Hoofdstuk 14 Flashcards

1
Q

wetenschappelijke methode

A

empirisch, experimenten en kwantificeerbare resultaten met als doel om domeinen van de werkelijkheid te begrijpen en voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de natuurwetenschappen proberen hun domein van de werkelijkheid te …..

A

verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de menswetenschappen proberen hun domein van de werkelijkheid te …..

A

verstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is volgens dilthey het grote verschil tussen natuur en menswetenschappen

A

in natuurwetenschappen bestaan universele wetmatigheden en in mensenwetenschappen niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

looping effect (hacking)

A

binnen de menswetenschappen kan een interactie ontstaan met het studieobject. (Door het menselijk voelen en denken op een bepaalde manier te beschrijven, creëer je verandering in het gedrag van de mensen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat bedoelde carl sagan met science is a self-correcting process

A

goede wetenschap weet te corrigeren
voor de denkfouten van individuele wetenschappers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat kan ons beschermen tegen intuïtieve denkfouten in de wetenschap

A

cognitieve artefacten (door wiskunde, logica en statistiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat beschermd tegen systeem 2 confirmation bias denkfouten in de wetenschap

A

kader en context bescherming, doordat in de wetenschap kritiek op elkaars werk word gegeven en blootstelling aan kritiek deelneemt aan dat proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat beschermd tegen systeem 2 overconfidence bias in de wetenschap

A
  • reproduceerbaarheid
  • meta-analyses
  • resultaten en methodologie kunnen onafhankelijk getoetst worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bandwagon effect

A

de ingroup bias, wetenschappers werken samen in onderzoeksgroepen en hierdoor bestaat de kans dat men binnen die onderzoeksgroepen niet zo kritisch kijkt naar het werk van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zelfcensuur

A

er worden beperkingen opgelegd met dingen delen zodat bepaalde gevoelens bespaard worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar tegen in ging popper

A

verifieerbaarheid, te streng volgens hem en confirmeerbaarheid te zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kritiek op poppers falsifieerbaarheid

A

niet meteen een theorie laten vallen bij tegenbewijs. Soms kan die later toch wel waar zijn. En pseudowetenschappers maken ook falsifieerbare claims.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is wetenschap volgens postmodernisten

A

elke theorie is een constructie van de werkelijkheid, er zijn veel verschillende manieren om zulke constructies te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat vond sokal van farerabends ideeën

A

was het er niet mee eens, hij was ervan overtuigd dat er wel een onderscheid gemaakt kon worden tussen goede wetenschappelijke theorieën en ongefundeerde wetenschappelijke theorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly