Hoofdstuk 8 Flashcards
Wat is een reflex en hoe kan deze veranderen door gewenning?
Een gedragsreactie op een bepaalde prikkel. Door het herhalen van een identieke stimulus, wordt de reactie van het centrale zenuwstelsel op de stimulus zwakker. Je raakt eraan gewend, waardoor de reflex kan veranderen.
Hoe ontdekte Pavlov de geconditioneerde respons?
Bestuderen van reflexen betrokken bij spijsverterings- systeem bij honden. Honden kwijlen verschillend bij verschillend voedsel. Sommige honden kwijlden al voor ze het voedsel kregen. Pavlov dacht eerst dat het een fout was, maar kwam erachter dat dat een fysiologische reactie was.
Hoe systematiseerde Pavlov na zijn eerste ontdekking het proces van conditionering, en welke
namen gaf hij aan de relevante stimuli en reacties?
Door een stimulus te geven (een bel) samen met het voedsel. Voordat de bel aan het eten werd gekoppeld, was het een neutrale stimulus. Het voedsel een ongeconditioneerde stimulus. De speekselvloed/kwijl een ongeconditioneerde reactie. Na de koppeling werd de bel een geconditioneerde stimulus en het kwijl een geconditioneerde reactie.
Hoe kan een geconditioneerde reactie worden uitgedoofd? Welk bewijs bracht Pavlov en
anderen tot de conclusie dat uitsterven het dier niet terugbrengt naar zijn oorspronkelijke, ongetrainde
staat?
Bij herhalen van geconditioneerde stimulus zonder de ongeconditioneerde, reageerden proefpersonen steeds minder en uiteindelijk niet meer (extinctie) op de geconditioneerde. Na een tijdje zonder prikkels, was de conditionering weer hersteld (spontaan herstel). Na weer een combinatie bereikte de geconditioneerde respons weer zijn hoogtepunt. De neuronen voor extinctie remmen die van conditionering (neuroimaging-studies). Door geconditioneerde neuronen opnieuw te activeren, kwam de geconditioneerde respons weer.
Hoe kan generalisatie in klassieke conditionering worden afgeschaft door middel van
discriminatietraining? Hoe kan discriminatietraining worden gebruikt om de sensorische capaciteiten
van een dier te beoordelen?
Een geconditioneerde stimulus werd getoond samen met een ongeconditioneerde, en een vergelijkbare stimulus zonder ongeconditioneerde, stopte de proefpersoon met reageren op de vergelijkbare. Beoordelen hoe goed vergelijkbare zintuiglijke stimuli kan worden onderscheiden door de stimuli en de vergelijkbare dichter bij elkaar te brengen en alleen de ongeconditioneerde na de werkelijke.
Hoe weten we dat generalisatie in klassieke conditionering gebaseerd kan zijn op de betekenis
van een stimulus, niet alleen op de fysieke kenmerken ervan?
Experimenten toonden dat woorden gekoppeld aan citroensap die leidden tot kwijlen, woorden met soortgelijke betekenis meer tot kwijlen leidden dan woorden met dezelfde klank of bijna gelijke spelling. Dus ook persoonlijke interpretatie en betekenis.
Wat waren de kenmerken van het vroege, Noord-Amerikaanse behaviorisme? Waarom waren
Pavlovs bevindingen over conditionering bijzonder aantrekkelijk voor behavioristen?
Gedrag verklaren binnen een relatie van omgevingsprikkels en respons, zonder mentale processen erbij te betrekken. Pavlov toonde een leerproces op basis van een prikkel en een reactie.
Hoe verschilde Pavlov’s S-S theorie van klassieke conditionering van Watson’s S-R theorie? Hoe
ondersteunt een experiment met gewenning van de ongeconditioneerde stimulus de S-S theorie?
S-R theorie (Watson): stimulus-respons verbinding. De ongeconditioneerde en geconditioneerde stimuli zijn direct verbonden om tot respons te komen. S-S-theorie (Pavlov): stimulus-stimulus verbinding. Geconditioneerde stimuli creëert een mentale representatie van de ongeconditioneerde, en die geeft een reactie. Studie met ratten, een hard geluid met licht als geconditioneerde stimuli, leidde tot bevriezing. Als de reactie op het harde geluid was uitgestorven, reageerden de ratten ook niet meer op licht (S-S-theorie).
Hoe helpt de cognitieve constructie van verwachting de manieren te verklaren waarop
geconditioneerde reacties verschillen van ongeconditioneerde reacties?
Verwachtingstheorie: proefpersonen zijn geconditioneerd om gedrag te vertonen dat geschikt lijkt voor de situatie en niet op een enkele eigenschap van een geconditioneerde stimuli vertonen.
Wat zijn drie omstandigheden waarin het koppelen van een nieuwe stimulus aan een
ongeconditioneerde stimulus niet resulteert in klassieke conditionering? Hoe ondersteunen deze
observaties het idee dat klassieke conditionering een proces is van het leren voorspellen van het begin
van de ongeconditioneerde stimulus?
- De geconditioneerde stimulus moet voorafgaan aan de ongeconditioneerde stimulus om een geconditioneerde respons te laten vertonen. 2. De geconditioneerd stimulus moet de verhoogde kans op een ongeconditioneerde stimulus aangeven. 3 Het onderwerp wordt niet geconditioneerd als het al een voorspeller heeft die superieur is aan de nieuwe stimulus. Het dier moet leven vertrouwen op de geconditioneerde prikkels, om de ongeconditioneerde prikkels te verwachten.
Hoe toonde Watson aan dat de emotie van angst geconditioneerd kan worden?
Little Albert-experiment. Albert was geconditioneerd een hard geluid te verwachten als een rat voor hem werd geplaatst. Na herhalingen werd hij ook bang bij het krijgen van andere harige dieren (bijv. konijn) (generalisatie).
Hoe kunnen het aperitiefeffect en de plotselinge hunkering naar specifieke voedingsmiddelen
worden verklaard in termen van klassieke conditionering?
Zintuiglijke stimuli voorafgaand aan voedsel, kunnen ons conditioneren om honger te voelen als een geconditioneerde reactie op de stimuli.
Hoe is seksuele opwinding geconditioneerd bij mensen en andere dieren? Wat is het bewijs, uit
experimenten met niet-menselijke dieren, dat een dergelijke conditionering succes bij de voortplanting
bevordert?
Verschillende stimuli in combinatie met seksuele opwinding, hebben proefpersonen beschikbaar gemaakt voor voortplanting. Mannetjes kwartels hebben meer zaadcellen na onderwerping aan ongeconditioneerde stimuli.
Waarom is een geconditioneerde reactie op een drugsgerelateerde stimulus vaak het
tegenovergestelde van het directe effect van het medicijn?
Het lichaam geeft een reflexieve geconditioneerde respons op een druggerelateerde stimuli om de effecten van het medicijn te onderdrukken, en het lichaam in normale toestand te houden.
Hoe draagt klassieke conditionering bij aan de ontwikkeling van medicijntolerantie? Waarom is
het gevaarlijk voor een drugsverslaafde om zijn of haar gebruikelijke drugsdosis in een ongewone
omgeving in te nemen?
Omgevingssignalen kunnen het lichaam het contra-actieve systeem laten starten en geleidelijk meer medicijn innemen, waardoor de tolerantie toeneemt. Als de omgevingssignalen uit de gebruikelijke drugsomgeving er bij een verslaafde niet zijn, kan de hoeveelheid drugs gaan werken voordat het contra-actieve systeem is gestart. Dat kan schadelijk of zelfs fataal zijn.
Hoe helpt klassieke conditionering bij het verklaren van terugval in drugs nadat een verslaafde
thuiskomt uit een behandelcentrum?
De omgevingssignalen thuis zijn in verband met drugs. Dezelfde geconditioneerde processen worden veroorzaak die het medicijn tegengaan, waardoor een verlangen ontstaat.
Hoe trainde Thorndike katten om uit een puzzeldoos te ontsnappen? Hoe heeft dit onderzoek
bijgedragen aan Thorndike’s formulering van de wet van effect?
Katten in doos, ontdekten dat ze werden bevrijd en buiten de doos stond voedsel als ze op een klink drukten. Als ze opnieuw in de doos werden geplaatst drukten ze meteen op de klink. Wet van effect: acties met positieve effecten zullen in loop van tijd meer worden herhaald in soortgelijke situaties, dan acties met negatieve effecten.
Hoe verschilde Skinners methode voor het bestuderen van leren van die van Thorndike, en
waarom gaf hij de voorkeur aan de term versterking boven Thorndike’s tevredenheid?
In plaats van 1 actie van proefpersoon verwachten, ze in mechanisme plaatsen zodat ze zelf konden kiezen wanneer een actie ondernemen. Knop indrukken en dan voedsel krijgen, na verloop van tijd wordt de actie van de knop indrukken versterkt. Hij noemde het versterking, want ‘bevrediging’ suggereerde een mentaal proces van houden, en dat ging in tegen de behavioristische visie.
Hoe weten we dat mensen geconditioneerd kunnen worden om een operante reactie te geven
zonder zich bewust te zijn van het conditioneringsproces? Hoe is dit relevant om te begrijpen hoe
mensen motorische vaardigheden verwerven?
Mensen hebben bepaalde patronen gevonden om een doel te bereiken, zonder zich daar bewust van te zijn. Vaardigheid wordt vaak bevorderd zonder bewuste inspanning om het beter te doen.
Hoe kunnen we operante conditionering gebruiken om een dier iets te laten doen wat het
momenteel niet doet?
Een dier kan operant geconditioneerd worden om iets te doen dat het hoofddoel benadert door versterkers te geven voor elke kleine stap naar het hoofddoel.
Op welke manieren is extinctie in operante conditionering vergelijkbaar met extinctie in
klassieke conditionering?
Herhaalde afwezigheid van versterking, leidt tot het stoppen van de operante reactie, er kan ook weer spontaan herstel komen en na herintroductie van de versterking zal de operante reactie onmiddellijk herleven.
Hoe verschillen de vier soorten gedeeltelijke versterkingsschema’s van elkaar, en waarom
treden reacties over het algemeen sneller op ratioschema’s op dan op intervalschema’s?
Schema’s met een vaste ratio belonen een n-de respons (n is het aantal operante reacties). Schema’s met variabele verhoudingen kennen een respons toe van een reeks antwoorden die een gemiddeld aantal zijn, zoals derde en zevende voor een schema met variabele verhouding vijf. Schema’s met een vast interval kennen elke reactie toe met een vaste hoeveelheid tijd ertussen; Schema’s met variabele intervallen kennen elke reactie toe waar ongeveer een bepaalde hoeveelheid tijd tussen zit. Verhoudingsschema’s zijn afhankelijk van de snelheidsactie van het onderwerp, terwijl intervalschema’s afhankelijk zijn van een bepaalde hoeveelheid tijd, daarom kunnen ratioschema’s worden versneld met de reactiesnelheid van het onderwerp en sneller plaatsvinden.
Hoe produceren schema’s met variabele verhoudingen en variabele intervalschema’s gedrag dat
zeer goed bestand is tegen uitsterven?
Versterking in de richting van uitsterving is in variabele schema’s, proefpersonen zullen de operante reacties blijven herhalen om opnieuw de versterking te ontvangen. Ook als de versterking volledig is uitgestorven, kunnen de proefpersonen toch gedreven worden om het na te streven.
Hoe verschilt negatieve bekrachtiging van positieve bekrachtiging?
Negatieve is als het verwijderen van een stimulus de operante reactie waarschijnlijker maakt. Positieve is dat de operante reactie waarschijnlijker wordt bij de komst van een stimulus. Verschil: of de stimulus verschijnt of verdwijnt als gevolg van de operante respons.