Hoorcollege 7 Flashcards

1
Q

Aangrijpings punten voor verandering

A

Omgeving is een belangrijk element bij het verklaren van waarom organisaties (niet) bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Structurele contigentietheorie (Mintzberg)

A

organisaties sterven omdat ze niet meer passen bij de omgeving. Het gaat om organisatiestructuur die niet past bij de omgeving, voor verschillende type omgevingen zin andere structuren nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie taken products en bedrijfschappen

A
  1. productinnovatie
  2. Wet- en regelgeving voor eigen sector
  3. Reclame
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kritiek op product en bedrijfschappen

A
  • gewogen heffingen: je bent veprlicht te betalen als bedrijf
  • gebrekkige of geen vertegenwoordiger
  • marktverstoren: zelf regels maken die bijv. niet aan productie eisen voldoen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Transaction cost theory (TCT)

A

Waarom bestaan organisaties, waarom laten we de markt niet dingen doen, waarom gaan mensen organiseren. Is een economische theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Make or buy decisions

A
  • Maak ik als organisatie iets zelf of koop ik het in?
  • wat is het efficients, goedkoopst en leidt tot minimalisatie onzekerheid
  • Het mooiste is als je alles kan kopen, je koopt het in en dan ben je klaar, geen inversteringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mensen en organisaties

A
  • Bounded rationality, beperkte mate raioneel en kunnen zien wat de juiste beslissing is
  • opportunism, winstmaximalisatie voor jezelf maar leveranciers denken dit ook
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Problemen voor organisaties

A
  • Leidt tot risico op hoge kosten
  • benodigde resources cruciaal en zeldzaam, niet zomaar van leverancier veranderen
  • transaction-specific investments nodig
    –> dan kun je het beter zelf gaan doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Resource dependency theory (RDT)

A

Gaat er vanuit dat organisaties van buitenaf gecontroleerd worden, staan in controle van de omgeving (verschil TCT).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

5 kenmerken Resource Dependency Theory

A
  1. de fundamentele units voor het begrijpen van intercorparate realties en maatschappij zijn organisaties
  2. De organisaties zijn niet autonoom, maar verweven in een netwerk van afhankelijkheid met andere organisaties.
  3. Afhankelijkheid en onzekerheid van acties leidt tot overleving en onzekerheid op succes
  4. Organisaties die van exterenn afhankelijk zijn, ondanks dat dit onverkoombaar is, zllen nooit complete succesvolle en nieuwe onafhankelijkheid creeren. Onzekerheid kan je nooit tot 0 reduceren.
  5. Patronen van afhankeijkheid creeren macht en deze macht heeft effect op het gedrag van organisaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je een omgeving managen?

A

Door overname van andere ogranisaties, een plekje werven bij andere raden van bestuur, lobbyactiviteiten te verrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is actie in het bijzonder vereist?

A

In geval van schaarste en kristisch hulpbronnen, die vitaal zijn voor de bedrijfsorganisatie processen van een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Population ecology (PE)

A

organisaties zijn ingebed in populaties, “a set of organizations engaged in similar activities and with similar patterns of resource utilizaition”Baum. En communities, communities zijn andere type organisaties waarmee zij relaties aangaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ecological niche

A

Organisaties in een populatie concurreren om hulpbronnen in de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Survival of the fittest (PE)

A

Variatie –> Selectie –> Retentie (uitsterven)
Maar omgeving verandert dus dit proces is nooit klaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Popualtion ecology stappen

A
  • rationeel zou zijn gedrag van concurent kopieren
  • Dit is echter niet makkelijk: onduidelijkheid welk gedraag kopieren, interne belmmering (kennis), externe belemmering (regelgeving), inversteringskosten
  • daarom sterven organisaties
    proces wordt versneld in onzekere en veranderende omgeving