Hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

waarom zijn mensen geneigd om dezelfde denkfouten te maken

A

natuurlijke selectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke drie factoren zijn van belang voor evolutie door natuurlijke selectie

A
  • willekeurige genetische variatie door mutatie
  • erfelijkheid
  • selectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat noemde daniel kahneman systeem 1

A

ons automatische intuïtieve systeem. Het denksysteem dat altijd actief is en waarvan we ons over het algemeen niet bewust van zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat noemde daniel kahneman systeem 2

A

een bewust denksysteem. Bij dit denksysteem zijn we ons bewust dat we aan het denken zijn. Dit denken verloopt moeizaam en trager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom is systeem 1 feilbaar, 3 belangrijkste redenen:

A
  • heuristieken
  • error management
  • mismatch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

heuristieken (systeem 1 feilbaar)

A

eenvoud boven complexiteit. Wat makkelijker voor de geest te halen is, is waarschijnlijker voor ons gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

error management (systeem 1 feilbaar)

A

ons systeem is zo gemaakt dat we geen dure (levensgevaarlijke) fouten maken dus natuurlijke selectie heeft onze intuïtie zo gevormd dat het altijd de dure fouten zal vermijden en het bereid is om meer kleine fouten te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hyperactive agency detection

A

we zijn zo afgesteld dat we verwachten dat er iets gevaarlijks komt als we wat geluid horen bijvoorbeeld. Er is overdetectie van bepaalde zaken maar dit zorgt er voor dat we dure fouten vermijden maar wel andere fouten meer maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mismatch (systeem 1 feilbaar)

A

ons systeem die we gebruiken is ontwikkeling in een tijd dat we moesten overleven. Hierdoor zijn de intuïties niet altijd aangepast aan de moderne wereld. vb: we hebben een sterke voorkeur tot calorierijk voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

the argumentative theory of reason

A

systeem 2 is ontwikkeld om gelijk
te krijgen en niet zozeer om gelijk te hebben. confirmatie bias helpt hierbij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar leidt confirmatie bias tot

A

overconfidence bias, te zeker zijn van het feit dat we gelijk hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doen emoties en wat doet cognitie

A

emotie is de drijvende kracht achter de handeling (bv je hebt honger dus je gaat eten halen), en cognitie is de sturende kracht (je weet waar het voedsel te vinden is dus je gaat naar de koelkast).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

affect heuristic

A

emotionele staten beïnvloeden cognitie, overtuigingen en besluiten. bv door onderbuikgevoel een keuze maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom is systeem 2 feilbaar

A

het is geadapteerd aan de sociale context en ontworpen om gelijk te krijgen en niet om gelijk te hebben. We missen vaak de waarheid hierdoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly