Hoofdstuk 6 Flashcards

1
Q

Kenmerk verstedelijking?

A

De opkomst van handel en het ontstaan van steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tijdvak van steden en staten ?

A

1000 - 1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de Hanze?

A

Samenwerking tussen Handelssteden langs de Noordzee en Oostzee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom meer opbrengst van landbouw?

A

Boeren veiliger
Boeren zijn vrijer
Uitbreiding van de landbouwgrond (moerassen worden polders)
Betere landbouwmethoden (bijv drieslagstelsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doen ze met deze extra opbrengst ?

A

Bevolkingsgroei (verdubbeling)

Overschot oogst naar de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ontstaan de steden?

A

Langs de kust en rivieren en belangrijke wegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wonen ambachtslieden en handelaren?

A

Gaan bij de markt wonen -> ontstaan van de steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor ontstaan de steden?

A

Overschot van voedsel uit de landbouw is te koop op de markt, daardoor kunnen mensen ander werk gaan doen en bij de markt gaan wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken landbouw stedelijke samenleving

A
Op komst handel
Vorming steden
Een samenleving met 
Nijverheid (ambachten zoals smid)
Diensten (handel en banken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een gilde?

A

Vereniging van ambachtslieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet een gilde?

A

Komt op voor belang van leden
(Beroepsopleiding, verzorgen bejaarde en zieke leden en de weduwen van leden, organiseren feesten, missen en begrafenissen)
Bewaakt prijs en kwaliteit van producten
Als ambachtsman moet je lid zijn van het gilde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet een gilde opleiding er uit?

A

Leerling (onbetaalde opleiding)
Gezel (betaalde stage)
Meester (zelfstandig na de meesterproef = examen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een bank?

A

Samenwerkende bankiers in verschillende steden die geld bewaarden, wisselden en leenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bankier

A

Geldwisselaars : wisselen en bepalen de waarde van munten die worden uitgegeven door leenheer of stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geld

A

Munten die worden uitgegeven door leenheer of stad. om de handel in voedsel en ambachtelijke producten te vergemakkelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom gaan de handelaren samenwerken?

A

1 * Veiliger reizen (vooral internationaal = tussen landen)

2 * Voordeliger (grotere hoeveelheden kopen, vervoeren en verkopen)

3 * Sterker onderhandelen (tegen koningen, machtige edelen en steden) voor bijvoorbeeld
Minder belasting en tol en meer handelsrechten zoals vrije doorvaart met schepen

17
Q

Wat zijn de Hanzesteden?

A

Steden langs de Noordzee en Oostzee die samenwerken in een handelsverbond (de Hanze = oud Duits voor groep)

18
Q

Aanbod

A

Wat iemand wil verkopen

19
Q

Gilde

A

Beroepsvereniging in 1 stad

20
Q

Giro

A

Betalingssysteem waarbij geld via een bank wordt overgemaakt

21
Q

Kogge

A

Middeleeuws zeilschip

22
Q

Rente

A

Vergoeding die betaald moet worden voor het lenen van geld

23
Q

Tijd van steden en staten

A

Vierde tijdvak van 1000 tot 1500

24
Q

Tol

A

Belasting die betaald moet worden voor het gebruik van een weg, brug of rivier

25
Q

Urbanisatie

A

Verstedelijking = Het ontstaan en de groei van steden

26
Q

Verstedelijking

A

Urbanisatie = Het ontstaan en de groei van steden

27
Q

Vraag

A

Wat iemand wil kopen