Basisconcepten van de immunologie Flashcards
Wat is het nut van een immuunsysteem?
Het beschermt ons tegen indringers, maar speelt ook een rol bij de wondgenezing.
Welke 2 immuunsystemen kennen we?
Het innate en adaptieve immuunsysteem.
Wat is een andere benaming voor het innate immuunsysteem?
Aangeboren immuunsysteem.
Wat is het belangrijkste bij een immuunsysteem?
Dat dit een onderscheid kan maken tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd.
Tegen wat is het immuunsysteem gericht?
Voornamelijk tegen virussen en bacteriën. In mindere mate tegen parasieten en schimmels.
Ook tegen toxines, het lichaam gaat dan niet de infectie tegengaan maar wel de gevolgen.
Waar vinden we het immuunsysteem terug in het lichaam?
Overal. Bepaalde organen spelen hierin wel een belangrijke functie. Zoals de lymfeknopen, bloed, milt, beenmerg en de thymus.
Wat zijn fysische barrières?
De 1e plaats van het immuunsysteem voorbeelden zijn de darm, longen, bovenste luchtwegen en huid.
De fysische barrières staan in contact met de buitenwereld.
Hoe kunnen we de lymfoide organen onderscheiden?
Op 2 manieren :
- Major lymfoide organen en less organized lymfoide organen.
- Primaire/centrale lymfoide organen en secundair/perifere lymfoide organen.
Geef toelichting over major lymfoide organen
Deze zijn qua structuur goed georganiseerd. We denken daarbij aan beenmerg, de thymus, milt, tonsillen, lymfeknopen, platen van Peyer en de adenoïden.
Geef toelichting over de less organized lymfoide organen
Soort van structuur die zorgt voor een optimale reactie bij een infectie en zijn gelegen langs de slijmvliesoppervlakten. Voorbeelden zijn te vinden in de darm, longen en urinair stelsel.
Wat is een andere naam voor primaire lymfoide organen?
Centrale lymfoide organen
Noem een andere naam voor centraal lymfoide organen
Primaire lymfoide organen.
Hoe noemen we perifere lymfoide organen ook wel?
Secundaire lymfoide organen.
Hoe noemen we secundaire lymfoide organen ook wel?
Perifere lymfoide organen.
Wat doen primaire/centrale lymfoide organen?
Deze gaan cellen opleiden en matureren waardoor ze functioneel worden.
Als cellen matuur zijn kunnen migreren en gaan ze naar secundaire organen. Deze processen vinden plaats in het beenmerg en de thymus.
Wat doen secundaire/perifere lymfoide organen?
Deze interageren met pathogenen of stukjes pathogenen. Voorbeelden zijn de milt, lymfeknopen en muscosaal lymfoid weefsel.
Wat kun je vertellen over het innate immuunsysteem?
Deze is altijd aanwezig en werkt onmiddellijk en zeer snel.
De innate respons kan niet sterker worden maar is wel stationair.