Hoorcollege 10: eetstoornissen Flashcards

1
Q

Welke psychopathologie ontstaat vaak in de adolescentie?

A
  1. middelenmisbruik
  2. eetstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke psychologische processen gebeuren in de transitie van kind tot adolescent

A
  1. identiteit ontwikkelen
  2. emoties/impulsen reguleren
  3. zelfvertrouwen
  4. relaties met ouders veranderen: meer autonomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke psychologische processen gebeuren in de transitie van adolescent tot volwassenen

A
  1. intieme relaties
  2. normen en waarden ontwikkelen
  3. doelen bepalen
  4. onafhankelijke identeit ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zijn eetstoornissen een cultureel verschijnsel?

A
  1. Ja: komt meeste voor in westerse cultuur
  2. vaakst boulimia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontwikkelen eetpratronen zich?

A
  1. problematische eetgewoontes in kindertijd
  2. sociale normen bij meisjes
  3. vanaf 9 jaar bezorgd om geweicht
  4. ouder kind relatie
  5. schoonheidsidealen op school
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn veranderingen in de DSM naar eetstoornissen?

A
  1. levensloop benadering
  2. voedingsstoornissen en eetstoornissen samen (PICA/ruminatie/ARFID)
  3. eetbuistoornisen eigen diagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Anorexia Nervosa DSM criteria

A
  1. Restrictie eten –> gewichtsverlies
  2. ernstige angst aankomen ondanks lage gewicht
  3. verstoring in belevenis van eigen lichaam (dik lijken maar dun zijn)
  4. Resitrictief VS purgerende type
  5. BMI (mild/moderate/severe/extreme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Boulimia Nervosa DSM criteria

A
  1. Binge eten (waarbij of extreem veel word gegeten in korte tijd OF controleverlies over eten)
  2. compenseergedrag: kotsen, lakseermiddel
  3. zelf-evaluatie compleet afhankelijk van gewicht
  4. Dit gedrag is apart van Anorexia
  5. intensiteit compenseergedrag: mild/moderate/severe/extreme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eetbuistoornis DSM criteria

A
  1. Binge eten waarbij extreem veel of controleverlies
  2. binge eten verloopt: sneller, oncomfortabel vol, eten zonder honger, eten door eenzaamheid, eten omdat depressie
  3. eten veroorzaakt stress
  4. tenminste 1 keer per week voor 3 maanden
  5. geen compensatiegedrag
  6. intensiteit hoevaak: Mild/moderate/severe/extreme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontwikkelingstraject Anorexia

A
  1. leeftijd 14-18 jaar
  2. begint met dieet, eindigt levensgevaarlijk
  3. 50% herstelt volledit
  4. 20% chronische problemen
  5. slechtere uitkomsten: eetbuiten/purgerend/angststoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ontwikkelingstraject Boulimia

A
  1. late adolescentie/vroege volwassenheid
  2. eetbuiten tijdens of na dieeten
  3. zowel chronisch als soms
  4. 50-75% volledig herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontstaan van een eetstoornis?

A
  1. adolescente meisjes
  2. biologisch: metabolisme/ hormonen/ lichaamsbouw
  3. neurobiologisch: balans serotonine
  4. omgeving: cultuur/sociale dimensie/ familie invloeden
  5. psychologie: streven naar autonomie/ competentie/ controle/ zelfrespect/ perfectionisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn algemene persoonlijkheidstrekken van iemand met anorexia?

A
  1. rigide
  2. emotioneel vlak
  3. behoefte aan erkenning
  4. moeite met verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn algemene persoonlijkheidstrekken van iemand met boulimia?

A
  1. stemmingswisselingen
  2. slechte impulscontrole
  3. OCD-neigingen
  4. depressie/angst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn behandelingen van eetstoornissen?

A
  1. psychologische interventies (CGT): zwakke effectiviteit
  2. klinische opname
  3. antidepressiva: werken bij boulimia
  4. psychosociale interventie: oplossen familieproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly