Hoofdstuk 5.3 " Democratie in Nederland" Flashcards
Waardoor waren er in veel landen volksopstanden.
Doordat het volk, “de burgers” het oneens waren op de manier hoe de mensen deden stemmen.
Wat bedacht willem II op de manier van regering zodat het wel nog een monarchie zou blijven?
Hij stond het grootste deel van zijn macht af aan de tweede kamer.
Waarom Kreeg willem I eigenlijk toch alle macht?
- Willem I koos de regenten ⇒ de 2e kamer
- Koning (Willem I) koos de 1e kamer
Conclusie: “hij had alle macht,,
Wie volgde willem I op in Frankrijk?
Zijn zoon Willem II.
Waarom was Willem II gevlucht uit Frankrijk?
Omdat de Franse wilden een Rebubliek maar er was een monarchie en het volk had geen rechten en daar waren ze het over eens dus kwamen er opstanden.
Waarom gaf Willem II zich over aan de liberalen?
Hij werdt bang dat er ook in Nederland opstanden kwamen en lied door Thorbecke een nieuwe grondwet schrijven.
Proefwerkjaartal: Wat verandere er na de grondwet in 1848?
- Nederland parlementair stelsel.
- Koning onschendbaar, (niet strafbaar maar dan mag hij zich niet met de politiek bemoeien) en de ministers hadden de verantwoordelijkheid, van wat hij zei.
- 1e kamer gekozen door provincie → Burgers.
- 2e kamer gekozen door Burgers.
- Burgerlijke vrijheden zoals: Vrijheid van vereniging en vergadering, de godsdienstvrijheid, de persvrijheid en vrijheid van menigsuiting.
Wat voor revolutie heeft het kiesrecht ondergaan?
- 1848; Censuskiesrecht.
- 1887: kiesrecht verdubbeld
- 1896: helft van de mannen kiesrecht
- 1917: algemeen mannenkiesrecht
- 1919: algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.
Nederland was een democratie!
Wat voor soort kiesrecht was er en geef voorbeelden.
Je had passief en achtief kiesrecht.
- de vrouwen hadden passief kiesrecht die konden gekozen worden.
- de mannen hadden passief en actief kiesrecht die konden kiezen en gekozen worden.
Burgerlijke vrijheden
rechten van de burgets, zoals vrijheid van godsdienst.
censuskesrecht
Systeem waarbij alleen mannen die een bepaald bedrag aan belastingen betalen, mogen stemmen.
Eerste kamer
Deel van de Staten- Generaal waarvan de leden door de Provinciale state zijn gekozen.
Feminisme
Politiek- maatschappelijke beweging die streeft naar gelijke rechten voor vrouwen.
Kabinet
De ministerploeg, alle ministers.
Liberalisme
Politiek- Maatschappelijke beweging due streeft naar meer vrijheid.