Hoofdstuk 3: spelers van de financiële economie Flashcards
het vermogen dat men bekomt wanneer men de schulden aftrekt van de activa (bezittingen)
nettovermogen
goederen die hun waarde ontlenen aan hun fysieke karakter
reële waarde
enquêtes van CB’s die gezinnen bevragen omtrent inflatieverwachtigen, consumentenvertrouwen, vermogensposities,…. vooral op vermogenspositie van de gezinnen
Household Finance and Consumption surveys
in bewaring gegeven gelden zoals zichtrekening, spaarrekening en termijnrekeningen
deposito’s
wanneer iemand gedurende 5 jaar lang geen gebruik meer maakt va neen rekening en bij diezelfde bank ook geen transacties op andere rekeningen heeft gedaan
slapende rekening
rekening die deposito’s bevat die direct opvraagbaar zijn
zichtrekening
rentedragende depositorekening waar mindelen onmiddellijk opvraagbaar zijn
spaarrekening
rentedragend deposito zonder betalingsfaciliteiten waar de deposant er zich toe verbindt om zijn geld gedurende een bepaalde termijn niet op te vragen
termijnrekening
instellingen die gelden aantrekken van beleggers om die gezamenlijk te beleggen. Vallen niet onder de garantieregeling, wel onder de beschermingsregeling
Instrumenten voor collectieve belegging (ICBs)
volkstaal voor instellingen voor collectieve beleggingen
beleggingsfondsen
belegger kan zijn geld terugvragen van het fonds
open fondsen
belegger kan zijn geld niet terugvragen van het fonds. de belegger kan het bewijs van deelneming aan het gesloten fonds enkel doorverkopen aan een andere belegger
gesloten fondsen
waardepapier dat een aantal rechten met betrekking tot een vennootschap heeft
aandeel
lening waarbij de emittent het leenbedrag opsplitst in kleinere coupures die verkocht worden aan geïnteresseerde beleggers. (verhandelbaar effect)
obligatie
geldlening waarbij een registergoed als onderpand dient
hypotheeklening
leningen die een geldbedrag ter beschikking stellen voor consumenten
consumentenlening
activa die voor meer dan 1 jaar dienen gefinancierd te worden omdat de onderneming ze langdurig wenst te gebruiken
vaste activa
activa waarbij de bedoeling is dat ze op korte termijn terug omgezet worden in liquide middelen
vlottende activa
activa die niet tastbaar zijn
immateriële vaste activa
de prijs die betaald wordt voor de overname van klanten
goodwill
de prijs waartegen het activum op een frictieloze markt verkocht kan worden
marktwaarde