Hoorcollege 2; Marshev (2021) + Monteiro & Adler (2022) Flashcards

1
Q

Wat zijn de kernpunten van Scientific Management van Frederick Taylor en wat was het belangrijskte doel ervan?

A

Tijd- en bewegingstudies: door Taylor kon arbeid wetenschappelijk worden geanalyseerd. Dit stelde managers in staat om de meest efficiënte manier te vinden om werk te verrichten.

Taakspecialisatie: Hij pleitte voor een strikte verdeling van arbeid tussen werknemers en managers. Werknemers zouden taken zo efficiënt mogelijk uitvoeren, terwijl managers verantwoordelijk waren voor planning en controle.

Incentivesystemen: Taylor introduceerde beloningssystemen gebaseerd op prestatie, wat leidde tot een verhoging van de motivatie en productiviteit van werknemers. Zijn systeem van stukloon (betaling per eenheid output) werd in veel sectoren toegepast.

Het belangrijkste doel van Taylors benadering was het verhogen van de productiviteit door wetenschappelijke methoden toe te passen op arbeid, wat leidde tot een grote invloed op productiebedrijven en fabrieken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kernpunten van Administrative theory van Henri Fayol en wat was het doel hiervan?

A

Er waren volgens Fayol 5 basisfuncties van management:
1) Plannen: Het opstellen van doelen en het ontwikkelen van strategieën om deze te bereiken.
2) Organiseren: Het structureren van middelen en taken binnen de organisatie.
3) Commanderen: Het geven van richtlijnen en leiden van werknemers om de doelen te bereiken.
4) Coördineren: Het zorgen voor harmonie en samenwerking tussen verschillende afdelingen.
5) Controleren: Het monitoren van prestaties en het nemen van correctieve maatregelen wanneer dat nodig is.

Fayol legde met zijn administrative theory meer de nadruk op een strategische en holistische benadering van management, waarbij de nadruk lag op coördinatie en leidinggeven op alle niveaus van een organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kernpunten van de Human Relations School van de Elton Mayo en Hawthorne studies?

A

Deze werd beïnvloed door de Hawthorne studies die werden uitgevoerd door Elton Mayo. Aandacht voor sociale behoeften van werknemers hadden een significante invloed op de productiviteit van werknemers. Er zijn drie belangrijke aspecten:
1) Hawthorne-effect: De Hawthorne-experimenten toonden aan dat werknemers hun gedrag veranderden omdat ze zich bewust waren van de aandacht die ze kregen van onderzoekers en managers. Dit leidde tot het inzicht dat niet alleen fysieke omstandigheden, maar ook sociale factoren zoals erkenning, invloed hadden op de motivatie.

2) Focus op werknemerswelzijn: De Human Relations School legde de nadruk op de menselijke kant van de organisatie. De betrokkenheid van werknemers, goede communicatie, en sociale ondersteuning werden gezien als essentiële factoren voor succes.

3) Leiderschap en groepdynamiek: Leiderschap werd gezien als een sociale functie, waarbij de manager zorg moest dragen voor het welzijn en de groepscohesie van werknemers om de productiviteit te verhogen.

Mensen zijn dus geen machines, en motivatie en productiviteit kunnen gestimuleerd worden doordat er aandacht wordt gegeven aan de menselijke aspecten van het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de belangrijkste aspecten van Maslow (motvatietheorie)?

A

Volgens Maslow zijn er vijf hiërarchische behoeften van mensen:
1)Fysiologische behoeften: Basisbehoeften zoals voedsel, water, en onderdak.

2) Veiligheidsbehoeften: Behoefte aan veiligheid en stabiliteit.

3) Sociale behoeften: Behoefte aan liefde, vriendschap, en sociale relaties.

4) Behoefte aan waardering: Behoefte aan erkenning en respect van anderen.

5) Zelfactualisatie: Het streven naar zelfverwezenlijking en persoonlijke groei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de belangrijkste aspecten van Herzberg’ twee-factorentheorie?

A

Herzberg maakte een onderscheid tussen hygiënefactoren (zoals salaris, werkomstandigheden) en motivatoren (zoals erkenning, verantwoordelijkheid) als factoren die de tevredenheid van werknemers beïnvloeden. Volgens Herzberg leiden hygiënefactoren tot ontevredenheid wanneer ze ontbreken, maar verhogen ze de motivatie niet. Motivatoren daarentegen stimuleren intrinsieke motivatie en tevredenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de andere managementtheorieën die in de loop van de 20e eeuw opkwamen?

A

Empirische School van Management: Deze school benadrukte het belang van praktijkervaringen en case studies in het ontwikkelen van managementtheorieën.

School voor Sociale Systemen: Deze benadering beschouwt de organisatie als een sociaal systeem waarin verschillende groepen en individuen interageren om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Het legt de nadruk op interactie, communicatie, en samenwerking tussen de verschillende lagen van de organisatie.

Situationele Benadering: Deze benadering stelt dat er geen “one size fits all”-benadering is voor management. Effectief management hangt af van de situatie, inclusief factoren zoals de aard van de taak, de omgeving en de vaardigheden van de werknemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie perspectieven van bureaucratie? Enkel benoemen is op dit moment voldoende.

A

Bureaucratie als organiserend principe;
Bureaucratie als paradigmatische organisatievorm;
Bureaucratie als één van vele organisatievormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit hoe bureaucratie kan worden gezien als organiserend principe. Wat zijn hiervan de belangrijkste voordelen?

A

Kernboodschap van dit type bureaucratie is terug te duiden op Max Weber’ begrip van bureaucratie, waarin bureaucratie wordt gezien als een hiërarchisch en rationeel systeem. Was de beste manier om een grote organisatie aan te sturen d.m.v. strenge regels, verdeling van taken en duidelijke hiërarchie. Elke werknemer heeft een duidelijke taak, los van persoonlijke voorkeuren of relaties. De regels van zo’n bureaucratie moeten efficiëntie, voorspelbaarheid en consistentie waarborgen

De belangrijkste voordelen hiervan zijn:
1) Hiërarachie en autoriteit: duidelijke machtstructuren die zorgen voor efficiëntere besluitvorming;
2) Formalisatie: Geschreven regels en standaarden verminderen ambiguïteit en bevorderen consistentie.
3) Onpersoonlijkheid: Beslissingen worden genomen op basis van objectieve criteria, wat willekeur en favoritisme vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit hoe bureaucratie tegenwoordig nog een efficiënte organisatievorm kan zijn (Monteiro & Adler)

A

Hierin wordt bureaucratie, ondanks de opkomst van andere organisatiemodellen, nog steeds als het meest dominant gezien, omdat deze te diep verankerd ligt in de organisatie. Bureaucratie is niet perse achterhaald, maar past zich juist aan aan de tijd. Niet alleen de formele aspecten van bureaucratie zijn belangrijk, ook de informele dynamieken worden erkend. Persoonlijke relaties, netwerken en machtsdynamieken worden dus ook op waarde geschat. Bureaucratie kan bijvoorbeeld goed functioneren in complexe en gereguleerde omgevingen zoals de publieke sector of grote multinationals, waar stabiliteit en naleving van regels essentieel zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit waarom bureaucratie kan worden gezien als één van de vele organisatievormen

A

Hierbij is bureaucratie afhankelijk van de context. Organisaties zijn complex en dynamisch, waardoor verschillende organisatorische principes gecombineerd kunnen worden. In sommige sectoren (technologie) kunnen flexibele, platte structuren makkelijker zijn, maar in andere sectoren (gezondheidszorg) kan bureaucratie beter werken, waarin voorspelbaarheid en regelgeving belangrijk zijn. Organisaties kunnen verschillende structuren en processen mixen om aan de specifieke behoeften van de organisatie te voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vaak krijgt bureaucratie overwegend veel kritiek, omdat het te rigide zou zijn. Volgens Monteiro & Adler is dit onterecht. Op welke manieren kan volgens hen bureaucratie zich aanpassen in de moderne tijd?

A

1) Technologische veranderingen: Technologische ontwikkelingen hebben de bureaucratische processen fundamenteel veranderd. Bureaucratieën waren voorheen veel afhankelijk van papieren regels bijvoorbeeld, maar nu kan dit worden gedigitaliseerd. Door deze digitalisering, wordt de efficiëntie verhoogd, daarnaast kunnen regels overal duidelijker worden weergegeven, wat zorgt voor meer transparantie en naleving. Toch blijven hiërarchie en formele regels erg relevant.

2) Globalisering en bureaucratische structuren: organisaties worden in een wereld die steeds meer in contact staat met elkaar, continu uitgedaagd met complexe en grensoverschrijdende uitdagingen. Bureaucratie biedt hierin een oplossing: doordat regels en normen universeel hier kunnen worden toegepast, kunnen de diverse en geografisch verspreide operaties hier altijd op terugvallen. Grote multinationals vertrouwen op bureaucratische principes om consistentie en controle te behouden in verschillende landen en culturen.

3) Bureaucratie en veerkracht: in tijden van crisis, kunnen bureaucratische organisaties veerkrachtig zijn. Formele regels en procedures zorgen voor een duidelijke responscultuur, zonder nood voor improvisatie. Hierdoor kunnen organisaties efficiënt reageren tijdens crises door hun processen aan te passen binnen een bestaande hiërarchische structuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 3 voornaamste kritieken op bureaucratieën?

A

1) Roodtape & inefficiëntie: het leidt tot een trage besluitvorming en een stortvloed aan regels die besluitvorming belemmeren.

2) onpersoonlijkheid: bureaucratie kan leiden tot vervreemding van werknemers, omdat zij slechts ‘radartjes in het systeem’ zijn, waardoor dit kan leiden tot demotivatie en verminderde creativiteit.

3) Gebrek aan flexibiliteit: bureaucratie is te rigide om zich aan te passen aan snelle veranderingen, met name in sectoren waarin creativiteit en flexibiliteit essentieel is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is bureaucratie, ondanks kritieken die worden erkend door Monteiro & Adler, volgens hen alsnog een goede organisatiestructuur?

A

De voornaamste kritieken ontstaan volgens hen met name door slecht management en deze disfuncties zijn niet inherent aan bureaucratie. Bureaucratie kan succesvol zijn wanneer het op een veerkrachtige en reactieve manier wordt ontworpen, waarbij er ruimte wordt overgelaten voor flexibiliteit en creativiteit binnen de structuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke manier kan bureaucratie het probleem van klimaatverandering oplossen?

A

Bureaucratische overheidsinstellingen en de VN stellen harde, duidelijke regels op voor het aanpakken van klimaatverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

OP welke manier kan bureaucratie het probleem van ongelijkheid oplossen?

A

Bureaucratie kan bijdragen aan het verminderen van ongelijkheid door middel van het bevorderen van gelijke kansen en het waarborgen van eerlijke toepassing van regels in overheidsdiensten, onderwijs en de rechtspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is volgens Monteiro & Adler belangrijk in toekomstig onderzoek naar bureaucratie?

A
  1. Bureaucratie in nieuwe organisatorische contexten: hoe kan bureaucratie worden toegepast in nieuwe organisatiestructuren, zoals zelfsturende teams?
  2. De hybridisatie van bureaucratie: bureaucratie wordt tegenwoordig gecombineerd met non-hiërarchische structuren. Het is belangrijk om dit te onderzoek i.c.m. deze structuren en welke dynamiek hiermee wordt gecreëerd.
  3. Macht en ethiek binnen bureaucratie:
    de relatie tussen macht, ethiek en bureaucratische structuren verdient meer aandacht. Met name nu er meer bezorgdheid is over ongelijkheid en corruptie, is het belangrijk om te kijken welke rol bureaucratie hierin meespeelt in zowel positieve als negatieve machtsdynamieken.
17
Q

Wat wordt er bedoeld met controle als sociale macht?

A

Hiermee wordt bedoeld dat controle en macht niet fysiek worden uitgevoerd, maar dat dat dit ook discursief en symbolisch kan zijn. Bijvoorbeeld door regels, culturele normen en technologie.

18
Q

Van welke twee vormen van controle is er sprake?

A

1) formele controle: macht wordt uitgeoefend door formele structuren, regels en structuren die gedrag bijsturen. Dit is de dominante vorm van controle bij een bureaucratie, waarin hiërarchie en regels aan de basis staan voor de organisatie en daarmee het gedrag van de werknemers reguleren.

2) informele controle: gaat over subtielere vormen van invloed, zoals gedeelde normen en waarden die door socialisatie binnen het bedrijf zijn geïnternaliseerd. Dit is gebaseerd op cultuur en de ongeschreven regels.

19
Q

Leg uit wat Max Weber’s kijk was op bureaucratie en leg uit welke drie soorten gezag er binnen een organisatie zou kunnen zijn.

A

Max Weber was van mening dat de bureaucratie het meest efficiënt was om een grote organisatie aan te sturen, vanwege het rationeel-legale systeem van autoriteit. Er waren drie soorten gezag die hi j hierbij ontwikkelde:

1) Traditioneel gezag –> gebaseerd op sociale gewoonte of erfenis. Macht wordt doorgegeven op basis van bijvoorbeeld erfopvolging of sociale status.

2) charismatisch gezag –> gezag wordt verleend op basis van kwaliteiten en persoonlijkheid v.d. leider. Charismatische personen worden gezien als buitengewoon inspirerende figuren. Is fragiele vorm van gezag, omdat het sterk afhankelijk is van de persoonlijke invloed van de leider.

3) Rationeel-legaal gezag: fundamenteel voor bureaucratie, waarbij gezag ENKEL wordt verleend op basis van regels en wetten. De autoriteit komt vanuit de positie (ambt), niet vanuit de persoon die de positie bekleedt. Maakt organisaties voorspelbaar + consistent en hierdoor efficiënt. Echter leidt het ook tot vervreemding en de ‘ijzeren kooi’, omdat persoonlijke vrijheid binnen de bureaucratie blijft beperkt.

20
Q

Wat waren volgens Weber de voor- en nadelen van bureaucratie?

A

Bureaucratie is rationeel en zou efficiëntie verhogen. Echter kan overmatige rationalisatie ook leiden tot een mechanische, onpersoonlijke benadering van organisatorische processen.

21
Q

Hoe wordt er naar Taylor’s idee van scientific management gekeken?

A

Taylor’s scientific management wordt gezien als harde controle, waarbij de nadruk ligt op formele regels, hiërarchie en directe controle op het werkproces. Het droeg inderdaad bij aan efficiëntie, maar kende ook kritiek, omdat het geen rekening hield met de menselijke aspecten en vervreemding.

21
Q

Wat zijn de twee belangrijkste kenmerken van Taylor’s scientific management?

A

1) Tijd- en bewegingstudies: Taylor voerde tijdstudies uit om te onderzoeken hoe lang iets zou moeten duren en bewegingsstudies om bepaalde handelingen te elimineren, hierdoor zouden taken zo efficiënt mogelijk moeten zijn.
2) Arbeidsverdeling en specialisatie: Taylor pleitte voor een verdeling tussen managers (denkers) en werknemers (doeners). Managers moesten plannen, terwijl werknemers zo snel mogelijk en efficiënt moesten werken.

22
Q

Wat wordt er bedoeld met normatieve controle?

A

Dit is een informele soort van controle, waarbij er rekening wordt gehouden met de interne overtuigingen en waarden van werknemers. Formele controle richt zich op dwang en regels, normatieve controle richt zich op de socialisatie van werknemers om hen intrinsiek te motiveren om de normen en waarden van de organisatie eigen te maken.

23
Q

Wat wordt bedoeld met de internalisatie van normen en organisatiecultuur?

A

Internalisatie van normen: door normatieve controle gaan werknemers zich vinden (socialiseren) in de waarden en overtuigingen van de organisatie, zodat ze zich gaan gedragen naar de organisatorische doelstellingen. Wordt gedaan door cultuurtrainingen, managementboodschappen en rituelen binnen de organisatie.

Organisatiecultuur: wordt gebruikt om werknemers zich volledig te laten identificeren met de doelstellingen van de organisatie, waarbij normatieve controle een subtiele rol speelt. Werknemers voelen zich niet gedwongen door expliciete regels, maar juist door hun eigen internalisatie van het bedrijf.

24
Q

Wie was Gideon Kunda en waarvan is hij het meest bekend?

A

Gideon Kunda is een belangrijke man als het gaat om laten zien hoe normatieve controle een rol speelt bij techbedrijven en hiermee werknemers naar zich toetrekken. Hij laat zien hoe cultuurgesprekken en rituelen kunnen bijdragen tot een gevoel van collectieve identiteit, wat leidt tot een vorm van zelfcontrole door werknemers.

25
Q

Welke twee soorten van technologische controle zijn er?

A

1) Data-gestuurde controle: met behulp van moderne technologie kunnen bedrijven gegevens verzamelen over de prestaties van werknemers. Die worden vervolgens gebruikt om beslissingen over beloningen te nemen, promoties en ontslagen. Aan de kant kan dit efficiëntie verbeteren, aan de andere kant kan dit vragen oproepen over privacy en ethiek.

2) Algoritmische controle: wordt bijvoorbeeld toegepast bij Uber & Thuisbezorgd, worden werknemers gecontroleerd door algoritmen en hun ook beoordelen op basis van data.

26
Q

Waarom kan controle ook leiding tot ongewenste effecten?

A

1) vervreemding: wanneer de nadruk te veel ligt op rationaliteit en controle bij werk, kan dit ertoe leiden dat werknemers zich slechts ‘radartjes in een systeem’ voelen, wat leidt tot vervreemding. Dit kan leiden tot demotivatie en verlies van creativiteit.

2) Paradox van organisatiecultuur: een organisatie kan claimen uniek te zijn, maar in werkelijkheid worden dezelfde controlemechanismen gebruikt als bij andere organisaties. Dit leidt tot de volgende paradox: de cultuur bevordert enerzijds autonomie, anderzijds wordt er juist conformiteit tussen organisaties afgedwongen.

3) Machtsmisbruik: wanneer controle te rigide wordt toegepast, kan dit leiden tot machtsmisbruik. In Crtitical Theory wordt onderzocht hoe controlemechanismen ongelijkheden kunnen worden bevorderd en machtsstructuren worden versterkt.

26
Q

Wat is Critical Theory?

A

Critical theory is een manier van denken die kritisch kijkt naar hoe macht werkt in de samenleving en binnen organisaties. Het gaat om het begrijpen wie de macht heeft, hoe die macht wordt gebruikt (of misbruikt), en hoe dit invloed heeft op mensen. Mensen die deze theorie volgen, willen laten zien hoe machtige groepen soms andere mensen onderdrukken, en ze proberen manieren te vinden om dat te veranderen. Het is eigenlijk een manier om beter te begrijpen hoe ongelijkheid ontstaat en hoe we daar iets aan kunnen doen.