan van een depressie
- ontwikkeling psychopathologie moet begrepen worden
- biopsychosociaal model (beschermende en risicofactoren)
- transactioneel model
- slechte aanpassing: mismatch tussen individuele eigenschappen en omgevingseisen
Wat zijn risicofactoren bij het ontwikkelen van een depressie?
- ouders met depressie
- genetische aanleg
- onveilige hechting
- moeilijk temperament
- aandacht voor negatieve stimuli
- negatieve interpretatie van stimuli
- negatief zelfbeeld
- afwijzing/uitsluiting door peers
- stressvolle levensgebeurtenissen
Er zijn verschillende benaderingen die theorien vormen over depressie, noem ze
- psychodynamisch: verlies
- gehechtheid: onveilig
- gedrag: beperkte kracht
- cognitief: depressieve mindset
- zelf-controle: organisatie gedrag
- interpersoonlijk: sociaal functioneren
- sociale omgeving: stressvolle levensomstandigheden
- neurobiologisch: chemische verschillen
Hoe onstaan de negatieve attributies bij de hopeloosheidstheorie
A: Stressor veroorzaakt negatieve attributie
1. interne: jezelf de schuld geven
2. stabiel: altijd jezelf de schuld geven
3. globaal: overal jezelf de schuld geven
B: positieve gebeurtenis veroorzaakt negatieve attributie
1. Externe: oorzaak buiten jezelf zoeken
2. instabiele: denken dat het nooit meer gaat lukken
3. specifieke: denken dat het alleen voorkomt in deze specifieke situatie
Hoe werkt de hopeloosheidstheorie
- stressor/positieve gebeurtenis
- activatie van negatieve attributie
- gevoel van hopeloosheid en vermijdeingsgedrag
- depressieve symptomen
Hoe werkt het Beck depressiemodel
- kwetsbaarheid: genetisch of persoonlijkheid
- triggers uit omstandigheden
- schema activatie
- vertekende aandacht/verwerking/herinneringen