hoofdstuk 8 Flashcards
realisme
je geloofd dat iets echt bestaat. Als je zegt dat zwanen bestaan, ben je een realist met betrekking tot zwanen
ani-realist
je hebt geen commitment aan dat bepaalde dingen bestaan.
wetenschappelijke realist
als er een succesvol wetenschappelijke theorie is (progressief onderzoeksprogramma).
waarom worden wetenschappelijke realisten anti-constructivistische empiristen genoemd
die realisten zeggen dat mentale toestanden objectieve feiten zijn. Ze zijn echt. constructivistisch empirisme denken dat er meerdere theorieën mogelijk zijn. Niet maar een objectieve feit
bas van fraassens
grote verdediger van het constructivistisch empirisme
er zijn vier domeinen waar de onstructivistisch empiristen en realisten naar kijken
- het met de zintuigen waarneembare
- Het met instrumenten waarneembare, wat ook op die manier is waargenomen
- Het met instrumenten waarneembare, dat nog niet is waargenomen
- Het principieel onwaarneembare ( je kan het op geen enkele manier waarnemen)
over welke domeinen zijn de constructivistisch empiristen en realisten het eens
over het met de zintuigen waarneembare en over het principieel onwaarneembare
over welke domeinen is er een debat tussen de constructivistisch empiristen en realisten
Over het tweede en derde domein. De dingen die je zelf niet kan waarnemen zonder instrument, bestaat dat wel. Bestaan mentale toestanden dan wel, je kan ze zelf niet zien met je zintuigen.
postuleren
veronderstellen
drie beweringen die wetenschappelijke realisten accepteren
- een wetenschappelijke theorie kan iets zeggen over de onwaarneembare werkelijkheid
- Theorie die bij benadering waar is, en dat de termen naar iets verwijzen, mentale toestanden verwijzen naar iets. Pijn verwijst naar iets dat bestaat
- er is wetenschappelijke vooruitgang mogelijk
welke bewering van de wetenschappelijke realisten is geïnspireerd door popper en waar
bewering 2 omdat er staat ‘bij benadering waar’. Dus het over het algemeen waar maar je kunt niet zeggen dat het 100 procent waar is. Want mensen kunnen fouten maken.
abductieve manier van redeneren
een manier van redeneren voor de wetenschappelijke realist, je hebt goede redenen om aan te nemen dat de dingen die je niet kan zien wel degelijk bestaan. Een mogelijke verklaring voor een verschijnsel.
inference to the best explanation en only explanation (abductieve manier van redeneren)
to the best is als er verschillende verklaringen mogelijk zijn en only explanation is dat er maar een verklaring mogelijk is.
ontologische spaarzaamheid
je verklaard geen dingen die je niet nodig hebt, aansluiting bij wat we al weten.
tegenargument tegen het wetenschappelijke realisme (empirische adequaatheid)
een theorie hoeft alleen maar emprisch adequaat te zijn, alleen maar succesvolle voorspellingen op waarneembaar niveau te doen. Maar wil de wetenschapper niet meer doen dan alleen correct voorspellen. aangezien je met voorspellen geen inzicht krijgt in de oorzaak van bepaald gedrag.