Hoofdstuk 10 Pobleemoplossing en intelligentie Flashcards
fast en slow denken
Fast is automatisch, onbewust, impliciet, heuristisch, associatief, intuitief, impressie, gevoel
Bijv stroop test ( je moet eerst inhiberen tekst)
Muller- Lyer
Slow is effortful, bewust, expliciet, analytisch, rule- based
Waar horen verbatim en gist? Woord voor woord en concept?
analogie en nut wetenschappelijk redeneren
Overeenkomst in gedrag, functie, relatie tussen entiteiten of situaties die in andere opzichten zoals hun fysieke vorm verschillend zijn van elkaar.
Miller analogie test: a staat tot b als c staat tot…
Moeder van uitvindingen. Vogel/ fiets en vliegtuig.
Diepgaande kennis van concepten, om analogieen op te lossen.
Succesvol gebruik van analogieen staat in relatie met executieve functies, vooral werkgeheugen en inhibitie.
Miller analogie test
Raven’s progressive Matrices test
a staat tot b als c staat tot d.
Grondige kennis van concepten waarnaar verwezen wordt.
RPM test:
Meting van fluid intigentie
Items zijn visuele patronen.
Onderliggende regels achterhalen bij patroonveranderingen, fig. 10.1
analogieen in juridische en politieke argumentaties? Onderscheid nuttige en misleidende analogie?
In techtspraak om jury te overtuigen, zwaarte bewijslast als ketting met zwakste schakel, of als gelijke draden.
Analogieen in debatteren. Bij nieuwe gecompliceerde zaken, helpt analogie met iets wat al bekend, of minder complex is.
Misleidend to the degree that the structural relationships don’t hold true. ( waarheidsgetrouw is).
Inductief redeneren. waarom is redeneren met analogie inductief?
Hypothese constructie, educated guess!
Afleiden van nieuwe principes of proposities vanuit observaties of eiten die als aanwijzingen dienen.
Inductief redeneren is gebaseerd op gepercipieerde analogieen of andere gelijkenissen.
Wetenschappelijk redeneren vraagt hoge mate van metacognitie, denken ove rdenken, teflecteren op wat je weet.
Integreren theorie en data, door over theorie na te denken.
Mensen zijn goed in meeste vormen van inductief redeneren ( niet allemaal in wetenschappelijk redeneren) , toch aantal biases.
availability bias
Te sterk vertrouwen op informatie die al beschikbaar is en minder beschikbare informatie negeren.
Artsen, verkeerde diagnose vaak availability bias eraan ten grondslag. ( niet doorvragen om te onderzoeken of het andere diagnose is).
confirmation bias, op welke 2 manieren aangetoond?
Natuurlijke neiging van mensen om te
Proberen hun huidige hypothese te bevestigen ipv te ontkrachten.
Peter Watson, regels voor opeenvolgende nummers, respondenten kiezen zelf opvolgende cijfers die tester met ja of nee beantwoord. Bijv 2 4 6. Weinig mensen komen met 3,5, u 7 of 11,12, 13. Regels was elke cijfertoename ipv cijfertoename met 2 even.
Ander onderzoek is vragen stellen over bijv. iemands extraversie.
Groopman: Artsen, confirmation bias speelt ook: arts heeft hypothese en stelt vragen die dit bevestigen.
Informatie zoeken tegen de hypothese!
predictable-world bias en dobbelsteen spel
We zijn ingetseld op vinden van orde in onze wereld, we zien het of anticiperen op orde die er niet is. Gelukstrui dragen bijv.
Meest duidelijk in puur geluk spelletjes.
Mensen zien patronen in sequenties.
Dobbelstenen: beste maximizing methode is elke keer inzetten op rood. In plaats daarvan doen meeste mensen aan matching; varieren hun gokken.
Is. Eiging om inductief te redeneren zelfs in situaties waar dat zinloos is, omdat relatie volledig toeval is.
Deductief redeneren.
Serieproblemen en syllogismes
Sherlock Holmes!
Als premissen waar zijn, dan is consequentie ook waar. Logisch bewijs.
Serieprobleem: items organiseren, op basis van vergelijkingsstatements en dan conclusie trekken wat niet in 1 van de andere verklaringen gezegd is.
X is dunner dan y, x is korter dan z, z is korter dan a, is a korter dan y?
Syllogisme: major premisse, proposition, minor premisse, conclusion true, false, undetermimate
All x are y, z is x, is z y?
N.b. We zijn beter is concreter problemen oplossen dan abstract.
Hoe overheerst de sterke neiging te vertrouwen op onze kennis van de wereld bij deductief redeneren?
Watson selectietaak.
Bias is dat we onze kennis gebruiken ipv formele logica.
Watson selectietaak:
Als een kaart een klinker heeft aan 1 kant dan moet het even getal hebben op andere kant.
A G 2 7
Welke 2 keer je om om te checken? Bias is A en 2.
2 is incorrect, 7 is de kritische kaart: als er een klinker aan andere kant staat dan klopt de regel niet.
Bij concrete zaken lossem mensen het goed op.
Wat is Mutilated checkerboard probleem en wat toont dit concept? en kaars probleem?
Functional fixedness
Mental set toont het aan.
Oplossen van moeilijke problemen vraagt overboord gooien gewoonte van perceptie of gedachte, en het probleem op andere manier bekijken.
Trial and error bij schaakbord ( mental set) hier niet effectief. En bij kaarsprobleem speelt te nauw kijken naar de objecten.
Functional fixedness= onvermogen om andere functies te zien in een object dan de gebruikelijke.
Hoe kunnen doelbewuste pogingen om anders naar het probleemmateriaal te kijken, leiden tot oplossing schaakboard en kaars probleem?
Schaakbord brood en boter van maken. En kaars: wat heb ik nodig om dit probleem op te lossen?
Design stance met respect voor gereedschappen; beperking of aanpassing menselijke cognitie?
Daniel Dennett, Design stance is adaptatie, efficientie, als het eenmaal voor iets ontworpen is, dan hoeft niet iedereen dit weer met trial en error te ontdekken. Kost wat creativiteit.
Onderzoek Barett doos kinderen, ook kinderen hebben al lepel categorie, nieuw object bij rond gedeelte pakken om doos te openen, bij lepel al vaker uiteinde gepakt, waarmee doos niet open gaat. Fig. 10.5
Apen pakken niet vaker vertrouwd gereedschap, dan nieuw gereedschap.
Welk bewijs dat oplossen van inzichtproblemen kwalitatief verschilt van deductief redeneren? Hoe kan mental priming betrokken zijn bij verkrijgen inzicht?
Oplossen inzichtproblemen positieve correlatie met creativiteit ( syllogismes minder). Werkgeheugen correleert ook niet met probleemoplossing. incubation periode; faciliteert inzicht, geen deductie. Deductie vereist bewuste aandacht, slow thinking.
Tijdens incubatieperiode blijven relevante aspecten van probleem geprimed, deze geprimede concepten kunnen nieuwe verbindingen maken, en een nieuwe associatie kan oplossing bieden.
Hoe helpt geluk of playfullness bij oplossen inzichtproblemen?
Broaden and build theory of positive emotions, Barbara Frederickson
positieve en negatieve emoties ander effect op perceptie en gedachten
Positieve emoties verbreden scope en creativiteit.
Interpretatie auteurs: het gaat om playfulness, voorwaarde voor leren en creativiteit.
Oplossen classificatieproblemen ongeschoolde mensen niet-westerse culturen? Waarop gebaseerd en waarom?
Gebaseerd op voorkeur dan vermogen.
Sorteren op functie ipv op taxonomie, wat hoort niet in rijtje thuis?
algemeen verschil westerlingen en oost aziaten in perceptie en geheugen? Effect op redeneren?
Westers: focus op individuele onderdelen, bijv de grote vis, figuur- achtergrond,
Onderzoek doos met lijn absolute of relatieve lengte natekenen. beter in absolute taken, reflective of analytic processing.
Oost- Aziaten: gehele plaatje, en de onderlinge relaties, geïntegreerd,
beter in relatieve taken, reflective of holistic processing.
Kinderen holistisch, meer moeite met absolute, later amerikaanse kinderen meer absoluut( focus their attention) en Aziatische kinderen gesocialiseerd naar to divide their attention.
Validiteit van IQ testen?
Als het meet wat het moet meten.
Meest voor voorspellen schoolsucces, werksucces, intellectueel uitdagend werk. Kan ook secundair zijn, door de scholing.
Ook voorspeller van gezondheid en lang leven, zelfs voor gelijk opleidimgsniveau en ses. Door betere zelf- zorg.
Spearman’s concept van general intelligence? Waarom meerder testen ipv 1 test?
Wat is positive manifold?
Charles Spearman
Mensen die hoog scoren op ene test scoren gemiddeld ook hoger op alle andere testen. 0.3-0.6 correlatie.
Met factor analyse ontwierp hij g= een gemeenschappelijke factor onderliggend aan alle testen. Elke test meet g een beetje, steeds ander uniek deel gemeten, daarom beste om gemiddelde te nemen van alle testen.