alle filosofen Flashcards

1
Q

Welke stroming volgt socrates

A

scepticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarvan is scepticisme een tegenhanger

A

rationalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke stroming volgt plato

A

rationalist (alle kennis is aangeboren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat stelt permenidus

A

alles wat echt is in de wereld blijft het zelfde (plato mee eens))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat stelt heraclitus

A

Dat de wereld constant veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke stroming volgt aristoteles

A

empirist met rationalistische trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke stroming volgt descartes

A

rationalisme (gelooft niet dat alle kennis aangeboren is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke stroming volgt bacon

A

empirisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat heeft bacon bedacht

A

idols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke stroming volgt montaigne

A

scepticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke stroming volgt john locke

A

empirisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat geloofd john locke over aangeboren ideeën

A

bestaan niet doordat we allemaal een tabula rasa zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke stroming volgt berkeley

A

idealisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke stroming volgt hume

A

empirisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke term bedenkt hume

A

oorzakelijkheid (priority, continguity)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke stroming volgt kant

A

synthese van rationalisme en empirisme

17
Q

welke begrip paren bedenkt kant

A

a priori - posteriori synthetisch - analytisch

18
Q

welke werelden bedenkt kant

A

noumenale en fenomenale wereld

19
Q

welke stroming volgt august comte

A

positivisme

20
Q

wie bedacht wet van de drie stadia samenlevingen

A

comte

21
Q

welke theorie bedacht Wittgenstein I

A

correspondentie theorie van de waarheid/betekenis

22
Q

welk demarcatiecriterium bedachten de logisch positivisten

A

verifieerbaarheid en confirmeerbaarheid

23
Q

welk model bedachten de logisch positivisten

A

deductief-nomologisch model

24
Q

welk demarcatiecriterium bedenkt popper

A

falsificationisme

25
Q

wie staan achter het constructivisme en relativisme

A

wittgenstein II, Thomas Kuhn en Feyerabend

26
Q

wie is het niet eens met een privetaal

A

wittgenstein II

27
Q

wat heeft thomas kuhn bedacht

A

paradigma’s

28
Q

wat heeft Feyerabend bedacht (3)

A
  • tradities
  • againts method
  • anything goes
29
Q

hoe noemt imre lakatos haar paradigma’s

A

onderzoeksprogramma’s

30
Q

wat is het demarcatiecriterium van imre lakatos

A

mix van poppers falsificatie en kuhn zijn paradigma

31
Q

wat gelooft een realist

A

Dat je gelooft dat iets bestaat, het weergeven van de werkelijkheid

32
Q

waar is bas van fraassens een verdediger van

A

constructivistisch empirisme

33
Q

wat is het tegenovergestelde van het constructivisme

A

realisme

34
Q

tegenovergestelde van pragmatisme

A

scepticisme

35
Q

welke twee theorieën bedacht peirce

A

paper doubt en living doubt

36
Q

welke 4 methoden bedacht peirce

A

methode van standvastigheid, autoriteit, a priori en wetenschap

37
Q

wat ging quine doen

A

kennis verwerven ipv rechtvaardigen

38
Q

wat bedacht daniel kahneman

A

denksysteem 1 en 2