Hoorcollege 5: ADHD Flashcards
Wat zijn controverses bij ADHD
- prevalentie: 5.2%
- omgevingsfactoren: genetische component: 76%
- niet- geneesbaar: 35% geneest
DSM 5 en ADHD
- 6 of meer symptomen
- leeftijd <12 jaar
- Het komt voor in meer dan 2 contexten
- belemmering functioneren
- symptomen kunnen niet verklaard worden door een andere stoornis
Gedragskenmerken hyperactief type
- moeilijk stil zitten
- moeilijk op beurt wachten
- van de ene activiteit naar de andere
- niet rustig kunnen spelen
- overdreven veel praten
- moeite met afremmen
Gedragskenmerken onoplettende type
- snel afgeleid
- dromerig
- teruggetrokken
- ongeorganiseerd en vergeetachtig
- niet lijken te luisteren
- dingen kwijt raken
- aandacht moeilijk richten
Wat zijn typische kenmerken in de levensloop van het onoplettende type?
kleuterschool/basisschool/adolescentie
- kleuterschool: kort spel niet kunnen afmaken/ niet luisteren
- basisschool: korte activiteiten te vroeg veranderen en chaotisch, snel afgeleid
- adolescentie: minder doorzetten dan leeftijdsgenoten, geen oog voor detail en slecht vooruit plannen
Wat zijn typische kenmerken in de levensloop van het hyperactieve type?
kleuterschool/basisschool/adolescentie
- kleuterschool: wervelwind
- basisschool: onrustig wanneer rust vereist is
- adolescentie: ongeduldig
Wat zijn typische kenmerken in de levensloop van het impulsieve type?
kleuterschool/basisschool/adolescentie
- kleuterschool: luister niet, geen gevoel voor gevaar (lijkt op oppositioneel)
- basisschool: niet op beurt wachten, onderbreken, regels overtreden, niet nadenken, opdringerig
- adolescentie: zwakke zelfcontrole, roekeloos gedrag
Wat is de diagnostische cyclus bij ADHD
- diagnostisch interview: ouder/kind/leerkracht
- vragenlijsten: ouders/leerkracht
- observaties: school/spel
- neuropsychologisch onderzoek: intelligentie/continues performance test
- lichamelijk onderzoek (soms): uitsluiten fysieke oorzaak
Wat zijn comorbide stoornissen met ADHD
- ODD
- Ontwikkelingscoordinatiestoornis: Tics, motorische problemen
- stemmingsstoornissen
- CD
- angsstoornis
Wat zijn nadelen van de DSM met ADHD
- Niet gevoelig voor veranderingen in de ontwikkeling: beschreven symptomen worden op alle leeftijden toegepast
- verschil klinisch VS subklinisch aribtrair
behandelingen bij minderjarigen
- 4-6 jaar: oudertraining in gedragsmanagement/interventie
- 6-18 jaar: medicatie in combincatie met oudertraining
Wat doen gedragsmanagement behandelingen en noem er 3
= ouders en leerkrachten leren effectieve gedragstechnieken zoals het stellen van regels, instructies, bekrachtiging gewend gedrag, negeren ongewenst gedrag
1. behavioural parent training
2. behavioural classroom management
3. behavioural peer interventions
Waar focussen training interventies op en noem er 3
- kinderen leren regels voor organisatie materialen en taken
- gecomputeriseerde training van werkgeheugen inhibitie, aandacht of cognitieve flexibiliteit
- organisatietraining
- cognitieve training
Noem de bewijskracht van gedragsmanagement en training interventies
- gedragsmanagement: bewijs voor kleuter-basisschool/ effecten generaliseren niet naar andere omgevingen
- training interventies: organisatie training heeft sterk bewijs voor kinderen en adolescenten, bij cognitieve training minimale effecten
Wat zijn voordelen van farmacologische behandeling
- grote effecten
- bewezen effectief
- effecten tot 2 jaar aangetoond
- relatief goedkoop