Hoofdstuk 13

Question 1

Quasi-experiment

Answer 1

Onderzoekers hebben niet volle controle over het experiment. Ze kunnen niet random proefpersonen toewijzen.

Question 2

Default options

Answer 2

Opt-in en opt-out

Question 3

Opt-in

Answer 3

Mensen moeten actie ondernemen om te laten weten dat ze iets willen.

Question 4

Opt-out

Answer 4

Mensen moeten actie ondernemen om te laten weten dat ze iets NIET willen.

Question 5

Nonequivalent control group posttest-only design

Answer 5

Hierbij zijn de deelnemers niet random toegewezen aan een groep en zijn ze maar een keer getest.

Question 6

Nonequivalent control groep pretest/posttest design

Answer 6

De deelnemers zijn niet random toegewezen aan de groepen en zijn zowel voor als na een interventie getest.

Question 7

Interrupted time-series design

Answer 7

Hierbij worden de deelnemers herhaald getest, Zowel voor, tijdens als na de onbreking veroorzaakt door een gebeurtenis. (Hierbij is geen controle groep.)

Question 8

Nonequivalent control group interrupted time-series design

Answer 8

Dit is een combinatie van een nonequivalent control group design en een interrupted time-series design. De deelnemers worden niet random toegewezen aan een groep en ze worden herhaald getest.

Question 9

Wait list design

Answer 9

Dit is een manier om selection effects te voorkomen. Alle deelnemers worden random toegewezen om de behandeling op verschillende tijden/keren te krijgen.

Question 10

Waarom een quasi-experiment?

Answer 10

1. Real-word mogelijkheden om interresante fenomenen en belangrijke gebeurtenissen te bestuderen.
2. Het heeft vaak een goede externe en contsruct validiteit.
3. Het is ethisch.

Question 11

Hoe bekijk je naar de statistische validiteit van een quasi-experiment?

Answer 11

Je kunt afvragen: hoe groot de schatting van het groepsverschil was (de effect size) en je kan de betrouwbaarheidsinterval van die schatting evalueren.

Question 12

Verschil Quasi-experiment en correlationele studies

Answer 12

In een quasi-experiment selecteren de onderzoekers hun steekproever bewuster dan in correlationele studies. Bijvoorbeeld een bepaald tijdsinterval of proefpersonen met bepaalde kwaliteiten.

Question 13

Quasi-independent variabele

Answer 13

Deze variabele focussen minder op individuele verschillen en meer op potentionele interventies zoals wetten, media blootstellingen en educatie.

Question 14

Small-N design

Answer 14

In deze studie verzamelen ze veel informatie over een paar mensen. (10 of minder)

Question 15

Kun je conclusies trekken uit een small-N design?

Answer 15

Ja, door de macht van experimentele controle en door gebruik te maken van speciale medische gevallen.

Question 15

Nadelen van small-N studies

Answer 15

Problemen bij de interne en externe validiteit.

Question 16

Drie small-N designs

Answer 16

Stable-baseline design, Multiple-baseline design en Reversal design

Question 17

Stable-baseline design

Answer 17

Een studie waarbij de onderzoeker gedrag observeert voor een verlengde basislijn periode voordat de behandeling begint.

Question 18

Multiple-baseline design

Answer 18

Om andere verklaringen uit te sluiten doen de onderzoekers herhaalde metingen per participant voor, tijdens en na een interventie. Zo krijg je inzicht in de effectiviteit van de interventie.

Question 19

Reversal design

Answer 19

Onderzoekers observeren een problematische gedrag met en zonder behandeling. Ze halen de behandeling tijdelijk weg om te kijken of de behandeling werkt.

Question 19

Reversal design

Answer 19

Onderzoekers observeren een problematische gedrag met en zonder behandeling. Ze halen de behandeling tijdelijk weg om te kijken of de behandeling werkt.