hoofdstuk 8 Flashcards
sensatie
Elementaire gewaarwording van een stimulus, zoals geregistreerd door een zintuig
perceptie
Verwerking en interpretatie van zintuigelijke informatie door de hersenen, de eigenlijke waarneming.
contrastsensitiviteit
Sensitiviteit voor verschillen in de hoeveelheid licht tussen aangrenzende regio’s in een patroon.
Multimodale benadering van perceptie
Benadering waarbij bekeken wordt hoe informatie die verschillende individuele zintuigen opvangen, wordt geïntegreerd en gecoördineerd.
affordances
De actiemogelijkheden die een bepaalde situatie of stimulus verschaft.
perceptuele schematisering
Het vermogen om tegelijkertijd het geheel en de afzonderlijke delen te onderscheiden.
visuele beperking
Problemen met het gezichtsvermogen, zoals blindheid of slechtziendheid
auditieve beperking
Probleem met het gehoor, zoals slechthorendheid of doofheid.
Cochleair implantaat (CI)
Een hoorapparaat dat de functie van het slakkenhuis overneemt en geluiden niet harder maakt, zoals een gewoon hoorapparaat, maar het geluid omzet in signalen, die naar de gehoorzenuw worden gestuurd.
spraakstoornis
Spraak die zozeer van de spraak van anderen afwijkt dat communicatie moeilijk wordt of de spreker onaangepast gedrag gaat vertonen.
articulatiestoornis
Stoornissen in het spreken, waarbij klanken worden vervormd, vervangen of geheel weggelaten, zoals lispelen, slissen en neusspraak.
taalontwikkelingsstoornis (TOS)
Stoornis waarbij een afwijkende ontwikkeling in het begrip of de productie van een gesproken, geschreven en/of ander symboolsysteem optreedt.
stotteren
de meest voorkomende spraakstoornis, waarbij vloeiendheid en het ritme van spraak aanzienlijk zijn verstoord
Attention deficit hyperactivity disorder ( adhd)
Een gedragstoornis, gekenmerkt door gebrek aan aandacht; impulsiviteit en een lage tolerantiedrempel voor frustratie en overbeweegelijkheid.