Hoofdstuk 2: bouwstenen financiële architectuur Flashcards

1
Q

wanneer financiering rechtstreeks plaatsvindt tussen de behoeftige en de spaarder

A

directe financiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mechanismen die mensen in staat stelt te handelen in financiële zekerheden

A

Financiële markten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer de spaarder zijn gelden toevertrouwt aan een kredietinstelling en deze onafhankelijke financiering verstrekt

A

indirecte financiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer een dochteronderneming leent van haar moederonderneming

A

intercompany loans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ontstaat doordat er in het bedrijfsleven dochterondernemingen zijn die lenen van de moederondernemingen

A

interne financiële markt (internal capital market)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een schuld die de vorm van een contract aanneemt

A

lening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bij emissie van effecten treedt de financiële tussenpersoon op voor rekening van de emittent en zal daarvoor een vergoeding ontvangen. Dit noemt men een fee.

A

Fee business

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

financiering waarbij een tussenpersoon aanwezig is

A

semi - directe financiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

emissie van effecten via openbare inschrijving

A

openbare emissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vorm van uitgifte van aandelen aan een select aantal potentiële investeerders

A

private emissie (private plaatsing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

instelling die naast de Nationale Bank van België toezicht houdt op de Belgische financiële sector.

A

FSMA: Financial Services and Markets Authority

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

netwerk van personen die hun persoonlijk vermogen investeren in start - ups.

A

Business angel netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

manier om geld op te halen bij een breed publiek ter financiering van een project

A

crowdfunding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tussenpersoon die iets voor rekening van een klant verhandelt

A

broker (makelaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tussenpersoon die iets voor eigen rekening verhandelt

A

dealer (commissionair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

onderneming die handel ondersteunt in minder verhandelde beursfondsen.

A

liquiditeitsverschaffer (liquidity provider, market maker, marktanimator)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

tussenpersoon die zowel voor eigen rekening als voor rekening van de klant handelt

A

broker - dealer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

brokers die via de telefoon handelen

A

voice - brokers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

brokers die elektronisch verhandelen

A

on-line brokers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

online handelsplatform

A

elektronisch handelsplatform

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

emissiemarkt waarop het financieel instrument tot leven komt

A

primaire markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

circulatiemarkt waar het instrument ‘tweedehands’ verkocht kan worden

A

secundaire markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

transacties in genoteerde productie die OTC (over the counter) verlopen

A

derde markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

rechtstreekse handel tussen institutionele beleggers zonder tussenkomst van brokers of dealers

A

vierde markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

markt waarop financiële activa met een looptijd van minder dan 1 - 2 jaar worden verhandeld

A

geldmarkt (money market)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

markt waarop financiële activa met een looptijd van meer dan 1-2 jaar worden verhandeld

A

kapitaalmarkt (capital market)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

markt waarop leencontracten afgesloten worden

A

leningenmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

markt waarop effecten verhandeld worden. de effecten op zo’n effectenmarkt omvatten effecten op naam en gedematerialiseerde effecten

A

effectenmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

officieel gereglementeerde markt waar vraag en aanbod samenvallen

A

beursmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

effectenhandel die buiten de officiële beurzen plaatsvindt. zo kunnen effecten van eigenaar veranderen.

A

buitenbeursmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

markt waarbij marktpartijen rechtstreeks met elkaar onderhandelen over de voorwaarden van vermogenstransacties

A

onderhandse markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

markt waarbij financiële transacties niet via de beurs verlopen, maar die direct tussen twee partijen worden afgesloten

A

OTC - markt (over the counter markt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

handel waarbij handelaars elkaar fysiek ontmoeten

A

vloerhandel (pit trading)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

handelssysteem waarbij vraag en aanbod via computers bij elkaar worden gebracht

A

schermenhandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

methode om te speculeren op valuta - en aandelenkoersen waarbij in zeer korte tijd zowel verkocht als gekocht wordt

A

flash - trading (flitshandel) = high frequency trading

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

enorm snelle daling in de prijzen van aandelen

A

flash crashes

37
Q

soort fenomeen van schermenhandel

A

flash smashes

38
Q

makelaars maken bied - en laatkoersen bekend waartegen ze een bepaalde hoeveelheid willen verhandelen.

A

prijsgedreven markten (quote driven markets)

39
Q

koers waartegen de tussenpersoon wenst te kopen

A

biedkoers

40
Q

de koers waartegen de tussenpersoon wenst te verkopen

A

laatkoers

41
Q

verschil tussen bied - en laatkoers

A

bid - ask spread

42
Q

wanneer een marktmaker gecontacteerd wordt omdat iemand een aandeel wil kopen, dal die op dat moment nog geen potentiële verkoper hebben van zo’n aandeel. de marktmaker zal dus een aandeel verkopen uit zijn voorraad. om de kosten van het aanhouden van voorraad te dekken en om een extra vergoeding te bekomen zal de marktmaker kopen tegen aankoopkoers (bid) en verkopen tegen zijn verkoopkoers (ask)

A

directe transactiekost

43
Q

de bid - ask spread

A

indirecte transactiekost

44
Q

op deze markt geven de verschillende leden de (ver)kooporders door. op basis van deze informatie wordt de beurskoers van het effect berekent zodat het grootste volume financiële instrumenten geruild zou kunnen worden. alle deelnemers van de markt zien de verschillende limietorders en de aangeboden of gevraagde hoeveelheden. First come, first serve

A

ordergedreven markt

45
Q

een moment op de dag waarbij de organisator van de markt zo veel mogelijk aankooporders tracht te matchen aan beschikbare verkooporders.

A

fixing

46
Q

een maal per dag aankooporders matchen aan verkooporders

A

enkele fixing

47
Q

twee maal per dag aankooporders matchen aan verkooporders

A

dubbele fixing

48
Q

fixing wanneer een bepaalde hoeveelheid orders in het orderboek beschikbaar is

A

semi - continue fixing

49
Q

fixing waarbij elke keer na het invoeren van een order wordt gekeken of een transactie mogelijk is

A

continue fixing

50
Q

wanneer de klant de best mogelijke prijs krijgt: zowel verkopers als kopers krijgen het best mogelijke resultaat voor hun order

A

best execution

51
Q

order dat de hoeveelheid van een specifiek financieel instrument dat een partij wenst te kopen of verkopen specificeert

A

beursorder

52
Q

order dat de koper (verkoper) de hoogste (laagste) koers geeft waartegen die bereid is te kopen (verkopen).

A

limietorder

53
Q

order uitvoeren bij opening tegen openingskoers. wanneer het order niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerd wordt bij de openingskoers, dan komt het resterende deel van het order als een limietorder tegen openingskoers in het orderboek

A

order tegen openingsprijs

54
Q

de belegger kan de beste marktprijs krijgen op een gegeven moment

A

order tegen marktprijs

55
Q

markt waarbij de afgesloten transacties onmiddellijk uitgevoerd worden. activum wordt geleverd en prijs wordt betaald.

A

contantmarkten (spot market, cash market)

56
Q

markten waarbij de koper de plicht of het recht heeft om op een toekomstig tijdstip de koop/verkoop uit te voeren

A

markten voor afgeleide producten

57
Q

markten waarop binnen een land effecten worden verhandeld.

A

nationale markten (internal market)

58
Q

markten met emissies die in een andere munt dan deze van het land waar het product wordt aangeboden

A

internationale markten (externe markt, euromarkt)

59
Q

belgische bedrijven genoteerd op de Belgische beurs

A

binnenlandse markt

60
Q

bedrijven van een ander land die op de belgische beurs genoteerd staan

A

buitenlandse markt

61
Q

markt waartoe iedereen vlot toegang heeft

A

open markten

62
Q

markt met barrière wat betreft de aard van de belegger of minimaal te beleggen bedragen

A

gesloten markten

63
Q

markt waar alle tot stand gekomen koersen officieel gepubliceerd worden en voor iedereen officieel beschikbaar zijn.

A

gereglementeerde markten

64
Q

markten waarbij er bedrijven zijn die niet voldoen aan de eisen van een gereglementeerde beurs

A

niet-gereglementeerde markten

65
Q

handel tussen 2 partijen

A

bilaterale handel

66
Q

handel tussen meerdere partijen

A

multilaterale handel

67
Q

de lijst van marktparticipanten die een dealer afficheert om pre-transactionele transparantie te verschaffen

A

electronic bulletin board

68
Q

multilateraal elektronisch handelsplatform die meerdere kopers en verkopers samenbrengt volgens niet - discretionaire regels zodat er transacties tot stand komen. de onderneming die het platform beheert treedt meestal enkel op als broker en neemt zelf geen positie in

A

MTF (multilateral trading facility) multilateraal handelsplatform

69
Q

wanneer iedereen op een multilateraal handelsplatform prijsquoteringen kan inbrengen en ook met iedereen kan handelen.

A

lit pool

70
Q

wanneer het multilateraal handelsplatform zich als tegenpartij plaatst tussen elke koper en verkoper

A

CTP (central counterparty)

71
Q

entiteit die vooral data van OTC-derivaten verzamelt.

A

Trade repository

72
Q

financiële producten afgeleid van verhandelbare producten

A

derivaten

73
Q

een financiële speler neemt op één tijdstip verschillende posities in. (koper & verkoper) die onmiddellijk of in de toekomst met zekerheid winst zullen opleveren

A

arbitrage

74
Q

wanneer men winst gaat proberen te realiseren door gebruik te maken van het verschil in wisselkoers voor dezelfde valuta bij verschillende banken

A

locationele arbitrage

75
Q

verkopen van een aandeel dat je neit in eigendom hebt maar geleend hebt

A

short selling

76
Q

rente op een leasing

A

lease rate

77
Q

liquiditeit verschaffen, beschikbaar stellen.

A

liquiditeitsverschaffing

78
Q

impliciete en expliciete kosten die een belegger oploopt om zijn geld tegen voor hem aanvaardbare voorwaarden te plaatsen

A

zoekkosten

79
Q

kosten met betrekking op het verzamelen van informatie die nodig is om de aantrekkelijkheid van een financieel activum te evalueren

A

informatiekosten

80
Q

financiële markten maken het mogelijk om risico’s te reduceren, te verschuiven of ze bewust op te nemen in een portefeuille

A

risicotransfers

81
Q

wanneer een groep individuen onder sommige voorwaarden iets weten daat één individu niet weet

A

wisdom of crowds

82
Q

term om aan te geven of en zo ja in welke mate alle beschikbare informatie voor bedrijven, aandelen,… is verwerkt.

A

marktefficiëntie

83
Q

neemt aan dat bepaalde informatie in de koersen verwerkt wordt en dan ook niet meer nuttig is om koersvoorspellingen te maken

A

efficiënte - markthypothese

84
Q

graad van lineaire samenhang tussen twee variabelen

A

correlatie

85
Q

studie van de samenhang tussen een reeks en zichzelf

A

autocorrelatie

86
Q

korte periode wanneer bv positieve rendementen worden gevolgd door nog meer positieve rendementen

A

momentum

87
Q

wanneer een positief rendement gevolgd wordt door een negatieve en omgekeerd

A

reversal

88
Q

instellingen die hoofdzakelijk klantendeposito’s transformeren naar kredieten

A

kredietinstellingen

89
Q

systeem van kredietintermediatie via entiteiten en activiteiten buiten het reguliere bankwezen

A

schaduwbankieren (shadow banking, parallel bankieren)