Hoofdstuk 3.2 "Nederland en Europa" Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er bij een beurs?

A

Kooplieden verhandelden daar hun spullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sinds wanneer was de handel groot gegroeid?

A

Sinds 1585.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een paar specerijen uit andere continenten?

A
  • Noord- Europa: graan, hout en bont.
  • Zuid- Europa : Wijn, zuid-vruchten en zout
  • Amerika : suiker en tabak.
  • Azië: specerijen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke stad was het centrum van het opkomende kapitalisme?

A

Amsterdam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor nijverheiden waren er in Amsterdam?

A
  • Koffiebranderijen.
  • Suikerraffinaderijen.
  • Diamantslijperijen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie ontwierp de eerste beurs, en wanneer?

A

Hendrick de Keyser, in 1611.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kon het dat de republiek een belangrijke, welvarend land werd?

A

Doordat Nederland veel gingen handelen over water moesten ze boten maken, daarom kregen de mensen die spijkers, zeilen die kregen werk en zo begon het allemaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie was er te vinden in een beurs?

A

Kooplieden, bankiers, schippers en publiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoezo was visserij een belangrijke bron van inkomsten?

A

Ze vangen vis en jagen op walvis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor werden walvissen gevangen?

A
  • Speklaag, het walvisspek werd uitgekookt.
  • Walvistraan, werden lampolie, en zeep gemaakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoezo werd in de republiek de 17e eeuw de gouden eeuw genoemd?

A

Omdat de Republiek het rijkste land van Europa werd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kon het dat in Amsterdam zoveel mensen woonden?

A

Door de welvaart en werkgelegenheid trokken veel migranten aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat hebben de grachtengordel te maken met het symbool van de gouden eeuw?

A

De kroon heeft de vorm van de grachtengordel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe stond de Republiek er op het militaire front voor?

A

Op militaire front was de Republiek sterk, door de rijkdom kon het een groot, goed en bewapend leger betalen. grotendeels bestond het uit huursoldaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom had Holland weinig last van de 80- jarige oorlog?

A

Omdat de 80-jarige oorlog vooral werd uitgevochten in Overijssel, Gelderland en Brabant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoezo werd er vrede gesloten met Spanje?

A

Omdat de spaanse schatkist leeg was.

17
Q

Hoezo had de Republiek oorlog met Engeland?

A

Omdat de Engelse een eind wilde maken aan de macht van de Republiek.

18
Q

Wie was de Nederlandse zeeheld?

A

Michiel de Ruyter.

19
Q

Hoe hebben de Nederlanders de Engelse voor een tijdje kunnen tegenhouden?

A

Ze hebben van het grootste schip van de Engelse, een stuk mee naar huis genomen en nu ligt het in het Museum.

20
Q

Wat wou Lodewijk XIV bereiken met de derde zeeoorlog?

A

Hij wou zijn rijk naar het noorden uitbereidden.

21
Q

Welke vier landen vielen de Republiek aan?

A

Keulen, Münster, Frankrijk en Engeland.

22
Q

Leg uit: wat gebeurde er in het rampjaar 1672?

A

de vier landen vielen de Republiek aan, de republiek liet de polders bij utrecht onder water lopen. De hollanders vonden dat het de schuld was van de gebroeders de wit, ze werden vermoord en Willem de III werdt de nieuwe stadhouder, Engeland ging samenwerken met Nederland maar door de oorlog raakte Nederland de economische voorsprong bij engeland kwijt.

23
Q

Begrip, Beurs;

A

Gebouw waar kooplieden samenkomen om handel te drijven.

24
Q

Begrip, Engelse zeeoorlogen;

A

Oorlogen tussen Engeland en de Republiek in de 17e eeuw, die op zee werden uitgevochten.

25
Q

Begrip, Gouden eeuw;

A

Langdurige bloeiperiode.

26
Q

Begrip, Grachtengordel;

A

Deel van het Amsterdamse stadscentrum langs de hoofdgrachten uit de gouden eeuw.

27
Q

Begrip, Handelskapitalisme;

A

Economisch systeem waarin ondernemers zich bezighouden met handel en nijverheid, waarbij ze een deel van de winst in hun onderneming investeren.

28
Q

Begrip, Huursoldaat;

A

Soldaat die zich verhuurt aan een leger, vaak van een ander land.

29
Q

Begrip, Kapitalisme;

A

Economisch systeem warin ondernemers gericht zijn op het maken van winst.

30
Q

Begrip, Rampjaar;

A

Het jaar 1672 waarin de republiek werd aangevallen door; Keulen, Frankrijk, Engeland of Munster.

31
Q

Begrip, Stapelmarkt;

A

Plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen en vandaar verder worden verhandeld.

32
Q

Begrip, Vrede van Münster;

A

Verdrag uit 1648 tussen Nederland en Spanje dat een eind maakte aan de tachtigjarige Oorlog.

33
Q

Begrip, Werkgelegenheid;

A

Mogelijkheid om door werk inkomen te krijgen.