Hoofdstuk 7 Flashcards
Populatie
De hele groep mensen of producten waarin je geïntereseerd bent.
Sample (steekproef)
Een kleinere groep uit de populatie.
Census
Wanneer elk persoon of product uit de populatie wordt getest. Dit is normaal gesproken niet nodig in een onderzoek.
Biased sample (niet representatieve steekproef)
Sommige leden van de populatie hebben een hogere kans om mee te mogen doen aan het onderzoek dan anderen.
Unbiased sample (representatieve steekproef)
Alle leden van de populatie hebben een even grote kans om mee te doen aan het onderzoek.
Convenience sample
Alleen mensen toevoegen aan de steekproef (sample), omdat ze makkelijk te contacteren zijn. Soms ook als het niet mogelijk is om een belangrijk deel van de populatie te bereiken.
Self-selection (zelf selectie)
Wanneer een sample alleen bestaat uit mensen die zich vrijwillig aangeven om mee te doen.
Probability sampling
Elk lid van de populatie heeft een even grote kans om te worden geslecteerd voor het onderzoek, onafhankelijk of ze makkelijk te bereiken zijn of gemotiveerd zijn om zich vrijwillig te stellen. (unbiased)
Nonprobability sampling
Dit is niet random en is een biased sample. Enige alternatief voor probability sampling, niet persee goede externe validiteit.
Voorbeelden Probability sampling
Simple random sample, oversample, systematic sample, cluster sample, multistage sample en stratified random sample.
Voorbeelden nonprobability sampling
Convience sample, quota sample, purposive sample en snowball sample.
Simple random sampling
Eigenlijk gewoon loten, bijvoorbeeld elke naam van de populatie op een briefje schrijven en dan grabbelen. Dit wordt gedaan met software op een computer.
Oversampling
Hierbij overtegenwoordigt de onderzoeker opzettelijk een of meer groepen.
Systematic sampling
Hierbij worden er twee cijfers geslecteerd, bijvoorbeeld 4 en 7. Dan wordt er begonnen bij de vierde persoon en dan wordt elke zevende persoon gekozen. Dus 4e, 11e, 18e persoon enz.
Cluster sampling
Dit is een optie als mensen al in random groepen zijn verdeeld. Dan worden er clusters van deze groepen gekozen en dan worden elke individueel uit deze clusters gebruikt. Bijvoobeeld er zijn 252 scholen in brabant, hier worden er 60 van random gekozen. Alle leerlingen van de 60 scholen worden gebruikt.