Hoofdstuk 5 Neurale controle van gedrag Flashcards

1
Q

Hoe treedt de rustpotentiaal op van de distributie van ionen door de cellmembraam?

A

chemicalien intracellular en extracellular vloeistoffen, sommigen hebben electrische lading. Dit zijn:
A- (soluble protein molecules) alleen in cel
K+ (Potassium ions) meer in cel
Na+ (Sodium ions) meer buiten cel
Cl- (Chloride ions) meer buiten cel

er zijn meer negatief geladen deeltjes binnen dan buiten de cel. -70 millivolts.
K+ poort blijft open, daardoor iets meer positieve lading buiten cel tov in cel.
Na+ blijft gesloten in rust.

Deze lading door de membraam van een inactieve neuron heet restpotentiaal. De restpotentiaal is de electirsche energiebron die een actiepotentiaal mogelijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beschrijf de 2 fases van actiepotentiaal.

A

Actiepotentiaal wordt in gang gezet door een verandering in structuur van de celmembraam, waarna de sodiumkanalen opengaan.
Depolarisatie en repolarisatie
actiepottentiaal is een golf van verandering in electrische lading door het axonmembraam, en beweegt snel van einde van de axon naar de andere axon. Depolarisatie is reduction of charge!
Sodiumkanalen, 1000en gaan open, NA+ naar binnen, depolarisatie treedt op. Zodra depolarisatie optreedt sluiten Sodiumpoorten, maar de kanalen die potassium (K+) doorlaten, blijven open, die worden naar buiten gedrukt; dit is repolarisatie.

Met elke actiepotentiaal komt er dus een klein beetje sodium de cel in en een klein beetje potassium verlaat de cel. Om de originele balans te handhaven va deze ionen is er een sodium-potassium pomp die steeds sodium uit de cel pomt en potassium erin.

cell’s treshold: kritische waarde waarna de sodiumpoorten opengaan.
below een kritische waarde! (155) hoe groter de mate van depolarisatie onder (?? ik dacht boven??)die waarde, hoe groter het anatal actiepotentialen per seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

excitatory synaps en inhibitory synaps

A

Actiepotentiaal bereikt een axonterminal, veroorzaakt dat de terminal pakketjes neurotransmitter vrijgeeft (dopamine, acetylcholine, serotonine, GABA). neurotransmitter molecuul als sleutel, receptor is slot.
Honderden soorten neurotransmitters

excitatory synaps (stimulerend):Transmitter opent NA+ kanalen in het postsynaptisch membraam.
inhibitory synaps (belemmerend): transmitter opent of CL- of K+ kanalen dit veroorzaakt een lichte hyperpolarisatie van de ontvangende neuron, neuron wordt negatiever dan ervoor) dat ertoe leidt dat een afname van actiepotentiaal wordt getriggerd in die neuron. bijv. GABA is belemmerende neurotransmitter
acetylcholine en dopamine kunnen beide kanten opwerken.
Samen hebben ze geintegreerd effect op electrische lading door de axonmembraam.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly