hoofdstuk 10 INFORMATIEVERWERKINGSSYST. Flashcards
codering
het proces van omzetten van informatie in een vorm die bruikbaar is voor het geheugen
terughalen
proces waarmee materiaal in geheugenopslag gelokaliseerd, naar het bewustzijn gebracht en gebruikt wordt
automatisering
de mate waarin een activiteit aandacht vereist
concept
Categorisering van objecten, gebeurtenissen of mensen die bepaalde eigenschappen gemeenschappelijk hebben.
Infantiele amnesie
De afwezigheid van herinneringen aan ervaring voor het derde levensjaar.
Ontwikkelingsquotiënt
Een overkoepelende ontwikkelingsscore die betrekking heeft op de prestaties op 4 vlakken: motorische vaardigheden, taalgebruik, aanpassingsgedrag en persoonlijke en sociale vaardigheden.
Visueel herkenningsgeheugen
De herinnering en herkenning van een stimulus die eerder is gezien.
Crossmodale perceptie
Het vermogen om een stimulus op een eerder tijdsstip slechts via één zintuig te ervaren later door middel van een ander zintuig te identificeren.
Cardinaliteit
het laatst genoemde nummer tijdens het tellen representeert de kwantiteit van de volledige set
Autobiografisch geheugen
De herinnering aan specifieke gebeurtenissen uit ons eigen leven.
script
algemene weergave in het geheugen van gebeurtenissen en de volgorde waarin ze optreden.
mnemoniek of geheugenkunst
technieken om informatie zo te ordenen dat het gemakkelijk wordt die informatie te onthouden