Hoofdstuk 4 - Neutrophils and phagocytes Flashcards
Welke cellen zijn de belangrijkste cellen van het innate immuunsysteem?
De fagocyten, dit zijn alle cellen die kunnen fagocyteren. Dit is het opnemen van grote partikels. (Restanten van bacterien, kapotte cellen en eventueel gecomplexeerde virussen)
Wanneer gebeurt fagocytose beter?
Wanneer er antistoffen op zitten, dus wanneer het gecomplenteerd is.
Welke cellen zijn het eerst aanwezig bij een infectie?
Neutrofielen.
Hoeveel procent van alle witte bloedcellen zijn neutrofielen?
40-60%
Hoe ziet een neutrofiel eruit?
Ze kunnen per species wat betreft uitzicht verschillen.
Ze zijn 10-20 micrometer in diameter en kunnen doorheen de capillairen doordringen.
De kern is ingesnoerd en ziet er wat bolachtig uit, we spreken ook wel van een polymorfonucleaire neutrofiele granulocyt.
We hebben cytoplasmatische granules.
Wat is typisch voor het cytoplasma van de neutrofiel?
Dat daarin zeer veel cytoplasmatische granules in aanwezig zijn.
Wat zit er in de granules die aanwezig zijn in het cytoplasma van de neutrofiel?
Toxische stoffen, de antmicrobiele peptiden en de mediator moleculen. Ze zitten in granules klaar om direct te kunnen reageren na een trigger.
Als de eiwitsynthese voor deze productie nog moet gebeuren als er een trigger is dan is het al te laat.
Wat is het hemopoetisch compartiment?
Het beenmerg. Deze steekt 2/3e van de energie in de vorming van neutrofielen. Er moeten er zeer veel gevormd worden omdat ze veel nodig zijn en kort levend zijn.
Waarom noemen we neutrofielen ook wel zelfmoord terroristen?
Omdat ze bij het vrijstellen van de toxische stoffen zichzelf ook aanvallen. Daardoor gaan ze dood. Dit is een van de redenen waardoor het beenmerg er veel tijd in stopt om deze voldoende te vormen.
Wat kun je vertellen over de ‘levenscyclus’ van een neutrofiel?
Deze komen in het bloed terecht en circuleren daar. Als ze iets ‘zien’ gaan ze naar de weefsels, maar ook als ze niets zien gaan ze uiteindelijk naar de weefsels (na 12 uur).
Daar leven ze dan maar enkele dagen.
Maar 1-2% van de neutrofielen zit in het bloed, de meerderheid zit in de weefsels overal verspreid.
In de lever, longen, milt en beenmerg zien we er veel meer.
Wanneer je bloedafname doet bij een dier zie je een verhoogd aantal neutrofielen in het bloed. Waarom is dat zo?
Een verhoogd aantal neutrofielen wijst op een bacteriële infectie.
Waarom je een verhoogd aantal krijgt is omdat er op een andere plaats sentinelcellen waren die mediatoren hebben vrijgesteld, dit zorgt voor stimulatie van het immuunsysteem en neutrofielen worden vrijgesteld uit de organen en het beenmerg zal er meer gaan maken
Wat weet je over de kern van de neutrofiel?
De kern is ingesnoerd en ziet er wat bolachtig uit, we spreken ook wel van een polymorfonucleaire neutrofiele granulocyt.
Deze is ook sterk gecondenseerd, een neutrofiel is niet meer in staat om te delen. Ze hebben ook geen sterk metabolisme.
Ze hebben een klein golgi-apparaat, want maken geen eiwitten meer. Verder hebben ze weinig mitochondriën, ribosomen en endoplasmatisch reticulum. Dit maakt dat de cel niet lang kan leven en al zeker niet kan delen.
Wat is een andere naam voor een neutrofiel?
Polymorfonucleaire neutrofiele granulocyt.
In wat kunnen we de granules van een neutrofiel opdelen?
De granules zijn gelegen in het cytosol.
We kunnen ze opdelen in primaire, secundaire/specifieke en tertiaire.
Wat weet je over de primaire granules?
Deze zijn gelegen in het cytosol van de neutrofiel.
Dit zijn enzymes die rechtstreeks inwerken op de bacterie. Ze hebben een directe invloed.
Wat weet je over secundaire granules en wat is de andere naam hiervoor?
Dit zijn granules die gelegen zijn in het cytosol van de neutrofiel.
Een andere naam hiervoor is specifieke granules.
Deze bevatten collagenase, dit maakt het weefsel zachter. Het is dus bewuste weefselschade. Waarom is dat? Omdat in sterke weefselstructuren er teveel mogelijkheden voor de bacterie zijn om zich te verschuilen, veld moet als het ware vrijgemaakt worden om de indringer te verdringen.
Lactoferine zit ook in de secundaire granules. Dit is een ijzer bindend eiwit. Vaak is er op moleculair niveau een strijd om ijzer.
Microbioom kan beter ijzer sequesteren.
Een bacteriële infectie kun je onderdrukken door ijzer zoveel mogelijk te capteren en gebonden te houden zodat het niet beschikbaar is.