Hoorcollege 4; Fleming & Spicer (2014) + Van Douwen et al (2022) Flashcards
Wat wordt bedoeld met dwang als een vorm van macht in organisaties?
Dwang verwijst naar de meest traditionele vorm van macht, waarbij iemand zijn wil oplegt aan anderen, zelfs tegen weerstand in. Dit gebeurt bijvoorbeeld via hiërarchieën en formele regels in bureaucratische organisaties. Het wordt gebruikt om naleving van regels af te dwingen en voorspelbaarheid te creëren
Hoe werkt manipulatie of agenda-setting binnen organisaties?
Manipulatie of agenda-setting verwijst naar de subtiele vorm van macht waarbij bepaald wordt welke onderwerpen wel of niet besproken worden. Dit kan de besluitvorming sturen, bijvoorbeeld door de nadruk te leggen op winstmaximalisatie en onderwerpen zoals werknemerswelzijn te negeren
Wat is hegemonie volgens Gramsci, en hoe zien we dit terug in organisaties?
Hegemonie is de controle over ideeën en overtuigingen. In organisaties betekent dit dat bepaalde waarden, zoals financiële winst, als vanzelfsprekend worden aangenomen, waardoor andere ideeën, zoals duurzaamheid, moeilijker voet aan de grond krijgen
Hoe beïnvloedt subjectificatie de manier waarop mensen zichzelf zien in een organisatie?
Bij subjectificatie passen werknemers hun gedrag en zelfbeeld aan op basis van wat de organisatie van hen verwacht. Ze zien zichzelf bijvoorbeeld als ondernemers van hun eigen arbeid, waarbij ze worden aangespoord om zichzelf continu te verbeteren
Welke vier vormen van macht worden onderscheiden door Fleming en Spicer?
De vier vormen van macht zijn: dwang, manipulatie (agenda-setting), hegemonie, en subjectificatie
Hoe beïnvloeden organisaties de maatschappij met macht door organisaties (Through)?
Organisaties gebruiken hun macht om invloed uit te oefenen op bredere maatschappelijke processen. Grote bedrijven kunnen bijvoorbeeld markten reguleren of politieke beslissingen beïnvloeden
Wat wordt bedoeld met macht binnen organisaties (In), en hoe werkt dit?
Macht binnen organisaties verwijst naar de interne dynamieken, zoals hiërarchieën en informele netwerken. Managers proberen controle te behouden door formele regels, maar ook via informele middelen zoals politieke allianties
Wat zijn voorbeelden van externe actoren die macht over organisaties (Over) uitoefenen?
Externe actoren zoals de staat, aandeelhouders, media en activistische groepen oefenen macht uit over organisaties, bijvoorbeeld door druk te zetten op bedrijven om duurzaamheidsdoelen te halen
Hoe kunnen groepen macht tegen organisaties (Against) gebruiken om verandering af te dwingen?
Groepen zoals vakbonden of consumentenbewegingen kunnen zich verzetten tegen organisaties door druk uit te oefenen om gedrag te veranderen, zoals bij de groeiende beweging tegen fast fashion
Hoe veranderen de machtsverhoudingen in organisaties door neoliberale globalisering?
In neoliberale organisaties wordt macht meer gedeeld tussen verschillende plaatsen. Werknemers moeten zichzelf managen, terwijl organisaties een grotere invloed hebben op politieke en economische structuren
Welke invloed heeft big data op de controle van werknemers binnen organisaties?
Big data stelt managers in staat om prestatiegegevens in real-time te volgen, wat hen helpt om werknemers te controleren zonder directe supervisie
Wat wordt bedoeld met de term “ondernemende werknemer” in het kader van subjectificatie?
De “ondernemende werknemer” is iemand die zichzelf continu verbetert en zich flexibel opstelt, alsof hij of zij een bedrijf is in plaats van een individu
Wat is het effect van aandeelhouders op de besluitvorming binnen organisaties?
Aandeelhouders kunnen bedrijven onder druk zetten om doelen te bereiken, zoals duurzaamheid, wat invloed heeft op de interne besluitvorming binnen de organisatie
Hoe gebruiken activistische groepen hun macht om bedrijven onder druk te zetten?
Activistische groepen zetten bedrijven onder druk door hen te dwingen hun gedrag te veranderen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid of arbeidsomstandigheden
Wat bedoelen Fleming en Spicer met de “dubbele beweging” volgens Karl Polanyi?
De “dubbele beweging” verwijst naar het proces waarbij de vrije markt probeert zichzelf te reguleren, terwijl maatschappelijke krachten zich daartegen verzetten om schade door ongebreideld kapitalisme te beperken
Hoe kunnen sociale media activisme tegen organisaties versterken?
Sociale media versterken activisme door consumenten en actiegroepen wereldwijd te verbinden, wat het makkelijker maakt om collectieve druk uit te oefenen op organisaties
Wat is het gevolg van de hiërarchische controle in bureaucratische organisaties?
Hiërarchische controle zorgt voor naleving van regels en voorspelbaarheid binnen de organisatie, maar kan ook werknemers dwingen tot conformiteit, bijvoorbeeld door prestatiemanagement
Hoe kunnen bedrijven de regels van een hele industrie bepalen, zoals bijvoorbeeld Google en Amazon dat doen?
Bedrijven zoals Google en Amazon hebben zoveel macht dat ze de regels van een hele industrie kunnen bepalen, bijvoorbeeld door markten te reguleren of politieke beslissingen te beïnvloeden
Hoe speelt prestatiemanagement een rol in het uitoefenen van dwang binnen organisaties?
Prestatiemanagement kan worden gebruikt om werknemers onder druk te zetten om bepaalde doelen te halen, wat een vorm van dwang is binnen organisaties
Wat is een voorbeeld van manipulatie in besluitvormingsprocessen binnen organisaties?
Een voorbeeld van manipulatie is wanneer het management alleen bepaalde onderwerpen op de agenda zet, zoals winstmaximalisatie, en andere onderwerpen, zoals werknemerswelzijn, negeert
Hoe helpt het idee van hegemonie ons te begrijpen waarom financiële winst vaak centraal staat in organisaties?
Hegemonie laat zien dat financiële winst in veel organisaties als vanzelfsprekend wordt aangenomen, waardoor andere waarden, zoals duurzaamheid, vaak moeilijker geaccepteerd worden
Hoe beïnvloeden bedrijven de politiek en economie door middel van macht door organisaties?
Bedrijven gebruiken hun macht om markten te reguleren en politieke beslissingen te beïnvloeden, wat bijdraagt aan het vormgeven van wereldwijde politieke en economische systemen
Leg de vier dimensies van kracht uit die Fleming & Spicer onderscheiden
Dwang (Coercion):
Dwang is de meest traditionele vorm van macht en houdt in dat iemand zijn wil oplegt aan anderen, zelfs tegen hun weerstand in. In organisaties wordt dit vaak gedaan door formele hiërarchieën en regels, zoals die binnen bureaucratische structuren. Dit betekent dat mensen gedwongen worden om zich te houden aan regels en procedures, met dreiging van straf of negatieve gevolgen als ze dit niet doen. Bijvoorbeeld, een manager kan een werknemer dwingen om langer te werken door dreiging met ontslag of slechte beoordelingen(eerste deel van vier).
Manipulatie (Agenda-setting):
Manipulatie of agenda-setting is een subtielere vorm van macht waarbij het niet alleen gaat om het direct opleggen van wil, maar om het bepalen van welke onderwerpen wel en niet besproken worden. De macht zit hier in het vermogen om te bepalen waarover wordt beslist. In organisaties betekent dit dat het management kan kiezen om bepaalde onderwerpen, zoals financiële doelen, te benadrukken en andere onderwerpen, zoals werknemerswelzijn, te negeren. Deze vorm van macht is vaak moeilijker zichtbaar(eerste deel van vier).
Hegemonie (Dominantie):
Hegemonie verwijst naar de controle over ideeën en overtuigingen, waarbij bepaalde normen en waarden als vanzelfsprekend worden beschouwd. In organisaties betekent dit dat bepaalde visies, zoals het belang van winstmaximalisatie, als de ‘juiste’ visie worden gezien, terwijl andere perspectieven, zoals duurzaamheid of sociaal welzijn, vaak naar de achtergrond verdwijnen. Deze vorm van macht werkt doordat mensen niet eens meer nadenken over alternatieven; ze accepteren de dominante waarden zonder ze ter discussie te stellen(eerste deel van vier).
Subjectificatie:
Subjectificatie is de subtielste vorm van macht en gaat over de manier waarop mensen zichzelf zien en begrijpen binnen de verwachtingen van een organisatie. In plaats van dat macht van buitenaf wordt opgelegd, nemen individuen de normen en verwachtingen van de organisatie over als hun eigen normen. Ze gaan zichzelf bijvoorbeeld beschouwen als ‘ondernemers van hun eigen arbeid’, waarbij ze constant proberen zichzelf te verbeteren en hun waarde te bewijzen. Dit type macht werkt van binnenuit en beïnvloedt het zelfbeeld en de identiteit van werknemers(eerste deel van vier).