Hoofdstuk 7: betalen Flashcards

1
Q

het voldoen van een schuld

A

betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

omvat chartaal als giraal geld

A

maatschappelijk geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geld dat bestaat uit bankbiljetten en munten die meestal door private ondernemingen worden gedrukt of geslagen en die door de centrale bank worden uitgegeven

A

chartaal geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geld dat zijn waarde niet ontleent aan het materiaal waarvan het gemaakt is, maar het steunt op het vertrouwen dat met dit geld geconsumeerd kan worden

A

fiduciair geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het fiduciair geld dat door de overheid wordt uitgegeven

A

fiatgeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het fiatgeld dat zo’n status krijgt is het fiatgeld dat bij gebrek aan andere contractuele bepalingen gebruikt kan worden door een schuldenaar om bevrijdend te betalen

A

wettig betaalmiddel (legal tender)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geld dat op een zichtrekening staat en onmiddellijk opvraagbaar is

A

giraal geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spaar - en termijnrekeningen behoren niet tot het giraal geld maar wel tot…

A

quasi - geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onmiddellijk opvraagbaar tegoed bij een kredietinstelling of een beursvennootschap

A

zichtrekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zorgt ervoor dat mensen die geen zichtrekening kunnen openen bij een bank toch het recht hebben om tegen een minimale vergoeding een basis-bankdienst te vragen. deze neemt de vorm aan van een zichtrekening met een debetkaart

A

basis-bankdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zichtrekening die een beperkt aantal verrichtingen aanbiedt voor een basisbedrag

A

klassieke zichtrekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een rekening waarbij een klant een vast bedrag betaalt dat een onbeperkt gebruik van bepaalde diensten bevat

A

forfaitrekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de dienst waarop de klant beroep kan doen als die van bank wil veranderen. de nieuwe bank zal alle administratieve formaliteiten op zich nemen om alle betalingsopdrachten gratis en binnen een termijn van 8 bankwerkdagen te verhuizen naar een andere bank

A

bankverhuisdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hier ga je naartoe als er zich een geschil voordoet tussen de consument en de bank

A

ombudsdienst voor de Financiële Sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

is een register dat de bankrekeningen en soorten contracten bevat die door natuurlijke personen en rechtspersonen, al dan niet woonachtig in België, gehouden worden bij financiële instellingen in België

A

Centrale Aanspreekpunt (CAP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

richtlijn die naast de bankier ook derde partijen toegang geeft tot de betaalrekening van een klant, op voorwaarde dat die klant daar uitdrukkelijk mee akkoord gaat.

A

PSD2 - richtlijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

contant geld

A

cash

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

betalingsopdracht die de houder van een zichrekening geeft aan zijn bankier om een bedrag over te boeken van zijn rekening naar de rekening van een begunstigde

A

overschrijving

19
Q

een betalingsopdracht die eenmalig gegeven wordt

A

eenmalige betalingsopdracht

20
Q

hierbij wordt e rekening van de opdrachtgever in de boekhouding van de bank op vaste tijdstippen en voor een constant bedrag automatisch gedebiteerd

A

doorlopende opdracht

21
Q

automatisch incasso waarbij de rekeninghouder een leverancier de toelating geeft om een variabel factuurbedrag automatisch van zijn bankrekening te laten halen

A

domiciliëring

22
Q

interbancair betalingssysteem waar je terecht kan als je overschrijvingen wilt doen naar een rekening bij een andere kredietinstelling voor retailbetalingen

A

Uitwisselingscentrum en verrekening (UCV)

23
Q

Europees interbancair betalingssysteem waar je terecht kan als je overschrijvingen wilt doen naar een rekening bij een andere kredietinstelling waarbij de betalingen 500 000 euro of meer bedragen

A

TARGET - systeem

24
Q

schriftelijke betalingsopdracht, een betaalwijze door middel van een gedrukt waardepapier. het is een type wissel waarmee iemand zijn bank opdraagt uit zijn tegoed bij de bank een uitbetaling te doen aan de houder van de cheque

A

cheque

25
Q

wanneer de begunstigde op de cheque wordt aangeduid

A

cheque op naam (niet overdraagbaar)

26
Q

verklaring op de achterzijde van een eigendomsbewijs waarbij de verkoper de eigendom overdraagt aan een met name genoemde koper

A

endossement

27
Q

wanneer een begunstigde op de cheque wordt aangeduid en er sprake van een (door endossement) overdraagbare cheque

A

cheque aan order

28
Q

wanneer de begunstigde niet vermeld is op een cheque

A

cheque aan toonder

29
Q

de bank zal hier garanderen dat gedurende acht dagen het geld, overeenkomend met het bedrag op de cheque, geblokkeerd zal zijn op zijn rekening

A

certifiëren

30
Q

hierbij maakt de bank een document op waarbij er bevestigd wordt dat er op dat welbepaald ogenblik minstens het bedrag van de cheque op de betrokken bankrekening staat

A

viseren

31
Q

cheque waarbij een derde partij zich borg stelt voor de betaling van de cheque

A

geavaliseerde cheque

32
Q

in dit geval worden twee lijnen getrokken op de cheque en kan men het geld enkel gaan innen in de bank waar deze persoon klant is of men kan tussen de twee lijnen de naam van de bank schrijven waar deze cheque geïnd moet worden

A

gekruiste cheque

33
Q

cheques die door je bank werden afgeleverd, vervolgens door jou werden getekend en wanneer je ze dan in het buitenland ter betaling aanbood, diende je een tweede maal te tekenen om de authenticiteit van de handtekening te controleren

A

reischeques

34
Q

de bank zal het geld van de rekening halen en zelf een cheque uitschrijven

A

bankcheque

35
Q

speciale vorm van bankcheque. het is een cheque van de bank, op naam. deze cheque kan enkel geïnd worden door de persoon zelf, op vertoon van zijn ID

A

bankcheque op naam

36
Q

bankcheque op naam

A

circulaire cheque

37
Q

betaalkaart gekoppeld aan een zichtrekening. ze staat de klant toe om geld af te halen aan geldautomaten, betalingen te doen via betalingsterminals bij handelaars of online. betaalde sommen gaan onmiddellijk van je zichtrekening, ze worden gedebiteerd

A

debetkaart (bankkaart)

38
Q

beveiliging van de debetkaart

A

PIN (Personal Identification Number)

39
Q

kaart waarbij men betalingen kan uitvoeren en gelden kan opnemen aan betaalautomaten. de uitgaven die je doet gaan niet onmiddellijk van je rekening, maar worden maandelijks afgerekend

A

kredietkaart

40
Q

betaalkaart gekoppeld aan een zichtrekening. je kan de kaart opladen tot een bepaald bedrag en daar vervolgens betalingen mee doen

A

elektronische portefeuille

41
Q

een betaalkaart die niet gekoppeld is aan een zichtrekening en en waarop de gebruiker een bedrag kan opladen waar hij vervolgens mee kan betalen

A

prepaid - betaalkaart

42
Q

een dienst die je kan contacteren wanneer je kaart is gestolen of verloren

A

Card stop

43
Q

digitale portefeuille die je in staat stelt om betalingen op het internet te verrichten

A

E-wallet (digitale portefeuille)