Hoofdstuk 3 - Proinflammatory and antimicrobial mediators Flashcards

1
Q

Door wat wordt roodheid veroorzaakt?

A

Door pro-inflammatoire en antimicrobiele mediatoren. Roodheid wordt veroorzaakt door TNF-alfa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er geproduceerd door de geïnfecteerde weefsels?

A

3 type signalen :

  • Kapotte cellen zorgen voor de vrijstelling van de DAMP’s. De trigger zorgt voor het vrijstellen van cytokines, chemokines en enzymen van sentinelcellen.
  • PAMP’s worden ook geproduceerd, deze zorgen voor een trigger van de sentinel cel respons.
  • Pijn zorgt ervoor dat sensorische zenuwen bioactieve peptiden gaan vrijstellen. Dit zal vooral een effect hebben op het aantrekken van andere celtypes.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat weet je over de sentinelcellen?

A

Dit zijn de macrofagische cellen, dendritische cellen maar ook de mastcellen.
Dit zijn als het ware de wachters en zijn niet actief. Ze kunnen reageren op iets door middel van PRR’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van sentinelcellen?

A

Moleculen decreteren die een aantal effecten gaat geven zoals inflammatie maar ook antimicrobieel werken.
Ze proberen de eerste infectie onder controle te krijgen en de adaptieve immuniteit wordt al gestuurd om een bepaalde richting op te gaan.

Hoe werkt het?
Moleculen komen vrij en gaan mediatoren vrijstellen die op naburige cellen komen. Meestal werken die mediatoren lokaal.
Endotheel bv kan bepaalde gesecreteerde moleculen binden waardoor het endotheel ook veranderd van functie.
Het wordt losser en zal meer bloed doorlaten, kan ook nieuwe receptoren tot uiting brengen die circulerende cellen kunnen gaan binden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor wat staat TNF-alfa?

A

Voor tumor necrose factor alfa, dit is een cytokine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer wordt TNF-alfa gevormd?

A

Al zeer vroeg in de inflammatie. Dit wordt gevolgd door IL1 en IL6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat weet je over de algemene kenmerken van de cytokines?

A

Dat de meeste cytokines eiwitten zijn die niet zo groot zijn. Als ze door de sentinelcellen geproduceerd worden, ook door andere cellen maar dan is het niet zo efficiënt. Het effect van cytokinen is vooral stimulatie van andere cellen.
Geeft een breed scala aan effecten van het innate immuunsysteem. En finaal zorgt het voor het aantrekken van leukocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem verschillende cytokines?

A

TNF-alfa, IL1 en IL6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van TNF-alfa?

A

TNF-alfa wordt al heel vroeg gevormd en zal de adaptieve immuunrespons verzorgen. Zal ook inwerken op de zenuwenen en zorgt voor roodheid van de huid.

  • Inflammatie verzorgen
  • Rol in de collageensynthese, wanneer de fase van wondheling is ingezet.
  • Direct toxisch effect

Gaat dus abnormale cellen ook afdoden en gaan een ganse reeks van immuuncellen activeren. Is een zeer veelzijdige molecule die cruciaal is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet IL1 en door wat wordt het geactiveerd?

A

IL1 wordt door sentinelcellen geactiveerd, gaat inflammatie stimuleren en gaat ook rechtstreeks tumorcellen afdoden.
Heeft ook een invloed op je gemoedstoestand, bij infectie voel je je eigen al eerder niet lekker, dit is een rechtstreeks effect van IL1. Je hebt geen honger en weinig zin om iets te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is IL6, door wat wordt het geproduceerd en door wat wordt het getriggerd?

A

IL6 is een cytokine, dit wordt geproduceerd door macrofagen, t-cellen en mestcellen.
Het wordt getriggerd door bacteriële endotoxines, IL1 en TNF-alfa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet IL6?

A

Het is een cytokine, deze gaat ervoor zorgen dat de neutrofielen op een duur verdwijnen en de macrofagen hun werk kunnen doen.
Als het te lang duurt is neutrofiel destructie ook te schadelijk voor de weefsels.
De macrofagen zijn in staat om veel meer te fagocyteren en te vernietigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn chemokines?

A

Dit zijn zeer kleine moleculen die zorgen voor de gradiënt. De cellen weten daardoor waar ze naar toe moeten gaan.
Ze zijn 8 tot 10 kilodalton en er zijn er zeker 50 gekend.
Ze zorgen voor migratie en worden geproduceerd door de sentinelcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Door wat wordt de overschakeling van neutrofiel naar macrofaag verzorgt?

A

Deels door IL6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vertel iets over de opbouw van chemokines

A

We spreken vaak van een alfa, beta en gamma. Alle cytokines hebben een dissulfide brug, deze wordt gevormd tussen 2 cysteines.
Het aantal C’s dat we zien in de naamgeving staat voor het aantal cystiene bruggen. Als er een andere aminozuur tussen is dan wordt dit weergeven door X, dit kan dan ieder aminozuur zijn behalve cysteine. Op die manier hebben we ook onderscheid tussen 4 grote types en we spreken ook wel van alfa, beta en gamma chemokines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor wat staat de afkorting NOS2?

A

Nitric oxide synthase 2.

17
Q

Wat geeft NOS2 onder andere vrij?

A

Oxidatie zoals stikstofmonoxide (NO)

18
Q

Wat doet NO?

A

Zorgt voor vasodilatatie.

19
Q

Voor wat staat de afkorting COX-2?

A

Dit staat voor cyclo-oxygenase-2

20
Q

Wat doet COX-2?

A

Dit zorgt voor oxidatie van vetten, op die manier worden er prostaglandinen gevormd.

21
Q

Wat zijn prostagladines?

A

Inflamatoire peptiden.

22
Q

Wat weet je over antimicrobiele moleculen?

A

Deze werken direct. We hebben de defensines en de cathelicidines.

23
Q

Wat zijn de klassieke tekenen van inflammatie?

A

Warmte, roodheid, pijn, zwelling en verminderd functioneren.

24
Q

Waarom is verminderd functioneren een onderdeel bij inflammatie?

A

Op die manier wordt alles in staat gesteld om de functie te herstellen.

25
Q

Wat doen vasoactieve stoffen?

A

Deze zorgen ervoor dat de capillairen open gaan staan. De bloedstroom zal daardoor sterk vergroten en dat zorgt voor zwelling en oedeem.

26
Q

Bij infectie en trauma krijgen we weefselschade, wat zal dit veroorzaken?

A

Vasoactieve moleculen en chemotaxische moleculen.

27
Q

Waarom is roodheid en warmte een onderdeel van de inflammatie?

A

Omdat veel pathogenen bij een optimale temperatuur kunnen repliceren, bij koorts zal de temperatuur 2 a 3 graden stijgen waardoor virussen niet meer kunnen repliceren.
Onder een warmtelamp leggen van een dier kan dus zeker zin hebben.

28
Q

Wat kun je vertellen over de algemene kenmerken van de antimicrobiele moleculen?

A

Ze zijn zeer verspreid terug te vinden bij alle diersoorten, dus ook de lagere diersoorten. De verschillende species hebben hun eigen specifieke set van antimicrobiele peptiden. Deze peptiden zijn geovuleerd aan de hand van de microbiologische omgeving.
Ze bevatten arginine en lysine residuen waardoor ze kationisch en amfipatisch zijn.

29
Q

Hoe werken antimicrobiele moleculen?

A

Door de amfipathische structuur kan een kant met vet reageren. Ze zijn ook positief geladen, de twee positief geladen zijden stoten elkaar af, hierdoor wordt er een porie gecreëerd.
Dit werkt goed bij bacterien maar niet zo goed bij eukaryote cellen. Je hebt er dan 100 meer nodig om goed in te werken.

30
Q

Noem voorbeelden van antimicrobiele peptiden

A
  • Defensines
  • Cathelicidines
  • Serprocidines
  • Granulysines
  • BPI (bacterial permeability increasing protein)
  • Calprotectine
31
Q

Wat is een lysozyme?

A

Een antimicrobiele peptide

32
Q

Vertel wat je weet over lysozyme

A

Dit is een enzymen die de bacteriële celwand knipt van grampositieve bacterien. Is eenvoudig maar werkt zeer effectief.
We vinden ze overal in het lichaam terug behalve in urine en cerebrospinaal vocht. Het is in grote hoeveelheden aanwezig in ontstekingsvloeistof.
Het is afwezig in runderneutrofielen en tranen.

33
Q

Wat weet je over complement?

A

Dat dit een antimicrobiele peptide is