Hoorcollege 10; Fitzsimons et al (2024) + Muftugil-Yalcin et al (2023) + Swan (2010) Flashcards

1
Q

Wat wordt bedoeld met defensive organizing in het artikel, en waarom is het belangrijk voor organisaties?

A

Defensive organizing verwijst naar de manieren waarop organisaties hun structuren en processen aanpassen om zichzelf te beschermen tegen bedreigingen, zowel intern als extern. Dit gedrag is belangrijk omdat het organisaties helpt omgaan met onzekerheden, maar het kan ook schadelijke gevolgen hebben, zoals het blokkeren van innovatie en samenwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verklaren de auteurs de relatie tussen onzekerheid en defensief gedrag in organisaties?

A

De auteurs leggen uit dat onzekerheid vaak angst en spanning veroorzaakt binnen organisaties, wat leidt tot defensieve reacties. Organisaties proberen deze gevoelens van onzekerheid te beheersen door zich te richten op zelfbescherming in plaats van op het effectief aanpakken van problemen of veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de rol van emoties, zoals angst en woede, bij defensief organiseren?

A

Angst en woede spelen een centrale rol in defensief organiseren. Angst ontstaat door dreigingen, terwijl woede kan voortkomen uit het gevoel van machteloosheid. Deze emoties drijven organisaties ertoe om op een defensieve manier te reageren, wat hun vermogen om op een constructieve manier met uitdagingen om te gaan kan verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kunnen externe dreigingen en interne spanningen binnen een organisatie defensief organiseren in gang zetten?

A

Externe dreigingen zoals concurrentiedruk of marktveranderingen kunnen organisaties dwingen hun processen te versterken, terwijl interne spanningen zoals conflicten of gebrek aan vertrouwen tussen werknemers ervoor zorgen dat mensen zich defensief gaan gedragen om zichzelf te beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verschilt defensief organiseren van andere vormen van organisatorische aanpassing, zoals proactieve verandering?

A

Defensief organiseren is gericht op het beschermen van de huidige situatie en het vermijden van verandering, terwijl proactieve verandering juist gericht is op groei en verbetering. Defensief organiseren probeert bedreigingen af te wenden, terwijl proactieve verandering zich richt op kansen benutten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke factoren dragen bij aan het ontstaan van defensief gedrag in organisaties volgens het artikel?

A

Factoren zoals externe dreigingen (bijv. economische onzekerheid) en interne spanningen (bijv. conflicten binnen teams) kunnen defensief gedrag in organisaties opwekken. Deze situaties versterken de behoefte om zich te beschermen tegen schade of verlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bedoelen de auteurs met de term morphing in relatie tot organisatorische veranderingen?

A

Morphing verwijst naar het proces waarbij organisaties hun structuren en gedragingen aanpassen om te reageren op bedreigingen. In plaats van fundamentele veranderingen door te voeren, veranderen ze alleen oppervlakkig om het gevoel van veiligheid te herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de korte- en langetermijneffecten van defensief organiseren op de prestaties van een organisatie?

A

Op de korte termijn kan defensief organiseren organisaties helpen om zich snel aan te passen aan dreigingen en schokken. Op de lange termijn kan het echter leiden tot stagnatie, omdat de focus op zelfbescherming innovatie en groei blokkeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke invloed heeft defensief organiseren op de besluitvorming en samenwerking binnen teams?

A

Defensief organiseren kan leiden tot minder open communicatie en samenwerking binnen teams, omdat mensen zich meer bezighouden met het beschermen van hun eigen positie. Dit kan besluitvorming vertragen en de effectiviteit van teams verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan defensief organiseren leiden tot een vicieuze cirkel van verdere onzekerheid en angst binnen de organisatie?

A

Als organisaties defensief reageren op dreigingen zonder deze volledig op te lossen, kunnen de onderliggende problemen blijven bestaan of zelfs erger worden. Dit zorgt voor meer onzekerheid en angst, wat weer leidt tot meer defensief gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen leiderschap en organisatiecultuur bijdragen aan het verminderen van defensief gedrag?

A

Leiders kunnen defensief gedrag verminderen door transparant te communiceren en medewerkers het gevoel te geven dat hun zorgen worden gehoord. Een cultuur die samenwerking en vertrouwen benadrukt, kan helpen om defensieve reacties te beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke copingstrategieën benoemen de auteurs voor organisaties om defensief organiseren tegen te gaan?

A

De auteurs suggereren dat organisaties open moeten staan voor reflectie en bewust moeten omgaan met de emotionele reacties op bedreigingen. Leiders moeten een cultuur van vertrouwen en openheid bevorderen, zodat problemen directer en constructiever kunnen worden aangepakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kunnen beleidsmakers en bedrijfsleiders het concept van defensief organiseren gebruiken om beter in te spelen op crises en onzekerheid?

A

Door bewust te zijn van de neiging tot defensief organiseren, kunnen beleidsmakers en bedrijfsleiders proberen om proactiever en constructiever met crises om te gaan. Ze kunnen strategieën ontwikkelen die gericht zijn op langetermijnoplossingen in plaats van tijdelijke verdediging, en ze kunnen open communicatie en samenwerking bevorderen om onzekerheid te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kunnen organisaties doen om constructiever om te gaan met onzekerheid en verandering?

A

Organisaties kunnen onzekerheid beter aanpakken door flexibel en proactief te reageren op veranderingen, in plaats van zich alleen te richten op het afwenden van bedreigingen. Het bevorderen van een open communicatiecultuur en het aanmoedigen van experimenten en innovatie kunnen hierbij helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke bredere maatschappelijke implicaties heeft het concept van defensief organiseren volgens de auteurs?

A

Defensief organiseren kan bijdragen aan bredere maatschappelijke problemen, zoals een gebrek aan innovatie en vooruitgang. Als veel organisaties zich tegelijkertijd defensief opstellen, kan dit leiden tot economische stagnatie en sociale ongelijkheid, omdat veranderingen die nodig zijn om met complexe problemen om te gaan, worden uitgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de sociale identiteitstheorie en hoe verklaart deze de dynamiek van “wij versus zij” in de klas?

A

De sociale identiteitstheorie verklaart hoe mensen zichzelf identificeren met bepaalde groepen, zoals op basis van etniciteit, gender of religie. Dit leidt soms tot een “wij versus zij”-mentaliteit, vooral in omgevingen waar bepaalde groepen minder macht of erkenning hebben. In de klas kan dit spanningen veroorzaken, vooral wanneer groepsverschillen naar voren komen​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe speelt machtsdynamiek een rol bij het ontstaan van “hot moments” in een klaslokaal?

A

Machtsdynamiek kan ontstaan door de autoriteit van de docent of door vooroordelen en stereotypen tussen studenten. Wanneer een groep of individu zich gemarginaliseerd voelt, kan dit leiden tot emotionele uitbarstingen, wat vaak een hot moment creëert​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn microagressies en hoe kunnen ze bijdragen aan uitsluiting in een diverse leeromgeving?

A

Microagressies zijn subtiele opmerkingen of gedragingen die kwetsend zijn voor mensen uit gemarginaliseerde groepen, vaak onbedoeld. Ze hebben een cumulatief effect en kunnen zorgen voor een gevoel van uitsluiting, wat kan bijdragen aan de spanningen in de klas​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zijn microagressies vaak onbedoeld, maar toch schadelijk?

A

Omdat microagressies vaak voortkomen uit onbewuste vooroordelen, zijn ze meestal niet bedoeld om te kwetsen. Toch kunnen ze veel impact hebben, omdat ze herhaaldelijk voorkomen en mensen het gevoel geven dat ze niet worden gerespecteerd​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kunnen microagressies leiden tot “hot moments” in het onderwijs, vooral als het gaat om gevoelige onderwerpen zoals ras en gender?

A

Microagressies kunnen een gevoelige snaar raken, vooral bij onderwerpen als ras en gender. Dit kan leiden tot sterke emoties, zoals woede of frustratie, wat de basis vormt voor een hot moment​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke vaardigheden moeten docenten ontwikkelen om microagressies te herkennen en hierop te reageren?

A

Docenten moeten empathie, luistervaardigheden en culturele competentie ontwikkelen om microagressies te herkennen en op een constructieve manier te reageren, zonder dat de situatie escaleert​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat wordt bedoeld met het “individuele niveau” in het driedimensionale model van “hot moments”?

A

Het “individuele niveau” verwijst naar de persoonlijke reactie van de docent op gespannen situaties. Docenten moeten zich bewust zijn van hun eigen emoties en vooroordelen om effectief met conflicten om te gaan​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe kunnen docenten op het “interactionele niveau” conflicten in de klas faciliteren zonder de emoties van studenten te negeren?

A

Docenten moeten een omgeving creëren waarin open en eerlijke gesprekken kunnen plaatsvinden, terwijl ze de emoties van studenten erkennen en respecteren. Dit zorgt ervoor dat conflicten veilig worden besproken en leren mogelijk blijft​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom is het “institutionele niveau” belangrijk voor het omgaan met “hot moments”?

A

Het institutionele niveau verwijst naar de bredere cultuur en structuren van de universiteit. Instellingen moeten diversiteitsbeleid ondersteunen en docenten trainen, zodat ze beter voorbereid zijn op het omgaan met deze situaties​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kan “case-based learning” docenten voorbereiden op moeilijke gesprekken in de klas?

A

Door middel van case-based learning kunnen docenten realistische situaties oefenen en leren hoe ze in moeilijke situaties kunnen reageren. Dit biedt hen praktische tools voor in de klas​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke vormen van training of ondersteuning helpen docenten beter om te gaan met “hot moments”?

A

Trainingen die gericht zijn op case-based learning en het delen van ervaringen kunnen docenten beter voorbereiden. Deze aanpak helpt hen strategieën te ontwikkelen om moeilijke gesprekken aan te gaan​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom is traditionele training over diversiteit vaak onvoldoende voor docenten?

A

Traditionele training richt zich vaak op theoretische kennis, maar docenten hebben behoefte aan praktische vaardigheden om conflicten in de klas te beheren. Ervaringen delen en case-based learning kunnen effectiever zijn​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe kunnen “hot moments” bijdragen aan reflectie en leren voor zowel studenten als docenten?

A

Hot moments bieden kansen voor diepere reflectie over vooroordelen en ervaringen. Zowel studenten als docenten kunnen hiervan leren, zolang deze momenten op de juiste manier worden beheerd​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarom is het belangrijk dat docenten zich comfortabel voelen bij het navigeren van ongemakkelijke situaties in de klas?

A

Docenten moeten zich comfortabel voelen bij ongemakkelijke situaties zodat ze effectief kunnen reageren op conflicten. Dit draagt bij aan een inclusieve leeromgeving waar moeilijke gesprekken kunnen plaatsvinden​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat betekent een proactieve benadering van inclusieve pedagogiek volgens het artikel?

A

Een proactieve benadering houdt in dat docenten diversiteit expliciet erkennen en waarderen. Ze moeten actief werken aan het creëren van een veilige en inclusieve leeromgeving voor alle studenten​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waarom zijn “hot moments” onvermijdelijk in diverse klaslokalen, en hoe kunnen ze worden omgevormd tot leermomenten?

A

In diverse klaslokalen zijn hot moments onvermijdelijk vanwege de verschillende achtergronden en perspectieven van studenten. Als docenten deze momenten effectief managen, kunnen ze krachtige leermomenten worden​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe kunnen docenten veilige ruimtes creëren waarin studenten zich gehoord en gerespecteerd voelen?

A

Docenten kunnen veilige ruimtes creëren door empathie te tonen, open te staan voor verschillende perspectieven en actief te luisteren naar de zorgen van alle studenten​(1v10).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn de belangrijkste implicaties van “hot moments” voor het creëren van inclusieve en rechtvaardige leeromgevingen?

A

Hot moments bieden kansen voor leren en reflectie als ze goed worden beheerd. Ze kunnen bijdragen aan een inclusieve en rechtvaardige leeromgeving waar alle studenten zich gewaardeerd voelen​(1v10).

28
Q

Hoe kan culturele competentie bijdragen aan het effectief managen van “hot moments” in de klas?

A

Culturele competentie helpt docenten om microagressies te herkennen, conflicten te de-escaleren en diverse perspectieven te respecteren, wat essentieel is voor het effectief managen van hot moments​(1v10).

29
Q

Wat wordt bedoeld met het concept commodity racism volgens Swan, en hoe past dit op hedendaagse diversiteitscampagnes?

A

Commodity racism verwijst naar de manier waarop in de koloniale tijd racistische beelden werden verspreid via reclame en marktkrachten. Swan past dit concept toe op diversiteitscampagnes van vandaag, waarin diversiteit wordt “gecommodificeerd”, oftewel omgezet in een handelswaar. Bedrijven presenteren diversiteit als iets wat aantrekkelijk en winstgevend is, maar negeren vaak de structurele ongelijkheden die etnische minderheden ervaren​(2v10).

30
Q

Hoe gebruiken bedrijven diversiteit als een marketingstrategie zonder echte sociale verandering te bewerkstelligen?

A

Bedrijven gebruiken diversiteitscampagnes om een positief en inclusief imago neer te zetten, gericht op het aantrekken van klanten en werknemers. Dit gebeurt echter vaak zonder dat er echte inspanningen worden geleverd om de diepere sociale ongelijkheden binnen de organisatie aan te pakken​(2v10).

31
Q

Hoe speelt whiteness een rol in de representatie van diversiteit in bedrijfsmarketing en -communicatie?

A

Whiteness fungeert als het impliciete referentiekader waartegen diversiteit wordt gemeten. Diversiteit wordt vaak gereduceerd tot zichtbare verschillen zoals huidskleur, terwijl diepere verschillen in ervaring en identiteit buiten beschouwing blijven. Hierdoor blijven de machtsstructuren van dominante witte groepen intact​(2v10).

31
Q

Waarom wordt diversiteit in bedrijven soms gereduceerd tot een product of dienst, en wat zijn de gevolgen hiervan?

A

Diversiteit wordt gereduceerd tot een “commodity” (handelswaar) om winst en imago te bevorderen. Dit leidt ertoe dat bedrijven zich richten op het tonen van diversiteit zonder echt te werken aan gelijkheid of inclusie. De structurele problemen worden genegeerd​(2v10).

31
Q

Waarom gebruikt Swan de term smiling faces om bepaalde beelden van diversiteit te beschrijven?

A

Swan gebruikt deze term om aan te geven hoe bedrijven diversiteit presenteren op een geruststellende manier. De vrolijke, harmonieuze gezichten op deze beelden verbergen de diepere problemen van uitsluiting en ongelijkheid, zodat ongemakkelijke discussies worden vermeden​(2v10).

31
Q

Wat bedoelt Swan met de strategie van containment in de context van diversiteitscampagnes?

A

Containment verwijst naar hoe beelden van diversiteit worden gestileerd om sociale ongelijkheden te neutraliseren en minder bedreigend te maken voor dominante groepen. Dit gebeurt door diversiteit te presenteren op een manier die geruststellend is voor deze groepen​(2v10).

32
Q

Hoe worden beelden van diversiteit vaak gestileerd om politieke of sociale spanningen te neutraliseren?

A

Beelden van diversiteit, zoals mozaïeken van verschillende gezichten, worden zo gestileerd dat ze complexiteit verbergen. Ze tonen harmonie en vrolijkheid, maar vermijden de confrontatie met de echte ongelijkheden en spanningen die bestaan​(2v10).

33
Q

Op welke manier kan whiteness als norm dienen voor het meten van diversiteit?

A

Whiteness fungeert als de norm omdat diversiteit vaak alleen wordt gemeten aan de hand van oppervlakkige kenmerken zoals huidskleur. De diepere ongelijkheden die verbonden zijn aan de ervaringen van raciale minderheden worden genegeerd, waardoor raciale spanningen worden geminimaliseerd​(2v10).

34
Q

Wat is cultural branding, en hoe wordt dit toegepast op diversiteit volgens Swan?

A

Cultural branding is een marketingstrategie waarbij symbolen en beelden worden gebruikt om een culturele betekenis te geven aan een product of merk. Bij diversiteit wordt het gepresenteerd als een positieve en uniforme waarde, maar zonder dat de complexiteit van culturele en raciale verschillen volledig wordt weergegeven​(2v10).

35
Q

Hoe dragen beelden van diversiteit bij aan het verminderen van ongemakkelijke discussies over racisme en uitsluiting, volgens Swan?

A

Door diversiteit te presenteren als iets vreedzaams en harmonisch, vermijden bedrijven ongemakkelijke gesprekken over de structurele ongelijkheden die racisme en uitsluiting veroorzaken. Beelden dienen als een middel om deze spanningen te beheersen​(2v10).

36
Q

Welke beperkingen ziet Swan in de visuele representatie van diversiteit door bedrijven?

A

Visuele representaties van diversiteit dragen vaak een ideaal van inclusiviteit uit, maar gaan niet in op de diepere structurele ongelijkheden die gemarginaliseerde groepen ervaren. Diversiteit wordt gereduceerd tot een esthetische weergave zonder echte sociale inclusie​(2v10).

37
Q

Hoe wordt diversiteit binnen organisaties ingezet als een machtstactiek om politieke spanningen te beheersen?

A

Diversiteit wordt gebruikt om spanningen te beheersen en de status quo te behouden. Het wordt verpakt in positieve, niet-bedreigende beelden die een gevoel van harmonie uitstralen, zonder dat echte verandering wordt doorgevoerd​(2v10).

37
Q

Waarom schieten visuele representaties van diversiteit vaak tekort in het aanpakken van structurele ongelijkheden?

A

Ze tonen diversiteit op een oppervlakkige manier, zoals door gezichten van verschillende etniciteiten te presenteren, maar gaan niet in op de diepere problemen van ongelijkheid en discriminatie die binnen organisaties aanwezig zijn​(2v10).

38
Q

Waarom stelt Swan dat diversiteit in bedrijven weinig bijdraagt aan echte inclusie en gelijkheid?

A

Omdat diversiteit vaak wordt ingezet als marketingstrategie zonder dat de onderliggende machtsverhoudingen of structurele ongelijkheden worden aangepakt. Bedrijven tonen diversiteit, maar voeren geen echte veranderingen door die leiden tot inclusie of gelijkheid​(2v10).

39
Q

Wat stelt Swan voor om de representatie van diversiteit binnen organisaties te verbeteren?

A

Swan pleit voor een kritische benadering van hoe diversiteit wordt gepresenteerd. Bedrijven moeten niet alleen focussen op het tonen van diversiteit, maar ook echte stappen nemen om de oorzaken van ongelijkheid en uitsluiting aan te pakken​(2v10).

40
Q

Wat bedoelt Zygmunt Bauman met het concept van vloeibare moderniteit, en hoe beïnvloedt dit de manier waarop we naar diversiteit kijken?

A

Bauman’s concept van vloeibare moderniteit verwijst naar een tijdperk waarin traditionele structuren en zekerheden zijn verdwenen. Dit leidt tot individualisering en voortdurende onzekerheid, waardoor identiteiten steeds meer flexibel en veranderlijk zijn. Dit heeft invloed op diversiteitsdebatten, omdat organisaties niet meer kunnen vertrouwen op statische categorieën om met verschillen om te gaan. Ze moeten flexibeler en inclusiever worden om de dynamische realiteit van hedendaagse identiteiten te omarmen​(3v10).

41
Q

Wat is superdiversiteit, zoals uitgelegd door Steven Vertovec, en waarom is dit een belangrijk concept in hedendaagse diversiteits- en inclusiedebatten?

A

Superdiversiteit verwijst naar de complexiteit van diversiteit in de moderne samenleving. Het erkent dat diversiteit niet alleen gaat over etniciteit of ras, maar ook over variabelen zoals migratiestatus, religie, sociale klasse en juridische status. Het is belangrijk omdat het laat zien dat diversiteit niet in eenvoudige categorieën past, en dat organisaties deze complexiteit moeten omarmen om werkelijk inclusief te zijn​(3v10).

42
Q

Hoe verhouden Baumans ideeën over onzekerheid en individualisering zich tot hedendaagse discussies over diversiteit in organisaties?

A

Bauman stelt dat onzekerheid en individualisering ervoor zorgen dat mensen meer verantwoordelijk zijn voor hun eigen lot. In de context van diversiteit betekent dit dat organisaties meer flexibel moeten zijn in hoe ze omgaan met diversiteit. De traditionele aanpak van het categoriseren en controleren van verschillen werkt niet meer; organisaties moeten in plaats daarvan openstaan voor dynamische, veranderende identiteiten​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

43
Q

Wat wordt bedoeld met het paradigma van essentializing sameness (kleurblindheid) in diversiteitsbeleid, en wat zijn de beperkingen ervan?

A

Het essentializing sameness paradigma, ook wel kleurblindheid genoemd, houdt in dat verschillen genegeerd worden in de hoop dat dit tot gelijke behandeling leidt. De beperking hiervan is dat het vaak bestaande ongelijkheden onzichtbaar maakt en in stand houdt, omdat het raciale en culturele verschillen niet erkent​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

44
Q

Hoe verschilt het paradigma van essentializing difference van het paradigma van sameness, en waarom wordt diversiteit hierin vaak gemarginaliseerd?

A

Het essentializing difference paradigma erkent diversiteit, maar doet dit op een instrumentele manier, waarbij diversiteit wordt gezien als een middel om zakelijke doelen te bereiken, zoals winst of een groter klantenbestand. Hierdoor wordt diversiteit gereduceerd tot een economisch instrument en blijven bredere sociale ongelijkheden vaak buiten beschouwing​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

45
Q

Wat bedoelt Philemon Essed met het concept van culturele kloning, en hoe draagt dit bij aan ongelijkheden binnen organisaties?

A

Culturele kloning verwijst naar het fenomeen waarbij organisaties onbewust mensen aannemen en promoten die op hen lijken, wat leidt tot de replicatie van de bestaande cultuur. Dit versterkt de machtsstructuren en zorgt ervoor dat echte diversiteit niet wordt toegelaten. Mensen die als “anders” worden beschouwd, worden uitgesloten van promotiekansen​(3v10).

45
Q

Wat houdt het derde paradigma, diversity as ongoing learning, in, en waarom wordt dit gezien als het meest veelbelovende model voor diversiteitsmanagement?

A

Het diversity as ongoing learning paradigma benadrukt dat diversiteit een continu proces van leren en reflecteren is. Het ziet diversiteit niet als iets wat kan worden opgelost met beleid of regels, maar als een dynamisch proces dat voortdurend evolueert. Dit paradigma wordt als veelbelovend gezien omdat het diversiteit ruimte geeft om echt een verschil te maken binnen organisaties, in plaats van het te neutraliseren​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

46
Q

Hoe kan culturele kloning zorgen voor de replicatie van bestaande machtsstructuren, ondanks dat organisaties diversiteit beweren te bevorderen?

A

Door onbewust voorkeur te geven aan mensen die op hen lijken, repliceren organisaties hun eigen cultuur. Dit betekent dat hoewel ze diversiteit beweren te bevorderen, de feitelijke machtsstructuren onveranderd blijven. Mensen van andere achtergronden hebben hierdoor minder kans om te groeien binnen de organisatie​(3v10).

46
Q

Waarom is het volgens Essed belangrijk dat organisaties actief de voorkeur voor “sameness” in hun praktijken onderzoeken en aanpakken?

A

Organisaties moeten de impliciete voorkeur voor “sameness” onderzoeken omdat dit leidt tot uitsluiting en een monocultuur. Alleen door deze voorkeur aan te pakken, kunnen organisaties echte inclusie bereiken en zorgen dat diversiteit niet alleen oppervlakkig aanwezig is, maar diepgeworteld in de organisatiecultuur​(Slides Lecture 10_Diver…).

46
Q

Waarom moeten organisaties diversiteit zien als een voortdurend proces van leren en reflectie, in plaats van als iets dat kan worden opgelost met beleid of een checklist?

A

Diversiteit is geen statisch probleem dat kan worden opgelost met één beleid. Het is een dynamisch proces dat voortdurend evolueert. Organisaties moeten blijven leren en reflecteren om te begrijpen hoe ze diversiteit op een effectieve manier kunnen bevorderen en echt inclusieve omgevingen kunnen creëren​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

47
Q

Hoe kan diversiteit in een organisatie worden georganiseerd zodat het een bron van creativiteit en innovatie wordt, volgens Bauman’s ideeën over vloeibare moderniteit?

A

Volgens Bauman moeten organisaties diversiteit omarmen als een voortdurend veranderend concept dat creativiteit en innovatie kan bevorderen. Door flexibeler te zijn en niet te proberen diversiteit in rigide categorieën te dwingen, kunnen organisaties profiteren van de verschillende perspectieven en ideeën die diversiteit met zich meebrengt​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

48
Q

Wat zijn de gevolgen van een kleurblinde benadering van diversiteit voor de ervaringen van minderheden op de werkvloer?

A

Een kleurblinde benadering kan de ervaringen van raciale en etnische minderheden ontkennen. Door te doen alsof er geen verschillen zijn, kunnen de specifieke uitdagingen en discriminatie waarmee deze groepen worden geconfronteerd, over het hoofd worden gezien, waardoor ongelijkheden blijven bestaan​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

49
Q

Hoe kunnen organisaties superdiversiteit omarmen zonder terug te vallen op simplistische categorieën zoals alleen ras of etniciteit?

A

Organisaties moeten erkennen dat diversiteit verder gaat dan alleen etniciteit of ras, en rekening houden met factoren zoals migratiestatus, religie, sociale klasse en juridische status. Ze moeten een breed perspectief hanteren dat deze complexiteit omarmt en inspeelt op de verschillende behoeften van diverse groepen​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

49
Q

Welke rol speelt whiteness in het definiëren en beheersen van diversiteitspraktijken binnen organisaties, en hoe kan dit worden aangepakt?

A

Whiteness fungeert vaak als de onzichtbare norm waartegen diversiteit wordt gemeten. Dit kan leiden tot praktijken waarbij diversiteit wordt beperkt tot zichtbare verschillen zonder dat diepere machtsstructuren worden aangepakt. Organisaties moeten bewust worden van deze onderliggende structuren en deze aanpakken om echte inclusie te bevorderen​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

50
Q

Wat bedoelt Bauman met de analogie van de caravanparken, en hoe helpt dit om te begrijpen hoe mensen omgaan met veranderingen en onzekerheid in de moderne samenleving?

A

De caravanpark-analogie van Bauman beschrijft hoe mensen in de moderne samenleving constant in beweging zijn en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden, zonder vaste ankerpunten. Dit helpt om te begrijpen dat mensen in de huidige tijd voortdurend moeten omgaan met onzekerheid en verandering, wat ook van invloed is op hoe diversiteit wordt ervaren​(Slides Lecture 10_Diver…).

51
Q

Hoe kan een inclusieve benadering van diversiteit ervoor zorgen dat verschillen binnen organisaties niet worden geneutraliseerd, maar daadwerkelijk bijdragen aan verandering en vooruitgang?

A

Een inclusieve benadering erkent dat diversiteit geen probleem is dat moet worden opgelost, maar een bron van innovatie en creativiteit. Door actief in te spelen op de verschillen en ze niet te neutraliseren, kunnen organisaties diversiteit gebruiken om vooruitgang en verandering te stimuleren​(Slides Lecture 10_Diver…)​(3v10).

52
Q

Wat is het verschil tussen een veilige ruimte en een dappere ruimte, en waarom is dit onderscheid belangrijk in het onderwijs?

A

Veilige ruimtes zijn bedoeld om een omgeving te bieden waar studenten, vooral uit gemarginaliseerde groepen, zich beschermd voelen tegen schadelijke opmerkingen of discriminatie. Dappere ruimtes moedigen studenten aan om moeilijke en soms ongemakkelijke gesprekken aan te gaan, met de bedoeling om diepgaand te leren en intellectuele risico’s te nemen. Het onderscheid is belangrijk omdat veilige ruimtes veiligheid bieden, maar dappere ruimtes noodzakelijk zijn voor kritische discussie en diepgaande reflectie​(Slides Lecture 10_Safe …)​(4v10).

53
Q

Hoe helpen veilige ruimtes gemarginaliseerde studenten om zich vrij te voelen om hun mening te uiten, volgens de theorie van sociale identiteit?

A

Volgens de sociale identiteitstheorie creëren veilige ruimtes een omgeving waarin studenten hun groepsidentiteit niet als een kwetsbare positie hoeven te ervaren. Dit helpt studenten uit gemarginaliseerde groepen om hun stem te laten horen zonder angst voor oordeel of discriminatie​(4v10).

54
Q

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen van veilige ruimtes in het bevorderen van inclusieve dialogen?

A

Een uitdaging is dat veilige ruimtes soms kritiek krijgen omdat ze controversiële onderwerpen kunnen vermijden, wat het moeilijk maakt om echte problemen zoals racisme of genderongelijkheid te bespreken. Hierdoor kunnen belangrijke leermomenten worden gemist​(4v10).

55
Q

Wat zijn de gevolgen van machtsdynamiek in de klas voor het ontstaan van hot moments?

A

Machtsdynamieken, zoals het overwicht van dominante groepen in discussies, kunnen ervoor zorgen dat minderheden zich buitengesloten of gemarginaliseerd voelen. Dit kan bijdragen aan het ontstaan van spanningen en hot moments​(4v10).

55
Q

Wat wordt bedoeld met hot moments in de klas en welke factoren dragen bij aan het ontstaan ervan?

A

Hot moments zijn momenten van hoge emotionele intensiteit in de klas, vaak veroorzaakt door conflicterende sociale identiteiten of gevoelige onderwerpen zoals ras of gender. Microagressies en machtsdynamiek binnen de groep kunnen bijdragen aan het ontstaan van deze momenten​(Slides Lecture 10_Safe …)​(4v10).

56
Q

Hoe kunnen microagressies in een klaslokaal leiden tot hot moments?

A

Microagressies zijn subtiele, vaak onbewuste opmerkingen die leden van gemarginaliseerde groepen kunnen kwetsen. Wanneer deze microagressies worden opgemerkt, kunnen ze leiden tot sterke emotionele reacties en conflicten in de klas​(4v10).

57
Q

Hoe beïnvloedt emotioneel werk de manier waarop docenten omgaan met hot moments in de klas?

A

Docenten moeten hun eigen emoties beheersen en tegelijkertijd de emoties van hun studenten in goede banen leiden. Dit kan extra druk op docenten leggen, vooral als hun eigen overtuigingen of waarden worden uitgedaagd​(4v10).

58
Q

Waarom voelen veel docenten zich onvoorbereid om sociale spanningen te beheersen tijdens moeilijke discussies?

A

Veel docenten geven aan dat ze zich onvoldoende voorbereid voelen om met deze sociale spanningen om te gaan, deels omdat conventionele diversiteitstrainingen niet altijd de praktische vaardigheden bieden die nodig zijn om complexe situaties in de klas te beheren​(4v10).

59
Q

Hoe kunnen docenten worden ondersteund bij het omgaan met diversiteit en hot moments buiten conventionele trainingen?

A

Docenten geven de voorkeur aan ondersteuning in de vorm van gemeenschapsvorming en het delen van verhalen en ervaringen met collega’s. Dit biedt praktische inzichten en helpt docenten om effectiever om te gaan met sociale spanningen in de klas​(4v10).

60
Q

Welke vormen van institutionele ondersteuning zijn nodig om docenten te helpen omgaan met sociale spanningen en diversiteit in het onderwijs?

A

Instellingen moeten duidelijke strategieën en middelen bieden, zoals training in scenario’s en het creëren van structuren voor het delen van ervaringen tussen docenten. Dit zorgt ervoor dat docenten beter voorbereid zijn op de uitdagingen van diversiteit​(4v10).

61
Q

Hoe kan het delen van verhalen tussen docenten bijdragen aan een betere aanpak van hot moments in de klas?

A

Het delen van verhalen tussen docenten creëert een gemeenschapsgevoel en biedt een platform voor het uitwisselen van strategieën en ervaringen. Dit kan docenten helpen om zelfverzekerder en beter voorbereid te zijn bij het omgaan met sociale spanningen​(4v10).

62
Q

Hoe kunnen docenten een balans vinden tussen inclusie en vrijheid van meningsuiting in de klas?

A

Docenten moeten ervoor zorgen dat iedereen de vrijheid heeft om zijn of haar mening te uiten, maar tegelijkertijd moeten ze zorgen voor een omgeving waarin studenten niet worden blootgesteld aan schadelijke of kwetsende opmerkingen. Het balanceren van deze twee waarden is essentieel voor een inclusieve klasomgeving​(4v10).

63
Q

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen van het bevorderen van inclusieve discussies, vooral wanneer sommige standpunten als kwetsend worden ervaren?

A

Een van de uitdagingen is dat het bevorderen van inclusieve discussies soms betekent dat bepaalde kwetsende standpunten moeten worden beperkt om een veilige omgeving voor alle studenten te behouden. Dit vereist dat docenten moeilijke beslissingen nemen over welke standpunten wel en niet aan bod komen​(4v10).

64
Q

Hoe kunnen hot moments worden omgevormd tot kansen voor diepgaand leren en reflectie in het klaslokaal?

A

Door hot moments te erkennen en constructief te begeleiden, kunnen ze worden gebruikt als kansen voor diepgaande reflectie en kritisch denken. Ze bieden momenten waarop studenten geconfronteerd worden met hun eigen vooroordelen en aannames, wat kan leiden tot waardevol leren​(Slides Lecture 10_Safe …)​(4v10).

65
Q

Waarom is het belangrijk dat docenten openstaan voor controversiële gesprekken in dappere ruimtes?

A

Controversiële gesprekken in dappere ruimtes moedigen studenten aan om buiten hun comfortzone te treden en intellectuele risico’s te nemen. Dit bevordert kritisch denken en een dieper begrip van diversiteitskwesties, wat essentieel is voor inclusieve en zinvolle educatie​(4v10).