Hoofdstuk 3 - Proinflammatory and antimicrobial mediators Flashcards
Door wat wordt roodheid veroorzaakt?
Door pro-inflammatoire en antimicrobiele mediatoren. Roodheid wordt veroorzaakt door TNF-alfa.
Wat wordt er geproduceerd door de geïnfecteerde weefsels?
3 type signalen :
- Kapotte cellen zorgen voor de vrijstelling van de DAMP’s. De trigger zorgt voor het vrijstellen van cytokines, chemokines en enzymen van sentinelcellen.
- PAMP’s worden ook geproduceerd, deze zorgen voor een trigger van de sentinel cel respons.
- Pijn zorgt ervoor dat sensorische zenuwen bioactieve peptiden gaan vrijstellen. Dit zal vooral een effect hebben op het aantrekken van andere celtypes.
Wat weet je over de sentinelcellen?
Dit zijn de macrofagische cellen, dendritische cellen maar ook de mastcellen.
Dit zijn als het ware de wachters en zijn niet actief. Ze kunnen reageren op iets door middel van PRR’s.
Wat is de functie van sentinelcellen?
Moleculen decreteren die een aantal effecten gaat geven zoals inflammatie maar ook antimicrobieel werken.
Ze proberen de eerste infectie onder controle te krijgen en de adaptieve immuniteit wordt al gestuurd om een bepaalde richting op te gaan.
Hoe werkt het?
Moleculen komen vrij en gaan mediatoren vrijstellen die op naburige cellen komen. Meestal werken die mediatoren lokaal.
Endotheel bv kan bepaalde gesecreteerde moleculen binden waardoor het endotheel ook veranderd van functie.
Het wordt losser en zal meer bloed doorlaten, kan ook nieuwe receptoren tot uiting brengen die circulerende cellen kunnen gaan binden.
Voor wat staat TNF-alfa?
Voor tumor necrose factor alfa, dit is een cytokine.
Wanneer wordt TNF-alfa gevormd?
Al zeer vroeg in de inflammatie. Dit wordt gevolgd door IL1 en IL6.
Wat weet je over de algemene kenmerken van de cytokines?
Dat de meeste cytokines eiwitten zijn die niet zo groot zijn. Als ze door de sentinelcellen geproduceerd worden, ook door andere cellen maar dan is het niet zo efficiënt. Het effect van cytokinen is vooral stimulatie van andere cellen.
Geeft een breed scala aan effecten van het innate immuunsysteem. En finaal zorgt het voor het aantrekken van leukocyten.
Noem verschillende cytokines?
TNF-alfa, IL1 en IL6.
Wat is de functie van TNF-alfa?
TNF-alfa wordt al heel vroeg gevormd en zal de adaptieve immuunrespons verzorgen. Zal ook inwerken op de zenuwenen en zorgt voor roodheid van de huid.
- Inflammatie verzorgen
- Rol in de collageensynthese, wanneer de fase van wondheling is ingezet.
- Direct toxisch effect
Gaat dus abnormale cellen ook afdoden en gaan een ganse reeks van immuuncellen activeren. Is een zeer veelzijdige molecule die cruciaal is.
Wat doet IL1 en door wat wordt het geactiveerd?
IL1 wordt door sentinelcellen geactiveerd, gaat inflammatie stimuleren en gaat ook rechtstreeks tumorcellen afdoden.
Heeft ook een invloed op je gemoedstoestand, bij infectie voel je je eigen al eerder niet lekker, dit is een rechtstreeks effect van IL1. Je hebt geen honger en weinig zin om iets te doen.
Wat is IL6, door wat wordt het geproduceerd en door wat wordt het getriggerd?
IL6 is een cytokine, dit wordt geproduceerd door macrofagen, t-cellen en mestcellen.
Het wordt getriggerd door bacteriële endotoxines, IL1 en TNF-alfa.
Wat doet IL6?
Het is een cytokine, deze gaat ervoor zorgen dat de neutrofielen op een duur verdwijnen en de macrofagen hun werk kunnen doen.
Als het te lang duurt is neutrofiel destructie ook te schadelijk voor de weefsels.
De macrofagen zijn in staat om veel meer te fagocyteren en te vernietigen.
Wat zijn chemokines?
Dit zijn zeer kleine moleculen die zorgen voor de gradiënt. De cellen weten daardoor waar ze naar toe moeten gaan.
Ze zijn 8 tot 10 kilodalton en er zijn er zeker 50 gekend.
Ze zorgen voor migratie en worden geproduceerd door de sentinelcellen.
Door wat wordt de overschakeling van neutrofiel naar macrofaag verzorgt?
Deels door IL6.
Vertel iets over de opbouw van chemokines
We spreken vaak van een alfa, beta en gamma. Alle cytokines hebben een dissulfide brug, deze wordt gevormd tussen 2 cysteines.
Het aantal C’s dat we zien in de naamgeving staat voor het aantal cystiene bruggen. Als er een andere aminozuur tussen is dan wordt dit weergeven door X, dit kan dan ieder aminozuur zijn behalve cysteine. Op die manier hebben we ook onderscheid tussen 4 grote types en we spreken ook wel van alfa, beta en gamma chemokines.